Uit het rapport: "Vooral in de bestaande bouw is de energietransitie een uitdaging. Onze huidige woningvoorraad van 7,6 mln. woningen dient in 2050 CO2 arm te zijn. De eerste stap is om in 2021 30.000-50.000 gebouwen aardgasvrij (of -ready) te hebben. Uiteindelijk beogen we tot 2050 250.000 gebouwen per jaar, en dus 700 woningen per dag, aardgasvrij te maken. Om woningen te kunnen loskoppelen van het aardgas worden huizen geïsoleerd, is een nieuwe energie-infrastructuur nodig en worden energieopslag- en duurzame warmtebronnen toegepast. Het energietransitievraagstuk is een complex vraagstuk, waarbij veel ‘stakeholders’ betrokken zijn. Zo zijn er o.a. huiseigenaren, huurders die een woning hebben van een woningcorporatie of particuliere verhuurder, gemeenten, netbeheerders en energieleveranciers betrokken bij het transitievraagstuk. Deze ‘stakeholders’ hebben eigen belangen, wensen en portemonnees. Bewoners spelen een cruciale rol. Hoe krijgen we die mee in deze transitie? Hoe kan samen met de bewoners uit een wijk een plan worden gemaakt en uitgevoerd? Een wijkgerichte methode, waarin de activiteiten gericht worden op een bepaalde wijk of buurt, zoals in de Smart Energy Cities-aanpak, kan antwoord geven op deze vragen"
Het kan u nauwelijks zijn ontgaan dat er in Nederland veel veranderingen op stapel zijn wat betreft het energiegebruik van gebouwen. Het energiegebruik van gebouwen moet naar beneden, er moet meer energie uit hernieuwbare bronnen worden opgewekt en het gebruik van aardgas uit Groningen gaat aan banden. In: Gevelbouw I SSN 1572-1310, jaargang 15, nr. 4, p. 18-20
MULTIFILE
In deze studie zijn vier scenario’s voor een aardgasvrije warmtevoorziening in de wijk Paddepoel doorgerekend: ‘all-electric’, ‘hybride’, ‘warmtenet’ en ‘waterstof’. In deze studie is een van de meest veelvoorkomende woningtypen in de wijk, een rijtjeswoning uit de jaren ’60 of ’70, als uitgangspunt genomen. Vervolgens zijn de investeringskosten, kostenbesparing, haalbaarheid, CO2-emissiereducties en kosteneffectiviteit (indicatoren) per scenario in kaart gebracht. Hierbij zijn varianten gemaakt die isolatie, zonnepanelen en subsidies wel of niet meerekenen.
In de subsidieaanvraag van de gemeente Hoogeveen in het kader van de aardgasvrije wijken is een bedrag van €75K opgenomen voor een bewonersmonitor uitgevoerd door het lectoraat Communication, Behaviour & the Sustainable Society van EnTranCe. Dit betrof een monitor die 8 jaar lang wordt ingezet. Zie bijgevoegde offerte.
Gemeente Arnhem heeft als doel geformuleerd dat alle wijken klimaatneutraal moeten zijn voor 2050. Voor de wijk Elderveld-Noord is de uitdaging om een duurzame aardgasvrije energie-infrastructuur te ontwikkelen, bestaande woningen te verduurzamen én energielasten voor huurders gelijk te houden. Deze uitdaging is niet alleen technologisch, maar ook sociaal-maatschappelijk complex. Naast energetische verbetering en gebruik van circulaire materialen gaat het ook om een gezonde en leefbare omgeving voor een zich veranderende populatie met een eigen economische contextkenmerken. De wijk Elderveld-Noord is als proeftuin gestart om deze transitie vorm te geven vanuit technologisch perspectief. De vraag bleef: hoe kan de sociale kant van samenwerking, participatie en implementatie hierbij worden ingevuld in een dynamisch leerproces? Via een proces van vraagarticulatie met de stakeholders in deze proeftuin is de praktijkvraag ontstaan hoe een actieve ontwerpgerichte en lerende gemeenschap te realiseren, waarbij een cocreatieproces tot een integrale, succesvolle energietransitie leidt. Vanuit deze praktijkvraag is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Op welke wijze kan een transdisciplinaire lerende gemeenschap worden gevormd die zich richt op meervoudige waardecreatie voor het aardgasvrij maken van de Arnhemse wijk Elderveld-Noord en hoe kan dit proces leiden tot de ontwikkeling van een lerende aanpak zodat in andere wijken van Arnhem hier ook mee gewerkt kan worden? Het beoogde resultaat is transformatieve kennisontwikkeling met een lerende gemeenschap ter ondersteuning van de energietransitie in de pilotwijk Elderveld-Noord, leidend tot een participatieve lerende aanpak voor energietransitie in andere wijken: De Arnhemse Lerende Aanpak. Dat vergt een systeemgerichte, transdisciplinaire opzet. De vraag is hoe we die cocreatie vormgeven en welke lessen we daaruit leren in een transdisciplinaire aanpak van integrale wijkvernieuwing. De beoogde impact van dit onderzoek is dat lerende gemeenschappen van publiek-private samenwerkingen voor de wijkgerichte energietransitie in hoge mate zullen bijdragen aan gezonde en klimaatneutrale wijken in Arnhem en in Nederland.
De Nederlandse overheid heeft zich in 2018 gecommitteerd aan de doelstellingen van het Akkoord van Parijs. Dit akkoord heeft als doel om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad ten opzichte van het pre-industriële niveau. Om dit te bereiken heeft de Nederlandse regering met diverse maatschappelijke organisaties, overheden en bedrijven uit verschillende sectoren afspraken gemaakt in het Klimaatakkoord. Deze afspraken hebben grote gevolgen voor burgers. Zo moeten zij bijvoorbeeld drastisch omschakelen naar een andere vorm van energievoorziening en meer specifiek is er afgesproken dat alle huishoudens voor 2050 aardgasvrij moeten wonen. Dit kan betekenen dat huishoudens grote investeringen moeten plegen voor het installeren van een warmtepomp, het isoleren van hun huis en het treffen van energiezuinige maatregelen. Hoewel er burgers zijn die de energietransitie omarmen, is dit enthousiasme niet onverdeeld. Met name bewoners van zogenaamde ‘kwetsbare wijken’ hebben hier meer moeite mee, omdat ze de noodzaak van de energietransitie niet altijd delen, het hoge kosten met zich meebrengt en ze vaker wantrouwend naar de overheid kijken. Het Klimaatakkoord stelt echter dat de “wensen en zorgen van burgers en bedrijven zichtbaar moeten worden meegewogen in de keuzes die gedurende de transitie gemaakt worden” (Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, 2019, p. 216), zodat maatschappelijke acceptatie en participatie voor de energietransitie worden geborgd. Het achterblijven van met name groepen met een lage sociaal economische status in de adaptatie van de energietransitie kan leiden tot maatschappelijke ongelijkheid of het zelfs vergroten. De vraag die in dit project daarom centraal staat is ‘Hoe kunnen bewoners van kwetsbare wijken gemeenschappelijk bijdragen aan de energietransitie?’. In dit project wordt er samengewerkt met welzijnsorganisaties Versa Welzijn, Stichting Balans en de gemeente Soest waarbij wordt gefocust op twee verschillende wijken.