In deze presentatie werden de voorlopige resultaten van een Delphi panel onderzoek getoond. Hierin werden trainers, coaches, leefstijlprofessionals en fysiotherapeuten met expertise op het gebied van sportapps herhaaldelijk bevraagd wat zij belangrijke kenmerken van sport-apps vonden. Een aantal kenmerken worden toegelicht.
DOCUMENT
Tijdens de eHealth themadag georganiseerd op 7 maart 2018 werd aandacht besteed aan resultaten van het Voor iedereen een app?! project. Ook werden een aantal stellingen over sportapps bediscussieerd.
DOCUMENT
In deze factsheets worden de resultaten van een verkennend onderzoek onder sportprofessionals getoond. Onder de sportprofessionals vielen (personal) trainers, coaches, leefstijlprofessionals en fysiotherapeuten. Het doel was in kaart brengen wat deze sportprofessionals belangrijke kenmerken vinden in een hardloop-, wandel-, of fietsapp gekoppeld aan verschillende doelen, zoals sport/beweegstimulering, community building en blessurepreventie.
DOCUMENT
Doel Overzicht geven van de literatuur over het effect van smartphone-apps en activiteitsmeters op een gezonde leefstijl. Opzet Systematische review. Methode In PubMed, de Cochrane Library, Embase en CINAHL zochten we naar relevante artikelen. Inclusiecriteria waren: (a) de interventie was een mobiele app of activiteitsmeter; (b) die bewegen en gezonde voeding stimuleerde; (c) bij volwassen mensen met een ongezonde leefstijl die nog geen aandoening hadden; (d) gericht op preventieve gezondheidszorg, gezondheidsbevordering of gezond gedrag; en (e) waarin het effect op fysieke activiteit, voeding of gewicht werd gemeten. Resultaten We includeerden 17 onderzoeken, waarvan 13 met apps en 4 met activiteitsmeters. Het effect van de apps op fysieke activiteit bij mensen met overgewicht of obesitas was in 6 onderzoeken positief en in 3 afwezig. Er was een positief effect op voeding dat in 3 onderzoeken significant en in 2 niet-significant was. Het effect op gewicht was in 6 onderzoeken positief en in 5 afwezig. De bewijskracht van de onderzoeken met apps was matig tot laag. Activiteitsmeters leken fysieke activiteit te kunnen verhogen, maar de kwaliteit van deze onderzoeken was laag. De effecten op gewicht waren tegenstrijdig en de effecten op voeding zijn niet onderzocht. Conclusie Apps hebben een globaal positief effect op de fysieke activiteit. Het effect op voeding en gewicht is onduidelijk, maar de trend is dat ze het voedingspatroon verbeteren. Ook activiteitsmeters kunnen de fysieke activiteit verhogen. Om gebruik van apps en activiteitsmeters te kunnen aanbevelen is echter grootschaliger onderzoek nodig, met beter uitgebalanceerde controlegroepen en een langere follow-upduur.
DOCUMENT
In deze factsheets wordt weergegeven welke apps of sporthorloges gebruikt worden en waarvoor deze wearables gebruikt worden. Ook is er aandacht voor kenmerken van deze groepen en hun tevredenheid over de wearables.
MULTIFILE
Om mkb’ers in staat te stellen hun cyberweerbaarheid te verhogen, heeft de Haagse Hogeschool, samen met het Platform Veilig Ondernemen (PVO) en de VeiligheidsAlliantie regio Rotterdam (VAR) een webapplicatie ontwikkeld. Voor de financiering van de webapplicatie heeft het PVO een subsidie ontvangen van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV). Cyberweerbaarheid is hier gedefinieerd als het vermogen om weerstand te bieden tegen bekende en onbekende vormen van cybercriminaliteit en snel te herstellen van een cybercrisis. Naast het ontwikkelen van de app is het doel om mkb’ers in de regio Rotterdam die de app hebben gebruikt: (1) meer bewust te maken van de risico’s van cybercriminaliteit in zijn algemeenheid en ook voor hun bedrijf specifiek; (2) inzicht te geven in weten welke maatregelen ze kunnen treffen om slachtofferschap te voorkomen en schade bij slachtofferschap te beperken; en (3) daadwerkelijk aan de slag te laten gaan met de gegeven tips. De evaluatie van de app vond plaats onder negen mkb’ers in de regio Rotterdam. Zij zijn geworven op cybersecurity congressen in Barendrecht en Dordrecht. De evaluatie bestond uit een nulmeting en een effectmeting op vier relevante kwaliteiten uit de ISO 25010-norm, namelijk de bruikbaarheid, effectiviteit, efficiëntie en het vertrouwen in de uitkomsten. De evaluatie laat zien dat het gebruik van de app door mkb’ers leidt tot meer bewustzijn van cyberrisico’s. Drie van de negen mkb’ers hebben ook daadwerkelijk adviezen die volgen uit het gebruik van de app opgevolgd en daarmee hun cyberweerbaarheid verhoogd. Een verbetermogelijkheid is de vraagstelling die in de app wordt gebruikt om de adviezen te bepalen. Deze was hier en daar verwarrend of sloot niet goed aan bij de organisatie en haar context. En hoewel de deelnemers aan de evaluatie over het algemeen enthousiast waren over de app bleek het in de praktijk lastig om deelnemers te werven. Ook het bewerkstelligen van gedragsverandering is een knelpunt gebleken, zoals blijkt uit het geringe aantal mkb’ers dat daadwerkelijk maatregelen heeft genomen op basis van de adviezen die volgden uit het gebruik van de app. Mogelijke verklaring hiervoor is de lage prioriteit die mkb’ers toekennen aan het nemen van maatregelen om hun cyberweerbaarheid te vergroten. Samenvattend kunnen we concluderen dat de app in de huidige vorm voldoende kwaliteit heeft om mkb’ers te helpen bij het verhogen van de cyberweerbaarheid. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de vraag hoe mkb’ers te motiveren in het gebruikmaken van de app en het opvolgen van adviezen.
DOCUMENT
Uit de Managementsamenvatting: "In dit rapport beschrijven we de opzet en de uitkomsten van de evaluatie van het project Online Stagebegeleiding dat is uitgevoerd vanuit de Stimuleringsregeling Open en Online Onderwijs (projectcode O019-03). Het project had als doel om kennis te ontwikkelen over hoe online stagebegeleiding kan worden ingezet ter verrijking van werkplekleren in het hoger onderwijs. De conclusies en de daarop gebaseerde aanbevelingen presenteren wij in dit rapport met als doel de opgedane inzichten beschikbaar en inzichtelijk te maken voor geïnteresseerden in online onderwijs, stagebegeleiding of onderwijsinnovatie in het algemeen. Uit onderzoek blijkt dat goede begeleiding cruciaal is voor het succes van werkplekleren. Docenten zijn echter grotendeels niet op de werkplek aanwezig en hebben vaak (zeer) beperkte tijd om hun stagiairs te begeleiden. Daarbij is het voor studenten vaak moeilijk om hun leerproces op de stage te reguleren. In het project hebben wij de reeds bestaande Stage-App uitgebreid met functionaliteit voor docenten ter ondersteuning van de stagebegeleiding en hebben we deze ingezet in drie pilots."
DOCUMENT
Deze rapportage maakt deel uit van zes rapportages die zijn opgeleverd in het WHeelchair ExercisE and Lifestyle Study (WHEELS) project. In deze rapportages worden de resultaten gepresenteerd van de Intervention Mapping (IM) stappen 1 t/m 6 in het ontwikkelen van een leefstijlapp voor rolstoelgebruikers met een dwarslaesie of beenamputatie. Deze rapportage betreft de uitwerking van IM-stap 4 waarin de programmamaterialen zijn ontwikkeld, getest en geproduceerd.
DOCUMENT
De Vakantiestraat is een (burger)initiatief om de sociale cohesie in een straat te verbeteren door middel van het organiseren van activiteiten die toegankelijk zijn voor alle leeftijden. Je kunt denken aan verschillende activiteiten die inwoners samen kunnen doen om te spelen, bewegen of gewoon samen te zijn. Om een Vakantiestraat op te zetten, moeten veel contacten gelegd worden met sleutelfiguren in de wijk, zoals initiatiefrijke inwoners, de wijkmanager, buurtcommissie, kerken en professionals van een sociaal wijkteam of welzijnsorganisatie. Een individuele benadering van inwoners die zich mogelijk willen inzetten, kost veel tijd, maar is wel directer dan via algemene en niet zo tijdsintensieve vormen als Facebook of een flyer. Het wordt aanbevolen om de opzet klein te houden in de opstartfase en gebruik te maken van een straat-app om activiteiten te organiseren. De les die geleerd kan worden, is dat het belangrijk is om tijdig voorbereidingen te treffen bij het opzetten van een Vakantiestraat, zowel bij het werven van een coördinator als bij het betrekken van individuele inwoners bij het idee.
DOCUMENT