Van der Pas (2002) gaf aan dat zowel vaders als moeders in het contact met professionele zorg de erkenning van dagelijkse problemen rondom ouderschap soms missen en ook de legitimatie om als ouder te falen. Er is nu toenemende aandacht voor ouderschap bij psychische aandoeningen (Van der Ende 2016). Omdat ouderschap meer ingevuld wordt door moeders dan door vaders, krijgen de laatsten minder aandacht. De combinatie van psychische beperkingen en de zorg voor kinderen geeft ook voor vaders met psychische aandoeningen stress. Bij een man kan, tijdens de zwangerschap van zijn vrouw en de geboorte van een kind, een crisis optreden. Als er onvoldoende draagkracht is kan de geboorte van een kind tot psychische decompensatie en gezondheidsproblemen leiden. Tegelijkertijd kan vaderschap kracht opleveren. In dit artikel gaan we nader in op het belang van het vervullen van de vaderrol voor mannen met een psychische aandoening en welke ondersteuning desgewenst kan worden geboden door onder meer professionals en ervaringsdeskundigen in de ggz, in instellingen voor begeleid wonen en in sociale teams.
DOCUMENT
Mensen met psychische aandoeningen zijn vaak niet alleen patiënt/cliënt, maarook ouder van kinderen. Het zou voor hulpverleners een tweede natuur moetenzijn om niet alleen naar de psychische klachten te vragen maar ook naar de rolals ouder. Dit kan zowel het welzijn van de kinderen als het herstel van de ouderten goede komen. Als mensen ondersteuning krijgen om hun ouderrol (weer) opte pakken, geeft dit vaak structuur, invulling van het dagelijks leven en bevordertdit het contact met de buitenwereld. De interventie Begeleid Ouderschapbiedt hulpverleners handvatten de ouder te helpen om zijn of haar ouderrol teversterken. Eventuele partners kunnen hier essentieel aan bijdragen.
DOCUMENT
Onderzoek naar de ondersteuningsbehoeften in het ouderschap bij aanstaande ouders en ouders met jonge kinderen. Het kenniscentrum GUTS heeft vanuit het lectoraat Jeugdhulp in transformatie een onderzoek uitgevoerd en dit rapport gepubliceerd. Hierbinnen is gebruik gemaakt van het thema lab Kansrijke Start van het Living Lab Publieke Gezondheid van het Kenniscentrum -Health Innovation van De Haagse Hogeschool. Een mooie co- creatie van 2 kenniscentra
MULTIFILE
Ruim een half miljoen kinderen in Nederland groeien op in een gezin waarin een of beide ouders psychische problemen of een verslaving heeft. De opvoeding van hun kinderen kent voor deze ouders bijzondere uitdagingen, met het risico dat psychische problematiek verergert en/of haar weerslag heeft op de kinderen. Effectieve hulp aan deze gezinnen vraagt om integrale samenwerking tussen het jeugddomein en de geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen (v-ggz). In de regio Haaglanden worden een aantal pilots uitgevoerd om bij gezinnen met ernstige, complexe problematiek naast jeugdhulp ook expertise of ondersteuning vanuit de v-ggz in te zetten. Het gaat daarbij om de volgende projecten: ‘Beter Thuis’ (Den Haag, Zoetermeer en ‘Integraal 0-6-team in de wijk’) en ‘Ggz bij Jeugdbescherming west’ (vanuit Indigo en Impegno). Dit onderzoek heeft als doel inzicht te geven in de meerwaarde van deze pilots, in het bijzonder wanneer het gaat om de integratie van jeugdhulp en v-ggz.
MULTIFILE
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
Hoofdstuk in Mag ik u proficiat wensen? Over hulpverlening bij zwangerschapskeuzes Willens nillens is hulpverlening in de context van zwangerschapskeuzes beladen met morele aspecten: hoe omgaan met de twijfel en beslissing van een ongepland zwangere cliënt wanneer je als hulpverlener worstelt met de wenselijkheid van abortus? Of omgekeerd: een jong meisje wil graag haar zwangerschap behouden, maar als hulpverlener vraag je je af hoe zij in staat zal zijn om voor een kindje te zorgen? Wat is goed of slecht, menswaardig of mensonwaardig, juist of onjuist om te doen in zulke situaties?
LINK
Acht pabo’s onderzoeken op welke wijze studenten op de pabo begeleid kunnen worden naar persoonlijk meesterschap. Een goede leraar is een leraar die beschikt over een herkenbare persoonlijke en professionele identiteit: een leraar met persoonlijk meesterschap. Aan de hand van twee voorbeelden wordt de ontwikkeling van de professionele identiteit van de leraar getoond. Het eerste voorbeeld is het CEPM-project ‘Persoonlijk meesterschap op de werkplek’ dat door het Kempel onderzoekscentrum van Hogeschool De Kempel is uitgevoerd. Vervolgens wordt de ontwikkeling van de narratieve professionele identiteit op de Katholieke Pabo Zwolle beschreven. Ten slotte wordt getoond wat de implicaties hiervan zijn voor pabo’s en scholen.
DOCUMENT
Dit document presenteert het onderzoek naar de werkwijze van het Relatie-en Scheidingsteam Zwolle (RSTZ) en de ontwikkeling van een triage-instrument, de Systemische Zwolse vragenlijst.In dit onderzoeksverslag wordt ingegaan op de werkzame factoren van het Relatie- en Scheidingsteam Zwolle, alsmede op de functie van het ontwikkelde triage-instrument. Met de benadering van het RSTZ wordt een paradigmashift gerealiseerd ten aanzien van escalerende strijdproblematiek, omdat de focus van de begeleiding zich verlegt van het probleem,- met oordelen over wat ouders niet zouden moeten doen, naar de oplossing; waarbij het gaat om de interactie, gezonde processen, het versterken van veerkracht, flexibiliteit en het opbouwen van vertrouwen in zichzelf en elkaar. Hierbij is aandacht voor de stress en pijn die ouders ervaren en die hen vaak het zicht belemmert op hoe het anders kan. Deze verandering in houding en aanpak lijkt gezien de onderbouwing in de literatuur onderdeel van een landelijke tendens, die in het RSTZ concreet wordt gemaakt. Uit de resultaten van dit onderzoek blijkt dat het RSTZ het lukt om conflicten minder hoog op te laten lopen. Dit geeft in het algemeen hoop dat een andere benadering langdurige conflicten en complexe scheidingen kan verminderen.
DOCUMENT
In het ZonMW-project ‘Samenwerken aan preventie en normalisatie rond het jonge kind’ zijn ouders, professionals en onderzoekers in leergemeenschappen samen aan de slag gegaan in drie Zwolse wijken. Dit onderzoeksrapport presenteert de resultaten van het samen onderzoeken wat voor ouders bijdraagt aan het versterken van het gewone leven. In elke wijk hebben ouders, professionals en onderzoekers samengewerkt in een leergemeenschap aan het ontwikkelen van een laagdrempelig ontmoetingsnetwerk. De professionals waren afkomstig uit het Sociaal wijkteam, Travers Welzijn en GGD. De onderzoekers waren afkomstig uit verschillende lectoraten van Viaa. De ouders werden gevraagd aan te sluiten door bemiddeling van de Participatieraad Zwolle. De hoofdvraag van het onderzoek is: Hoe kan voor ouders met jonge kinderen het gewone leven versterkt worden zodat kinderen zich positief ontwikkelen? Deelvragen: 1. Hoe kan hiervoor de samenwerking tussen ouders onderling en met alle relevante professionele partijen verbeteren? 2. Welke gedeelde (pedagogische) visie is daarvoor nodig en welke rol van professionals past daarbij? 3. Welke veelbelovende activiteiten kunnen uitgebouwd worden die voor ouders met jonge kinderen het gewone leven inderdaad versterken? De uitkomsten zijn gebaseerd op procesgericht onderzoek met behulp van Appreciative Inquiry en leergemeenschappen. Daarnaast is een theoretische verkenning gedaan ten ondersteuning van de gezamenlijk geformuleerde pedagogische visie. Ook is evaluatief onderzoek uitgevoerd met behulp van participerende observaties, vragenlijsten (internetenquêtes) en diepte-interviews. Het onderzoek is afgerond met een focusgroep.
DOCUMENT