Jongeren zijn de vergeten groep van de coronacrisis. Zij zitten in een fase waarin zij de wereld ontdekken, zich losmaken van hun opvoeders en een eigen identiteit ontwikkelen. Dat alles wordt gedwarsboomd door de coronacrisis. Hoe zijn jongerenwerkers voor ze opgekomen?
MULTIFILE
Rapport inzake sociale en multiculturele integratie in de Euregio Maas-Rijn (SMI-EMR) ten behoeve van de netwerkvorming van multiculturele organisaties in het kader van de immigratie en integratiepolitiek van de Europese Unie in het Nederlandse deel van de Euregio Maas-Rijn.
DOCUMENT
Het sociaal netwerk vormt een belangrijk thema doordat vanuit de Wmo verondersteld wordt dat de cliënt eerst de eigen kracht aanboort, alvorens er professionele hulp kan worden ingeschakeld. Dat betekent dat hij ook de kracht die het eigen sociaal netwerk bezit moet benutten. Het gaat bij kracht van het sociaal netwerk om steun die door familie, vrienden , kennissen en buren gegeven kunnen worden. Hierdoor kan de cliënt langer zelfstandig thuis blijven wonen en/of meer participeren in de samenleving. In de literatuur wordt wel onderscheid gemaakt tussen het persoonlijk – en het maatschappelijk steunsysteem van de cliënt. Bij het maatschappelijk steunsysteem gaat het dan met name over het benutten van algemene voorzieningen als vrijwilligers of lotgenotencontacten etc. In deze docentenhandreiking ligt de focus op het persoonlijk steunsysteem. De opzet van deze handreiking is dat je als docent tijdens je lessen voor een bepaald vak waar het onderwerp Sociale netwerken bij aan de orde komt, kan putten uit dit lesmateriaal. Daarbij kun je gericht zoeken vanuit de deelthema’s waar deze docentenhandreiking uit is opgebouwd. Ieder deelthema wordt kort ingeleid. Hierdoor krijgt de lezer een goede indruk van de belangrijkste items die bij ieder deelthema aan de orde zijn. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de literatuur en onderwijsmodules uit de Wmo-werkplaatsen, zodat jij en studenten zich verder in het thema kunnen verdiepen. Tot slot wordt bij ieder deelthema een aantal opdrachten geformuleerd die je als docent kan gebruiken als opdrachten tijdens de lessen.
DOCUMENT
Meer dan 10% van de studenten geneeskunde, social work en verpleegkunde heeft ervaring met een chronische lichamelijke ziekte of psychisch lijden. Hoe kunnen we de kennis uit deze ervaringen gebruiken in ons onderwijs? Dat is de ontwikkelvraag die centraal staat in dit project en die we in co-creatie met deze studenten willen beantwoorden.
Influenza A virussen veroorzaken virusinfecties bij mensen en dieren. Influenza is bij het grote publiek beter bekend onder de naam griep. Deze influenza infecties hebben een negatieve impact op zowel de economie, de volksgezondheid, diergezondheid, als het dierenwelzijn van met name commercieel gehouden varkens en kippen. Influenzavirussen zijn bovendien potentieel zoönotische virussen, waarbij kruisbesmettingen tussen diersoorten en mensen in verschillende richtingen kunnen optreden. Sinds de coronapandemie is er enerzijds groeiend besef in onze samenleving van deze zoönoserisico’s en de verbondenheid tussen de gezondheid van mens en dier, maar anderzijds ook een grote bezorgdheid bij varkenshouders over de consequenties van het delen van data over de aanwezigheid van potentieel zoönotische virussen binnen hun varkensbedrijf. Het huidige kabinet heeft onlangs de wens uitgesproken om de ‘algemene zoönosegeletterdheid’ te verhogen. Het doel van dit project is een interactieve moleculair epidemiologische diagnostiekmethode te ontwikkelen voor het opsporen van Influenza A virussen bij varkens. Met behulp van deze methode kan de aanwezigheid van varkensinfluenza op een bedrijf op een snelle en adequate manier inzichtelijk worden gemaakt, waardoor betere handelingsperspectieven ontstaan. Daarnaast wordt met de belangenbehartigers van de varkenshouderijen onderzocht hoe deze informatie op een vertrouwelijke manier beschikbaar gemaakt kan worden voor de infectieziektebestrijding in Nederland. Dit MOEDIG project geeft daarbij gehoor aan de oproep van het kabinet voor meer ‘zoönosegeletterdheid’ en beperkende maatregelen tegen de persistente circulatie van zoönotische virussen op commerciële veehouderijen. Het consortium van dit MOEDIG project, onder leiding van Avans Hogeschool, bestaat uit Royal GD, Provincie Noord-Brabant, GGD Hart van Brabant, Universiteit Utrecht, De Varkenspraktijk en de Producentenorganisatie Varkenshouderij hebben alle expertise en ambitie om dit project succesvol uit te voeren, waarbij we gebruik maken van een uitgebreid collectief netwerk.
Verpleegkundigen werken midden in een breed scala aan maatschappelijke en professionele debatten over onder meer zeggenschap, arbeidsmarktkrapte, functiedifferentiatie en persoonsgerichte zorg. Tegelijkertijd zijn verpleegkundigen de ideale woordvoerder, vertaler en vertolker van het verpleegkundige vak én belangenbehartiger voor waardevolle zorg. Dit vraagt om verpleegkundig opinieleiderschap, om het zorgbeleid en de publieke opinie te beïnvloeden. Doel Samen met verpleegkundigen uit de praktijk inhoud en vorm geven aan publiek opinieleiderschap binnen de verpleegkundige context en daarmee de publieke opinie, het beleid en de politiek beïnvloeden. Resultaten - Een actuele definitie van publiek opinieleiderschap in de context van de verpleegkundige praktijk. - Evaluatie van het programma opinieleiderschap voor verpleegkundigen. - Beschrijving van de impact van het leiderschapsprogramma op de overtuigingen, opvattingen en vaardigheden van deelnemers, met betrekking tot publiek opinieleiderschap binnen de verpleegkundige praktijk. Looptijd 01 september 2018 - 01 september 2023 Aanpak Met behulp van een actieonderzoeks-gerichte benadering wordt een leiderschapprogramma ontwikkeld, uitgevoerd en geëvalueerd. Met behulp van een conceptanalyse wordt een actuele definitie geformuleerd van publiek opinieleiderschap in de verpleegkundige context. Die definitie wordt getoetst aan de praktijk. Impact Meer inzicht in publiek opinieleiderschap kan als uitgangspunt dienen voor verder debat over betrokkenheid, zeggenschap en invloed van verpleegkundigen. Dat draagt bij aan de aantrekkelijkheid en verdere professionalisering van het beroep. Cofinanciering Beroepsorganisatie voor zorgprofessionals in Nederland, NU’91