Wat zijn belangrijke succesfactoren om onderzoek, onderwijs en ondernemen bij elkaar te brengen, zó dat 'het klikt'. De uitdaging voor de toekomst van bedrijven in de smart factoryligt bij data science: het omzetten van ruwe (sensor) data naar (zinnige) informatie en kennis, waarmee producten en diensten verbeterd kunnen worden. Tevens programma van het symposium t.g.l. inauguratie 3 december 2015
MULTIFILE
De groene leefomgeving is een rijke voedingsbodem waarop ook economische activiteiten kunnen gedijen. Dit besef lijkt steeds meer door te dringen, ook bij ondernemers uit de traditionele economische sectoren zoals de landbouw, handel en bouw. Door te investeren in natuur, genereren ondernemers niet alleen financiële baten voor zichzelf, maar leveren ze ook ‘natuurwinst’. In deze publicatie beschrijven we zes inspirerende voorbeelden van ondernemers die blijk geven van hun verantwoordelijkheid voor de Nederlandse natuur. Ze investeren in natuurbehoud en halen daar tegelijk economisch rendement uit. Wat zijn hun ervaringen met de combinatie natuur en ondernemen? Hoe passen ze natuur in hun bedrijfsvoering in? Uit al hun antwoorden blijkt steeds dat ondernemen om meer draait dan geld alleen. Het betreft: de hopteelt in Limburg, Kinderopvang in de natuur, natuur in de Rotterdamse haven (nieuw aangelegde duinen), varkens als natuurbeheerder (in Raalte wroeten enkele varkens op grondgebied van Natuurmonumenten), groene oase bij de stad.
MULTIFILE
Duurzaamheidskansen en –bedreigingen, richtlijnen voor bedrijfsvoering bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt antwoord meegegeven op de vraag naar de inhoud van maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen. In hoofdstuk 1 gaat het over visies op duurzaam ondernemen. Concreet wordt ingegaan op de inhoud en betekenis van begrippen als maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaam ondernemen en stakeholder theorie. In hoofdstuk 2 staan maatstaven van duurzaam ondernemen centraal. In dit soort maatstaven, zoals duurzaamheidsrapportagerichtlijnen, inkooprichtlijnen van de overheid, en screeninginstrumenten van duurzaamheidsrating en -research bureaus, wordt veelal uitgegaan van een impliciete definitie van maatschappelijk verantwoord of duurzaam ondernemen.Het tweede deel gaat over de macro- en stakeholdersomgeving van duurzaam ondernemen. De macro-omgeving komt aan de orde in hoofdstuk 3. Het gaat hierbij vooral om mondiale ontwikkelingen op sociaal, ecologisch en economisch gebied. Maar ook om de verbanden tussen deze gebieden. In hoofdstuk 4 staat de stakeholdersomgeving centraal. Een eigenschap van stakeholders is dat zij invloed kunnen uitoefenen op de duurzaamheidsprestaties van bedrijven. In dit hoofdstuk passeren een aantal stakeholders de revue en wordt uitgelegd op welke manier zij invloed kunnen uitoefenen op de duurzaamheidsprestaties van bedrijven.In het derde en laatste deel wordt aandacht wordt besteed aan de zogenoemde duurzaamheidsrisicobenadering. Deze benadering houdt in dat bedrijven een strategische visie bepalen ten aanzien van duurzaam ondernemen. Vervolgens wordt onderzocht welke elementen uit de macro- en stakeholdersomgeving van belang zijn. Deze elementen zijn medebepalend voor het duurzaamheidsrisico, dat de winstgevendheid en maatschappelijk acceptatie van bedrijven beïnvloedt, maar ook het commitment ten aanzien van duurzame ontwikkeling niet ongemoeid laat. Bedrijven moeten het duurzaamheidsrisico zo goed mogelijk beheersen en over de resultaten moeten ze effectief communiceren. Al deze onderwerpen komen aan de orde in hoofdstuk 5.Overigens zijn in dit boek geen verwerkingsopdrachten opgenomen. Die zijn te vinden op de site www.duurzaamondernemen.noordhoff.nl. Ook voor aanvullend casusmateriaal, artikelen en verwijzingen naar websites, wordt naar deze site verwezen.
LINK
In de context van groeiende personeelstekorten in de (wegen)bouw en ontoereikende nieuwe instroom vanuit de opleidingen vragen mkb-ondernemers zich af hoe zij voor de toekomst aan goed gekwalificeerd personeel kunnen komen. Ondernemers proberen creatief aan mensen te komen, die zij wellicht nog op kunnen leiden, zodat zij kunnen voldoen aan technologische veranderingen die er in de toekomst in de wegenbouw gaan komen. In combinatie met de motivatie om maatschappelijk verantwoord te ondernemen (MVO), heeft mkb-ondernemer Sallandse Wegenbouw in de regio Twente het eigen werkleerbedrijf ‘Dynamisch op Weg’ opgezet, dat zich richt op het voorbereiden van jongeren zonder startkwalificatie op een BBL-opleiding. Bij gebleken geschiktheid kunnen zij via InfraVak, een opleider voor de wegenbouw, de opleiding gaan volgen bij één van de aangesloten mkb-wegenbouwondernemers. Bij succesvolle afronding zijn zij verzekerd van een baan. Jongeren zonder startkwalificatie, zoals voortijdig schoolverlaters, hebben een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt als het gaat om werk en inkomen. Door het combineren van een voortraject met de bestaande BBL-opleiding voor deze jongeren wil de Sallandse Wegenbouw zijn vraag naar personeel en zijn MVO-doelstellingen verenigen. De jongeren worden gedurende het voortraject en hun opleiding bijgestaan door jobcoaches vanuit ‘de Kern’ een maatschappelijk dienstverlenende organisatie, die wil weten, hoe zij de beste begeleiding kunnen bieden. Het ROC van Twente draagt zorg voor overplaatsing van de uitgevallen jongeren. De lectoraten Arbeid & Gezondheid en Arbeidsdeskundigheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) zijn gevraagd te onderzoeken of dit totale samenwerkingsinitiatief ‘haalbaar’ is en wat het kan gaan opleveren. Met betrokken partners willen we onderzoeken in hoeverre deze samenwerking resultaten oplevert die voor de Kern, het ROC, de Sallandse Wegenbouw, Infravak, de HAN en de jongeren betekenisvol zijn. Daarvoor worden indicatoren vastgesteld voor proces- en uitkomstevaluatie en een eerste inzicht in het proces van samenwerken gegeven.
Groeningen, lectoraat, ondernemers, overheid, studenten, natuur, betekenisvol ondernemen, rechten, marketing, duurzaam, cooperatief, verbindenGroeningen: de natuurlijke achtertuin van de stad. Vanaf de Grote Markt, via Marumerlage, het Leekstermeer, Paterswoldsemeer en Zuidlaardermeer naar het Roegwold. Groeningen is de schakel tussen mens, ondernemerschap, cultuurhistorie en natuur. Groeningen heeft veel kansen voor betekenisvol ondernemen, gezond leven en geweldige belevenissen in de natuur wanneer onderwijs, overheid en ondernemers gaan samenwerken
Studenten inzetten bij maatschappelijke opgaven van de stad, het klinkt zo logisch en eenvoudig. Met die opdracht zijn we als City Deal Kennis Maken (CDKM) Breda, net als 19 andere steden in Nederland, sinds 2019 onderweg. Onderwijsinstellingen en gemeente Breda werken hiervoor nauw samen binnen CDKM, en zijn enthousiast begonnen en hebben actief kansen en energie opgezocht. Het kiezen van een groot sportevent in de stad als vliegwiel voor samenwerking heeft bijgedragen aan verbinding en onderlinge samenwerking. Daarnaast heeft de keuze voor een breed thema als Vitaliteit daaraan bijgedragen, net als het experiment Urban Living Lab Breda (ULLB). Hierin wordt gewerkt aan een nieuwe, duurzame, inclusieve, mensgerichte samenleving, waarin ieder individu zich betrokken voelt bij de maatschappij en bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Met de beperkte middelen die er waren is vanaf het begin ingezet op het verbinden van mensen en onderwijsinstellingen/organisaties, vanuit de gedachte dat de studentenaantallen dan vanzelf wel gaan groeien. En dat is waar gebleken en vooral zichtbaar geworden in dat experiment, ULLB. Daarom ook zetten Avans en gemeente Breda de komende jaren in op een doorontwikkeling van dat Lab, ULLB 2.0. De ervaringen die we hebben opgedaan, de koers die het ULLB vaart komt zo overeen met de CDKM-doelen, dat we alle middelen daarop willen inzetten. Dus ook deze subsidie. Waarbij we ons richten op het maken van een implementatieplan voor multidisciplinair en transdisciplinair samenwerken in én met de stad. Waarmee we in samenspraak en samenwerking met onze bestaande CDKM-partners in 2023 verder kunnen. Om zo onze stad, inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in cocreatie kunnen dienen met onze kennis en vaardigheden. En onze studenten, docenten en onderzoekers de kans te geven betekenisvol te kunnen leren en werken.