Recensie van: Kal,D., Post, R. & Scholtens, G. (2012). Meedoen gaat niet vanzelf: kwartiermaken in theorie en praktijk. Amsterdam: Tobi Vroegh.
There is a central dilemma embedded in the relationship between teachers and researchers. Teachers know the story of the classroom well, but they are seldom asked to tell their stories, nor do they usually have the opportunity. Researchers, on the other hand, are skilled at telling certain things about classrooms, but they often miss the central stories that are there. This divergence can lead to different opinions on what teaching is about and what is important within it. To bridge this gap, we describe an approach which puts the teacher and the student at the centre. With respect to emotional and behavioural problems of students, we underline the notion of student-teacher compatibility, deriving from theories emphasizing the transactional/reciprocal nature of human behaviour. One of the aims of the Lectorship and Knowledge Network Behavioural Problems in School Practice, is to identify at-risk-teachers (i.e. those most vulnerable to the presence of behaviourally challenging students and parents) so that interventions, both in initial teacher training as well as in inservice training can be applied to help them develop adequate attitudes and coping-skills. In clinical supervision, peer coaching or reflective practice, these teachers can be helped to consider in what way student and parental problem behaviour contribute to their loss of satisfaction, their feelings of self doubt, perceived disruption of the teaching process, and their frustration working with parents.
De theatervoorstelling Gevaarlijke Namen - Srebrenica 25 jaar roept veel emoties bij bezoekers op, zoals schaamte en boosheid over de Nederlandse rol in dezen. De bezoekers hebben behoefte om ‘iets te doen’, maar ze zijn handelingsverlegen. Dit onderzoek richt zich op het vervolg en handelingsalternatieven gekoppeld aan de voorstelling.
De theatervoorstelling Gevaarlijke Namen - Srebrenica 25 jaar roept veel emoties bij bezoekers op, zoals schaamte en boosheid over de Nederlandse rol in dezen. De bezoekers hebben behoefte om ‘iets te doen’, maar ze zijn handelingsverlegen. Dit onderzoek richt zich op het vervolg en handelingsalternatieven gekoppeld aan de voorstelling.Doel Het doel van dit onderzoek is het versterken en verbinden van de community van betrokkenen bij Srebrenica. Via dialoog en kennisontwikkeling over genocide wordt naar een passende vorm van doorwerking gezocht. Daarmee dragen we bij aan het verminderen van polarisatie en bevorderen van democratisering in de samenleving. Resultaten Ontwerpen van ‘tools’ ter bevordering van bewustwording over de mechanismen van genocide. Mogelijke vormen van resultaten: educatief materiaal en een tentoonstelling. Looptijd 25 oktober 2022 - 31 december 2024 Aanpak Een participatief actieonderzoek en Arts based Research met een expertgroep, bestaande uit leraren, leerlingen, veteranen, ervaringsdeskundigen, academici, politici en activisten. Impact voor het onderwijs Hoewel Srebrenica opgenomen is in de canon van de Nederlandse geschiedenis, worstelen veel sociale professionals, leraren en docenten met de vraag hoe zij Srebrenica een plek kunnen geven in het onderwijs. De voorstelling en thematiek krijgt bovendien relevantie door de actuele gebeurtenissen in Oekraïne. Ook in deze contexten komen vragen op als kijken we toe, grijpen we in en wat kan ik doen als burger? Cofinanciering Het onderzoek wordt medegefinancierd door Vfonds. Media Een stuk over de genocide in de Bosnische enclave Srebrenica. Met een unieke opzet: zij aan zij op het podium staan een ex-militair die aan de vredesmissie mee deed en een overlevende van de genocide.
Uitdagingen GGZ De uitdagingen in de GGZ zijn groot. Er zijn wachtlijsten en de uitval onder professionals als gevolg van stress en burn-out neemt toe. Daarnaast geven studenten aan dat zij onvoldoende zijn voorbereid op de praktijk, waardoor het werkveld extra wordt belast. Praktijkvraag Verpleegkundigen en dramatherapeuten (vanaf hier ‘zorgverleners’) werkzaam bij GGZ-instellingen STEVIG, VIGO en KARAKTER willen iets doen aan de werkdruk en tegelijkertijd optimale zorg voor hun cliënten blijven garanderen. Vanuit het principe van passende zorg zetten zij in op het meer rondom cliënten organiseren van zorg en slim gebruik van digitale oplossingen. Zij behandelen regelmatig cliënten met problemen rondom emotieregulatie met emotieregulatietherapie (ERT). Via ERT leren cliënten emoties zoals boosheid en agressie beter aanvoelen en onder controle houden. De zorgverleners geven aan dat ze hun cliënten vaker en zelfstandiger willen laten oefenen met ERT. Volgens hen kan een innovatieve toepassing – als verlengstuk van de behandeling met de zorgverlener – cliënten meer regie geven, het behandeleffect vergroten, de behandelduur verkorten en hun werkdruk verlagen. Innovatie Wij stellen een unieke VR-toepassing voor met realtime feedback, waarmee zorgverleners hun cliënten in staat kunnen stellen om vaker en zelfstandiger te oefenen met ERT. De effectiviteit van VR bij pijnregulatie, angststoornissen en depressie is aangetoond, maar vaak gaat het hierbij om oefenen in het bijzijn van een therapeut. Het bijzondere aan dit project is dat wij verkennen in hoeverre cliënten kunnen oefenen zónder directe aanwezigheid van hun zorgverlener. Bij dit project volgen we de principes van de CeHRES roadmap, een richtlijn voor eHealth ontwikkeling, implementatie en evaluatie. Zorgverleners leveren input, welke onze MKB-partner The Simulation Crew gebruikt om de VR-toepassing te bouwen. Vervolgens inventariseren we via een haalbaarheidsstudie in hoeverre deze gebruikt kan worden om cliënten daadwerkelijk zelfstandig te laten oefenen.