Branden in grote gebouwen worden ontworpen: de oorzaak van brand mag dan een incident zijn, het verloop is dat nooit. We gaan ervan uit dat brand ontstaat, het is haast niet te voorkomen. Dat mag je een incident noemen. Brandontwikkeling echter is altijd voorzienbaar en voorspelbaar. Vooral brandgevolgen in grote gebouwen zijn link, die hebben de potentie voor veel slachtoffers. Maar ook de schade telt: aan gebouwen, aan milieu en leed aan vee.
MULTIFILE
Aim To provide insight into the basic characteristics of decision making in the treatment of symptomatic severe aortic stenosis (SSAS) in Dutch heart centres with specific emphasis on the evaluation of frailty, cognition, nutritional status and physical functioning/functionality in (instrumental) activities of daily living [(I)ADL]. Methods A questionnaire was used that is based on the European and American guidelines for SSAS treatment. The survey was administered to physicians and non-physicians in Dutch heart centres involved in the decision-making pathway for SSAS treatment. Results All 16 Dutch heart centres participated. Before a patient case is discussed by the heart team, heart centres rarely request data from the referring hospital regarding patients’ functionality (n = 5), frailty scores (n = 0) and geriatric consultation (n = 1) as a standard procedure. Most heart centres ‘often to always’ do their own screening for frailty (n = 10), cognition/mood (n = 9), nutritional status (n = 10) and physical functioning/functionality in (I)ADL (n = 10). During heart team meetings data are ‘sometimes to regularly’ available regarding frailty (n = 5), cognition/mood (n = 11), nutritional status (n = 8) and physical functioning/functionality in (I)ADL (n = 10). After assessment in the outpatient clinic patient cases are re-discussed ‘sometimes to regularly’ in heart team meetings (n = 10). Conclusions Dutch heart centres make an effort to evaluate frailty, cognition, nutritional status and physical functioning/functionality in (I)ADL for decision making regarding SSAS treatment. However, these patient data are not routinely requested from the referring hospital and are not always available for heart team meetings. Incorporation of these important data in a structured manner early in the decision-making process may provide additional useful information for decision making in the heart team meeting.
LINK
Plastic products are currently been critically reviewed due to the growing awareness on the related problems, such as the “plastic soup”. EU has introduced a ban for a number of single-use consumer products and fossil-based polymers coming in force in 2021. The list of banned products are expected to be extended, for example for single-use, non-compostable plastics in horticulture and agriculture. Therefore, it is crucial to develop sustainable, biodegradable alternatives. A significant amount of research has been performed on biobased polymers. However, plastics are made from a polymer mixed with other materials, additives, which are essential for the plastics production and performance. Development of biodegradable solutions for these additives is lacking, but is urgently needed. Biocarbon (Biochar), is a high-carbon, fine-grained residue that is produced through pyrolysis processes. This natural product is currently used to produce energy, but the recent research indicate that it has a great potential in enhancing biopolymer properties. The biocarbon-biopolymer composite could provide a much needed fully biodegradable solution. This would be especially interesting in agricultural and horticultural applications, since biocarbon has been found to be effective at retaining water and water-soluble nutrients and to increase micro-organism activity in soil. Biocarbon-biocomposite may also be used for other markets, where biodegradability is essential, including packaging and disposable consumer articles. The BioADD consortium consists of 9 industrial partners, a branch organization and 3 research partners. The partner companies form a complementary team, including biomass providers, pyrolysis technology manufacturers and companies producing products to the relevant markets of horticulture, agriculture and packaging. For each of the companies the successful result from the project will lead to concrete business opportunities. The support of Avans, University of Groningen and Eindhoven University of Technology is essential in developing the know-how and the first product development making the innovation possible.
Van “wereldkampioen drugs” tot “narcostaat”, een greep uit de recente betitelingen van ons land als het gaat om de drugshandel. Nederlandse criminelen behoren wat betreft de productie van synthetische drugs tot de mondiale top. Een narcostaat wordt vooral gekenmerkt door een bloeiende, parallelle (synthetische) drugseconomie gepaard gaande met corruptie, infiltratie van de gevestigde orde en straffeloosheid. Het heeft ver strekkende gevolgen, veel verder dan alleen de schade voor de eindgebruiker, met recente voorbeelden als de moorden op de advocaat, de broer en de adviseur van de kroongetuige in het strafproces rondom hoofdverdachte R. Taghi, een recordaantal drugsuithalers in de afgelopen maand in de Rotterdamse haven waarbij tonnen aan cocaïne werd gevonden met een straatwaarde van meer dan 300 miljoen euro. De zogeheten “Enschedese kwartetmoord” laat zien hoe ook de handel in hennep tot extreem gewelddadige escalaties in Nederland leidt. Naast dat er door hennepkwekerijen jaarlijks 200 miljoen euro illegaal aan energie wordt afgetapt, leidt dit jaarlijks minimaal tot 65 woningbranden. Met de ontwikkeling van zogeheten e-nose technologie, te vergelijken met een elektronische speurhond, is de afgelopen jaren door enkele samenwerkende projectpartners een oplossing ontwikkeld voor de detectie van gevaarlijke stoffen. In eerste verkenningen is aangetoond dat deze technologie, in potentie, ook ingezet kan worden voor het opsporen van drugslaboratoria en kwekerijen. Naast dat dit doorontwikkeling vergt van elektrochemische sensoren en applicatietechnologie, is er in de praktijk vraag naar onderzoek inzake juridische kaders, de ontwikkeling van handelingskaders en werkinstructies en ontwikkeling van training en opleiding voor de inbedding binnen relevantie publieke organisaties. Een consortium bestaande uit hogeschool Saxion, publieke organisaties (waaronder Politie, OM, NVWA en Veiligheidsregio Twente) en private partijen wil deze (door)ontwikkeling gezamenlijk oppakken. De nieuwe werkmethoden zullen niet alleen in het laboratorium, maar ook in de opsporingspraktijk worden getest en gevalideerd.
Dit voorstel is er op gericht in de regio Groningen en Drenthe voor voldoende geschoold personeel voor de nieuwe technologie en toepassingen rondom H2 te zorgen, maar dan zodanig dat optimaal wordt ingespeeld op het enorme en nog steeds groeiende regionale investeringsplan en gestoeld op bestaande sterkten, de H2 Train & Learn Hub. Daarom zijn de uitgangspunten ervan: - Dat onderwijs gekoppeld is aan een versterking van de regionale research- en testcapaciteit op het thema, de valorisatie ervan en de ontwikkeling van startups, dit alles tezamen gebundeld in een regionale campus, Hydrogen Valley Campus Europe (HVCE). - Dat de onderwijsactiviteiten geïntegreerd worden via doorlopende leerlijnen mbo – hbo – wo – post-initieel. - Dat het onderwijs waar mogelijk interdisciplinair wordt opgebouwd. - Dat op alle niveaus intensieve samenwerking wordt opgezet tussen het onderwijs en het regionale bedrijfsleven. - Dat er serieuze aandacht komt voor het marketen en ‘branden’ van de nieuwe onderwijsvormen. - Dat er naast het reguliere onderwijs ook aandacht is voor de omscholing van ‘aardgaswerknemers’ naar ‘waterstofwerknemers’. Het voorstel is geïntegreerd met en versterkt en verbreedt met een lopend onderwijsproject Waterstof Werkt!, zodanig dat nu een voldragen plan is ontstaan om het onderwijs in de regio rond het thema de vereiste krachtige impuls te geven. En daarmee de garantie van de regionale beschikbaarheid van enkele duizenden goed-geschoolde, additionele werknemers die klaar staan om de uitdagingen van de waterstofeconomie in de regio aan te gaan.