Hoe bereiden we studenten voor op een economie die niet alleen financiële waarde creëert, maar ook maatschappelijke en ecologische impact heeft? Het Centre for Economic Transformation van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) introduceert steward-ownership - een docentenhandleiding & teaching case.Steward-ownership scheidt economische rechten (winst) van stemrechten (besluitvorming), zodat een onderneming duurzaam kan blijven opereren zonder afhankelijk te zijn van kortetermijnwinsten voor aandeelhouders. Grote bedrijven zoals Patagonia kozen recentelijk voor dit model om hun maatschappelijke missie veilig te stellen. Maar wat betekent dit in de praktijk? En welke alternatieven bestaan er voor traditionele aandeelhouderschapsmodellen?In deze teaching case maken we studenten bewust van de rol die eigenaarschap van ondernemingen speelt in de transitie naar een eerlijke en duurzame economie. We bekijken de traditionele vorm van aandeelhouderschap en ontdekken hoe steward-ownership een alternatief biedt voor winstmaximalisatie voor enkelen ten koste van welzijn en welvaart van velen. Met behoud van ruimte voor ondernemerschap.Deze teaching case biedt een toegankelijke introductie in steward-ownership en is speciaal ontwikkeld voor studenten in het economische en maatschappelijke domein. Docenten kunnen direct aan de slag met:- Een docentenhandleiding met uitleg en lesdoelen.- Een geanimeerde infographic die het concept helder uitlegt.- Zes interactieve werkvormen, waaronder groepsdiscussies, rollenspellen en een pressure cooker.- Een hoofdtekst voor studenten, aangevuld met verdiepende hoofdstukken, afgestemd op hr, sociaal ondernemerschap en juridische vraagstukken.De case past bij uiteenlopende opleidingen in het economisch en maatschappelijk domein van HBO en WO vanaf derde jaar Bachelor t/m Masterniveau. De opgedane kennis is actueel en relevant voor studenten die gaan werken in het bedrijfsleven of zelf gaan ondernemen. Zij herkennen de voor- en nadelen van klassieke vormen van eigenaarschap. Ook zijn ze zich bewust van alternatieve mogelijkheden van eigenaarschap die naadloos aansluiten bij een nieuwe economie.Met deze les bereid je studenten voor op een toekomst in de nieuwe economie, en laat je ze ervaren hoe steward-ownership een deel van de oplossing kan zijn! Je kunt de case kosteloos downloaden en morgen inzetten in je les.
MULTIFILE
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
Combinatie van laagconjunctuur en vergrijzing dwingt organisaties om structurele, integrale en wellicht onorthodoxe maatregelen te gaan nemen op het gebied van de werkomgeving, waarbij met name het rendement verder moet worden verhoogd. Het aantal kenniswerkers neemt toe. Door de huidige trends en ontwikkelingen is er meer aandacht voor het rendement van de werkomgeving in relatie tot de performance van de organisatie en de medewerkers in de vorm van een zoektocht naar de eigen ideale werkomgeving. Scriptie masteropleiding Real Estate Management (University of Greenwich)
MULTIFILE
Mode heeft een cruciale functie in de samenleving: zij maakt diversiteit en inclusiviteit mogelijk en is een middel voor individuen om zich uit te drukken. Desalniettemin is mode ook een raadsel op het gebied van duurzaamheid, zowel aan de sociale als aan de milieukant. Er bestaan echter alternatieven voor de huidige praktijken in de mode. Dit project heeft tot doel de ontwikkeling van een van die initiatieven te ondersteunen. In samenwerking met twee Nederlandse MKB bedrijven in de mode-industrie, willen we een of meer business modellen co-designen voor het vermarkten van circulair ontworpen laser geprinte T-shirts. Door lasertechnologie te introduceren in plaats van traditionele inktopties, kunnen de T- shirts hun CO2 voetafdruk verder verkleinen en een verstandig alternatief zijn voor individuen, die op zoek zijn naar duurzame modekeuzes. Maar hoewel de technologische haalbaarheid vaststaat, vereist het vermarkten sterke, schaalbare, bedrijfsmodellen. Via een haalbaarheidsstudie willen we dergelijke businessmodellen ontwikkelen en de commercialisering van deze producten ondersteunen. Wij zijn van plan de reacties van de consument op een dergelijke innovatie te bestuderen, evenals de belemmeringen en stimulansen vanuit het oogpunt van de consument, en de inkoop-, toeleveringsketen- en financiële kwesties die kunnen voortvloeien uit de schaalbaarheid van een potentieel bedrijfsmodel. Om praktische relevantie voor de bredere industrie te verzekeren, streven we ernaar om de resultaten te presenteren op evenementen georganiseerd door een van de consortiumpartners (in 2023), als ook om een teaching case en een wetenschappelijk artikel te ontwikkelen op basis van de resultaten van het project.
De overgang naar een gasvrije gebouwde omgeving is een belangrijke doelstelling van de energietransitie. Daartoe wordt veel onderzoek gedaan naar het potentieel van lage-temperatuur verwarmingssystemen in bestaande woningen, zoals warmtepompen. Het zal echter nog even duren voordat alle bestaande CV-installaties zijn vervangen. Daarom blijven korte termijn besparingen door aanpassingen aan bestaande CV-installaties belangrijk, zoals door verlaging van de aanvoertemperatuur en waterzijdig inregelen. Veel verwarmingsinstallaties zijn namelijk overgedimensioneerd nadat veel woningen zijn nageïsoleerd. Echter kwantitatief inzicht in de daadwerkelijke besparingen die zonder comfortverlies te realiseren zijn ontbreekt nog. Ruwe schattingen variëren van 2 tot 7%. Daartoe zijn theoretische analyses niet voldoende en is empirisch onderzoek is noodzakelijk. Ook blijkt dat weinig woningeigenaren hiervan op de hoogte zijn en dat installateurs nog zelden deze diensten aanbieden of de klant hierop attenderen. Het energieadviesbureau Energiepaleis (MKB), TVVL (Kennisplatform installatietechniek), FedEC (beroepsvereniging energieadviseur) en MilieuCentraal (consumentenvoorlichting) hebben daarom de HvA gevraagd om onderzoek te doen ter onderbouwing van de kennisoverdracht naar de praktijk, de dienstverlening en verdienmodellen van installateurs en energie-adviseurs en ter versterking van de consumentenvoorlichting. Het laatste zal de vraag naar dienstverlening vergroten. De onderzoeksvragen zijn betrekking op: 1) kwantitatieve besparing; 2) comfortaspecten; 3) verdienmodellen voor dienstverlening; en 4) kennislacunes en hoe deze aan te pakken. Klankbordgroepen van installatiebedrijven en energie-adviseurs zullen betrokken worden bij uitvoering en resultaten van het onderzoek. TVVL en FedEC zullen haar kennis- en leerkanalen inzetten. Het KIEM onderzoek zal samenwerken met het lopende empirische onderzoek naar lage-temperatuur verwarmingssystemen. Dit onderzoek valt binnen het thema Energietransitie en Duurzaamheid: het betreft de ontsluiting van een significante energiebesparingsoptie; het versterkt de valorisatie van innovatie door het ondersteunen van nieuwe dienstverlening door de installatie- en adviessector; en tenslotte de beroepspraktijk en de consumentenorganisaties (de klanten) werken samen aan een gemeenschappelijke vraagstelling.
RE-ORGANISE - Sluiten van stedelijke kringlopen door decentrale verwerking van organisch bedrijfsafval. Steeds meer bedrijven zien mogelijkheden om in plaats van te betalen voor de afvoer van hun organisch afval, dit afval op te werken tot waardevolle grondstoffen of producten. Rondom commerciële stadslandbouw (vaak een combinatie van teelt en horeca) zijn er al bedrijven die hierin voorop lopen. Zij willen graag zoveel mogelijk lokaal materiaalkringlopen sluiten en vragen zich af hoe zij meer waarde kunnen geven aan hun organische reststromen door deze decentraal te verwerken. Daarnaast zijn er bedrijven die voor verwerking van organisch afval installaties leveren. Zij zien in decentrale verwerking een nieuwe markt en vragen zich af hoe hun technologische oplossingen geschikt gemaakt kunnen worden en welke businessmodellen hierbij mogelijk zijn. De combinatie van deze kennisvragen leidt tot de centrale onderzoeksvraag: ?Hoe kunnen organische reststromen decentraal worden verwerkt en benut door de inzet van nieuwe technische en organisatorische oplossingen, om daarmee meer economische en ecologische waarde te creëren?? In het onderzoeksproject ?RE-ORGANISE? doet de Hogeschool van Amsterdam, samen met CAH Vilentum, onderzoek aan de hand van case studies op drie verschillende stadslandbouwlocaties. In deze opkomende professionele bedrijfstak bevinden zich de koplopers in de transitie naar een circulaire economie die worden verbonden aan potentiële leveranciers van installaties voor de verwerking van organisch afval. Ondersteund door experts van onder meer Circle Economy, TU Delft, Wageningen UR en de Branchevereniging Organische Reststoffen wordt nieuwe kennis ontwikkeld om waardevolle decentrale verwerking mogelijk te maken. Het onderzoeksproject draagt bij aan: - kennis van de technische verwerkingsmogelijkheden van organisch afval en de betreffende randvoorwaarden, o.a. schaalgrootte, kwaliteit, continuïteit; - methoden voor het inzichtelijk maken van kwantiteit, kwaliteit en continuïteit van lokale organische reststromen; - kennis over het toesnijden van technische en organisatorische ontwerpen op decentrale verwerking; - inzicht in innovatieve én haalbare circulaire businessmodellen; - vorming van een kennisnetwerk rondom decentrale verwerking. RE-ORGANISE zal de volgende concrete resultaten opleveren: - een 'keuzekaart', waarmee bedrijven met organische reststromen kunnen bepalen welke verwerkingstechnieken wanneer rendabel zijn; - circulaire businessmodellen voor drie cases (Tuinen van West, Uit je eigen stad, Noordoogst); inclusief aanbevelingen voor implementatie en mogelijkheden voor repliceerbaarheid; - randvoorwaarden en aanbevelingen voor verdere doorontwikkeling van kleinschalige verwerkingsmethoden voor decentrale verwerking (technisch en organisatorisch).