With campuses opening up and stimulating interactions among different campus users more and more, we aim to identify the characteristics of successful meeting places (locations) on campus. These can help practitioners such as campus managers and directors to further optimize their campus to facilitate unplanned or serendipitous meetings between academic staff and companies. A survey on three Dutch campuses, including questions on both services and locations, was analyzed both spatially and statistically using principal component (PC) and regression analysis. Four PCs were found for services (Relax, Network, Proximity and Availability) and three PCs were found for locations (Aesthetics, Cleaned and Indoor Environment). Personal characteristics as explanatory variables were not significant or only had very small effect sizes, indicating that a campus’ design does not need to be tailored to certain user groups but can be effective for all. The pattern of successful locations is discussed, including the variables in each PC. These PCs provide a framework for practitioners who want to improve their campus’ design to further facilitate unplanned meetings, thus contributing to cooperation between campus users, hopefully leading to further innovation.
DOCUMENT
As campuses wish to stimulate interactions among different campus users, we aim to identify why some locations are successful in fostering unplanned meetings while others are not. This can help campus managers, directors, and other practitioners to optimize their campus to facilitate unplanned meetings between academic staff and companies. Findings of a previous survey were discussed in five focus groups, which were transcribed and thematically coded. Three separate theme groups were identified: function (food, drinks, events, work, facilities), space (distance, experience, accessibility, characteristics), and organization (coherence, culture, organization). Time was an overarching constraint, influencing all other themes. There were three natural moments for unplanned meetings: during short breaks, lunch breaks, and events. The outcomes suggest a 5-minute campus as the environment of interaction; a campus where natural moments, locations, and travel time for unplanned meetings are designed and aligned: (1) under 5 min walking for short workplace breaks, (2) approximately 5 min travel time for lunch breaks, and (3) over 5 min travel time for events, depending on the event length and anticipated knowledge gain.
DOCUMENT
The purpose of this paper is to discuss the insights gained by testing in a design studio a particular research-by-design strategy, focusing on the generation of innovative solutions for climate change adaptation. The strategy is based on the Design Thinking Process and has been applied in the climate adaptation design studio, which took place in 2022 at a Master of Architecture degree program in the Netherlands. The case study area was the Zernike university campus in Groningen, the Netherlands, which is situated in the verge between the city and the surrounding rural landscape, facing the urgent climate change challenges of the wider region, mainly floodings due to increased frequency of rainfalls and sea level rise. Furthermore, the area faces particular challenges, such as the increasing demand for serving additional needs, beyond the current educational and business related functions, such as (student) housing. Three indicative design research projects were selected to illustrate the tested research-by-design strategy, while systematic input has been collected from the participating students regarding the impact of this strategy on their design process. The results reveal that this strategy facilitates the iterative research-by-design process and hence offers a systematic approach to convert the threats of climate change into opportunities by unravelling the potentials of the study area, resulting in place-based, innovative and adaptive solutions.
DOCUMENT
Opgroeien doe je maar één keer is geschreven als praktische handleiding voor iedereen die wil starten met of werkt in een kindcentrum. Belangrijk kenmerk van een kindcentrum is dat onderwijs en opvang intensief samenwerken. Deze uitgave laat zien hoe die samenwerking vorm kan krijgen en biedt de basis voor een gezamenlijk pedagogisch ontwerp. Geen blauwdruk, maar wel ondersteuning en inspiratie. Met een checklist om te komen tot uw eigen pedagogisch kader.
DOCUMENT
De melkveehouderij draagt bij aan klimaatverandering via broeikasgassen, verarming biodiversiteit via uitstoot van ammoniak, en slechte waterkwaliteit door nitraat, fosfor en pesticiden. Broeikasgassen worden veroorzaakt door pens fermentatie, mestopslag en -aanwending en door veenoxidatie. De kwaliteit van oppervlaktewater, lucht en bodem staan zwaar onder druk. Daarom is de melkveehouderij genoodzaakt om een systeemtransitie aan te gaan en mee te bewegen richting een toekomstbestendige melkveehouderij, volgens de kaders van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en het Frysk Programma Landelijk Gebied (FPLG). De huidige bedrijfsvoering past niet bij doelen die gesteld zijn in het NPLG voor de toekomst.Fieldlabs worden ontworpen om kennis- en innovatiebehoeften te vervullen door samenwerkingsverbanden te creëren voor innovaties in een realistische experimentele omgeving, waarbij co-creatie centraal staat. In Friesland ontwerpen wij een fieldlab voor melkveehouderij op veen-, klei- en zandgrond, waarbij nog 15 melkveehouders betrokken zullen worden. Er wordt gezocht naar enthousiastelingen en voorlopers voor dit project. Tijdens dit project gaan wij verder uitzoeken of dit één overkoepelend fieldlab met de drie verschillende grondsoorten (klei, veen en zand) als sub-fieldlabs gaat worden, of drie losse, en of het gebied wordt uitgebreid naar Noord-Nederland (dus inclusief Groningen en Drenthe).Het ontwerpplan omvat inventarisatie, analyse en anticipatie op nichevorming en structurele veranderingen, met ontwerpen voor fieldlabs en functies, inclusief randvoorwaarden zoals financiering en evaluatie. In het kader van PPLG worden innovaties ondersteund via fieldlabs in verschillende transitiepaden, waaronder hightech open systemen, duurzame landbouw en versterking van de relatie tussen landbouw en maatschappij. Het transitiepad 'Natuur en landschap' richt zich op behoud en ontwikkeling van natuurlijke waarden. Door middel van deze transitiepaden en ondersteuning van PPLG wordt innovatie gestimuleerd en draagt men bij aan een toekomstbestendige landbouwsector.
DOCUMENT
Deze publicatie beschrijft de 4 jaar van het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken. Dit wordt gedaan aan de hand van de vijf onderzoekslijnen die zijn ontwikkeld, door telkens de focus van de onderzoekslijn toe te lichten, en te vertellen overde projecten die we hebben gedaan, de publicaties die daaruit zijn voortgekomen, en de studenten die erbij betrokken waren.De behandelde thema's zijn: de multiculinaire voedselomgeving, de eiwittransitie, voedselverspilling, voedsel en armoede, eetgedrag en omgeving van jongeren. Het lectoraat werdgefinancierd door de gemeente Almere, dus het lectoraat bestudeerde de voedselstrategie van de gemeente. En omdat er een duidelijke link met onderzoeks- en actielab Flevo Campus was, zijn de doelen en richting van Flevo Campus ook meegenomen.
DOCUMENT
Polymeren, waaronder plastics, kennen we allemaal uit ons dagelijks leven. Van de plastic draagtas tot computeronderdelen en kopjes. Allemaal worden deze polymeren vervaardigd uit aardolie en afgeleide producten. De producten zijn zeer nuttig en breed toepasbaar, mede door de gunstige eigenschappen zoals warmteweerbaarheid, stevigheid en waterdichtheid. Daarentegen kennen polymeren ook een keerzijde, zoals het niet of moeilijk afbreekbaar zijn in de natuurlijke omgeving en de nadelen van het gebruik van fossiele bronnen: hun eindigheid en de ongecontroleerde emissie van broeikasgassen die verband houdt met klimaatverandering. Dit is een zichtbaar probleem bij onder meer De Plasticsoep, waar geen of beperkte afbraak plaatsvindt van plastics in de oceaan. De zoektocht naar alternatieven is daarom volop aan de gang.
DOCUMENT
Publicatie naar aanleiding van de door Stadslab European Urban Design Laboratory georganiseerde Master Class met als thematiek het ontwerpen van een Innovative District voor de Poolse stad Lublin. De Master Class werd gevolgd door 8 internationale deelnemers en stond onder supervisie van Didier Rebois (Europan, Parijs), Marc Glaudemans (Fontys) en Juliette van der Meijden (Fontys)
DOCUMENT
Onderzoek in Arnhem leert dat de infiltratiecapaciteiten van doorlatende verharding en regenwatertuinen voldoende is om forse buien te verwerken maar verschillen in tijd en ruimte. Bij goed ontwerp, aanleg en beheer kunnen deze regenwatervoorzieningen een goede bijdrage leveren aan het vasthouden, bergen en afvoeren van regenwater in het stedelijk gebied.
LINK