Een ernstige psychische aandoening is niet alleen van invloed op de patiënt zelf, maar ook op zijn omgeving. De belasting voor direct betrokkenen is vaak groot waardoor ze zelf ook een verhoogd risico lopen om psychische problemen te krijgen. Omgekeerd heeft ook het gedrag van de familie invloed op de patiënt en het beloop van de klachten. Familie-interventies kunnen dit beloop op gunstige wijze beïnvloeden.
MULTIFILE
Bij patiënten met een chronische aandoening is zelfmanagement (het vermogen om gezondheidsproblemen te voorkomen, of als die toch optreden, om te gaan met de symptomen, behandeling en gevolgen daarvan) van groot belang.
LINK
Ouders van kinderen met een beperking of chronische aandoening krijgen vaak te maken met gevoelens van verlies, maar professionals hebben daar nog weinig oog voor. Ontwikkelingspsycholoog en onderzoeker Edith Raap pleit ervoor om in de begeleiding van gezinnen expliciet aandacht te hebben voor levend verlies. Zij onderzoekt de komende jaren wat levend verlies voor ouders inhoudt en hoe professionals ouders hierin kunnen steunen.
LINK
In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
DOCUMENT
Internationale literatuur laat zien dat mensen met een reumatische aandoening minder aan sport- en beweegactiviteiten doen. Het is niet duidelijk of dit ook geldt voor Nederlanders met een reumatische aandoening. In dit onderzoek is gekeken naar het sport- en beweeggedrag van mensen met een reumatische aandoening middels interview- en vragenlijstonderzoek. Het aantal respondenten dat heeft aangegeven aan de Nederlandse beweegrichtlijnen te voldoen (52,7%) is redelijk in lijn met onderzoeksresultaten van het Centraal Bureau voor de Statistiek waaruit blijkt dat 48,4% van de Nederlanders met een chronische aandoening aan de beweegrichtlijnen voldoet. Mensen met reuma sporten veelal als onderdeel van de revalidatie of bij een fitnesscentrum. De belangrijkste barrières voor mensen met reuma om georganiseerd te sporten in hun eigen regio hebben betrekking op de kennis en vaardigheden van sportbegeleiders, gebrek aan hulp bij het vinden van een geschikte sport- en/of beweegactiviteit en aanwezigheid van geschikte sport- en spelmaterialen.
LINK
Internationale literatuur laat zien dat mensen met een reumatische aandoening minder aan sport- en beweegactiviteiten doen. Het is niet duidelijk of dit ook geldt voor Nederlanders met een reumatische aandoening. In dit onderzoek is gekeken naar het sport- en beweeggedrag van mensen met een reumatische aandoening middels interview- en vragenlijstonderzoek. Het aantal respondenten dat heeft aangegeven aan de Nederlandse beweegrichtlijnen te voldoen (52,7%) is redelijk in lijn met onderzoeksresultaten van het Centraal Bureau voor de Statistiek waaruit blijkt dat 48,4% van de Nederlanders met een chronische aandoening aan de beweegrichtlijnen voldoet. Mensen met reuma sporten veelal als onderdeel van de revalidatie of bij een fitnesscentrum. De belangrijkste barrières voor mensen met reuma om georganiseerd te sporten in hun eigen regio hebben betrekking op de kennis en vaardigheden van sportbegeleiders, gebrek aan hulp bij het vinden van een geschikte sport- en/of beweegactiviteit en aanwezigheid van geschikte sport- en spelmaterialen.
DOCUMENT
Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel of een chronische neurologische aandoening moeten vaak dagelijkse activiteiten opnieuw leren, zoals lopen of opstaan vanuit een stoel. Fysiotherapeuten spelen een belangrijke rol bij het (opnieuw) leren van deze activiteiten en andere vaardigheden. Voor hen ligt de uitdaging om therapie voor de patiënt zo effectief en efficiënt mogelijk vorm te geven. Hierbij kunnen fysiotherapeuten gebruikmaken van verschillende leerstrategieën, zoals expliciet en impliciet motorisch leren.
DOCUMENT
De helft van de patiënten met een chronische ziekte die de huisarts be-zoekt heeft meer dan één aandoening. Dat zijn jaarlijks meer dan tweemiljoen mensen in de Nederlandse huisartsenpraktijk, zo blijkt uit hetNivel-rapport ‘Goede zorg voor mensen met multimorbiditeit’ (2021)
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
IKan het stimuleren van bewegen ook eenzaamheid verminderen onder alleenstaande ouderen met één of meerdere beperkingen? In het project ‘Meer bewegen met behulp van technologie en elkaar’ is gezocht naar antwoord op deze vraag.
LINK