Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk zijn de ervaringen beschreven die Hogeschool INHolland opdeed met het stimuleren en faciliteren van ‘Visueel Leren’, het gebruik van digitale concept maps. Twee projecten met concept maps van de Digitale Universiteit (DU), een samenwerkingsverband tussen tien universiteiten en hogescholen, vormden de start.
DOCUMENT
Elke leerkracht krijgt dagelijks te maken met grote cognitieve, sociaal-culturele en taalverschillen in de groep, wat differentiatie nodig maakt. Maar het apart begeleiden van groepjes leerlingen staat op gespannen voet met sociale integratie. De laatste tijd groeit de aandacht voor inclusie: manieren om een groep bij elkaar te houden, met alle sociaal-emotionele voordelen van dien, en tegelijkertijd aandacht te besteden aan de verschillende onderwijsbehoeften. In dit artikel beschrijven we ons onderzoek naar een inclusieve aanpak tijdens natuur- en technieklessen in heterogene bovenbouwgroepen in het primair onderwijs.
DOCUMENT
Met dit project ‘Directions’ wordt beoogd om het visueel functioneren van mensen die leven met dementie, te optimaliseren. Allereerst door oogzorg op maat te kunnen aanbieden in de thuis omgeving. Slecht of slechter zicht wordt gezien als een risico factor voor progressie van dementie. Slechter zicht kan zorgen voor sociale isolement, vermindering van het uitvoeren van dagelijkste activiteiten als het verhogen van risico op vallen. Dit onderzoek heeft als eerste focus de mensen met de ziekte van Alzheimer.
Bewegen is essentieel voor alle kinderen, zowel kinderen die zich normaal ontwikkelen als voor kinderen met beperkingen. Kinderfysiotherapeuten ondersteunen kinderen met problemen in het bewegen met als doel participatie in dagelijkse beweegactiviteiten te verbeteren. Zij kunnen op dit moment het beweegniveau van kinderen (met en zonder beperking) niet goed meten.
Bewegen is essentieel voor alle kinderen, zowel kinderen die zich normaal ontwikkelen als voor kinderen met beperkingen. Kinderfysiotherapeuten ondersteunen kinderen met problemen in het bewegen met als doel participatie in dagelijkse beweegactiviteiten te verbeteren. Zij kunnen op dit moment het beweegniveau van kinderen (met en zonder beperking) niet goed meten.Doel Hoofddoel van dit onderzoek is het in staat stellen van kinderfysiotherapeuten (middels co-design) om bewegen van kinderen (met en zonder beperkingen) objectief te monitoren binnen de dagelijkse praktijk. Resultaten Een valide activiteitenmonitor voor kinderen met en zonder beperking. Een webapplicatie zodat informatie uit de activiteitenmonitor toegankelijk en praktisch bruikbaar is voor kinderfysiotherapeuten, kinderen en ouders. Overzicht van facilitators en barrières voor gebruik van activiteitenmonitoring binnen de kinderfysiotherapie. Praktische tools (zoals scholing en instructiemateriaal) om barrières voor gebruik te verhelpen. Looptijd 01 januari 2021 - 31 december 2022 Aanpak Binnen dit project werken we middels co-design met ontwerpers, onderzoekers en belangrijke stakeholders (zoals kinderfysiotherapeuten, kinderen, ouders) samen. We starten met kwalitatief onderzoek middels interviews en context mapping. Daarna ontwikkelen we de webapplicatie en praktische tools middels co-creatiesessies en designsprints, waarbij nauw wordt samengewerkt met diverse proeftuinen. Aan het einde voeren we een feasibilitystudie uit. Impact Bewegen is essentieel voor alle opgroeiende kinderen, zowel kinderen die zich normaal ontwikkelen als voor kinderen met een beperking. Bewegen heeft aantoonbaar positieve effecten op de gezondheid en de fysieke, psychosociale en cognitieve ontwikkeling. Objectieve monitoring (middels een activiteitenmonitor) van beweegactiviteiten is belangrijk. Subjectief monitoren, bijvoorbeeld via vragenlijsten, overschat de totale beweegactiviteiten en geeft de kinderfysiotherapeut geen betrouwbaar beeld. Vooralsnog is er voor kinderfysiotherapeuten geen objectief en makkelijk inzetbaar instrument beschikbaar om te monitoren hoeveel kinderen (met en zonder beperking) bewegen. Daarom is het niet mogelijk om kinderen en ouders betrouwbaar inzicht te geven in hoeveel kinderen bewegen, om daarop behandelingen af te stemmen en om interventies te evalueren. Dit project is gekoppeld aan de projecten Wat Beweegt Jou?! en Ontwikkelen van een activiteitenmonitor voor kinderen met een beperking.