Hoe kun je de impact van een ontwerpende aanpak op maatschappelijke opgaven versterken? Hoe kan een Programma Ontwerpende Aanpak daaraan bijdragen en wat is daarvoor nodig? Vanuit de ambitie van staatssecretaris Gunay Uslu om de inzet van ontwerp te versterken, is een pilot opgezet onder het penvoerderschap van CLICKNL om tot een meerjarig programmavoorstel te komen. Een team van ontwerpers en onderzoekers ging begin 2023 aan de slag met deze ontwerpopgave. Onze rol als onderzoekers is daarbij ook om te kijken naar wat er al is en scherper te krijgen wat we eigenlijk bedoelen als we het hebben over een ontwerpende aanpak in het kader van maatschappelijke opgaven. Maatschappelijke vraagstukken zijn complex en vaak gekoppeld aan grotere missies en transities op het gebied van o.a. klimaat, energie, landbouw en wonen. Het belang en de impact van deze transities reiken verder dan Nederland. Het zijn multinationale of zelfs mondiale vraagstukken. Wij nemen daarom een kijkje over de grens en gaan op zoek naar andere perspectieven op een ontwerpende aanpak. Hoe doen ze dat eigenlijk in andere landen? En wat kunnen we daarvan leren? Een eerste verkenning binnen ons netwerk leverde verrassende reacties op. In andere landen wordt vaak jaloers naar Nederland gekeken als het erom gaat hoe een ontwerpende aanpak en vooral ontwerpend onderzoek wordt gewaardeerd en gestimuleerd. Op onze beurt refereren wij in Nederland graag naar publicaties van de Design Council in Engeland en zijn we onder de indruk van het werk van het Danish Design Center. Is het gras dan echt altijd groener aan de overkant? Moeten we ons niet juist concentreren op hoe we elkaar aanvullen als het gaat om het samen aanpakken van maatschappelijke opgaven? We gingen in gesprek met een twaalftal onderzoekers, ontwerpers en andere changemakers die werkzaam zijn in Denemarken, Zweden, Engeland (UK) en voor de Europese Unie (EU). En we vroegen naar hun perspectieven op de waarde en rol van een ontwerpende aanpak ten aanzien van maatschappelijke opgaven. In dit stuk brengen we de gesprekken en reflecties samen om een beeld te schetsen van hoe het eraan toegaat in de landen die in onze ogen vooroplopen als het gaat om de toepassing van zo’n ontwerpende aanpak. Ter inspiratie.
MULTIFILE
Deze notitie bevat het verslag van het onderzoek naar de zogenoemde gespreksfase van de bezwaarschriftprocedure. Dat wil zeggen de fase waarin met de bezwaarmaker een (vervolg) gesprek wordt gevoerd naar aanleiding van het bezwaarschrift en waarin (verder) wordt gezocht naar een passende afdoening. De informele aanpak veronderstelt immers dat de bezwaarbehandelaar telefonisch contact zoekt met de bezwaarmaker, om na te gaan wat het probleem is en op welke wijze het bezwaarschrift behandeld zou kunnen worden. Soms volstaat het eerste telefoongesprek, soms volgt een nader gesprek met de bezwaarmaker en eventuele derden, soms wordt (daarnaast) een formele hoorzitting gehouden.
Voor een effectieve persoonsgerichte aanpak van mensen met complexe problemen en justitiecontacten is samenwerking tussen gemeenten, veiligheids- en zorgorganisaties noodzakelijk. In dit product vind je tips, tops, en wat er nodig is om deze persoonsgerichte aanpak van mensen met complexe problemen en justitiecontacten te verbeteren. In 2019 en 2020 hebben 17 gemeenten in regio Midden-Nederland elkaar samen met hun netwerkpartners geholpen met complexe cases. De intervisie over de gemeentegrenzen leverde herkenning en inspiratie op en faciliteerde het leren van elkaar. Uit sessies met gemeenten kwam het belang van kennis over de doelgroep, vroegsignalering en tijdig opschalen naar voren. Professionals zoeken actief naar maatwerkoplossingen. Lange wachtlijsten, personeelswisselingen en werken vanuit een vrijwillig kader zorgen voor uitdagingen. Samen met Bureau Regionale Veiligheidsstrategie Midden-Nederland begeleidde het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid deze intervisiesessies en analyseerde de rode draden die naar voren kwamen. Lees al de tips, tops & wat er nodig is via de verhalen van herkenbare personages. Deze kunnen pga-experts en netwerkpartners steunen bij hun werk met vergelijkbare ingewikkelde cases en helpt het vakmanschap verder te ontwikkelen. Ook vertellen deelnemers van de gemeente Woerden en Nieuwegein en de programmamanager Verbinding Veiligheid & Zorg van Bureau Regionale Veiligheidsstrategie in vlogs over hun intervisie-ervaringen.
MULTIFILE
De Wet passend onderwijs (2014) zou er voor moeten zorgen dat alle kinderen een goede onderwijsplek krijgen. Echter, voor leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS) die substantiële ondersteuning nodig hebben, is dat lastig te realiseren. Zij laten problemen zien in hun betrokkenheid bij de leertaak, wat gerelateerd is aan lage schoolprestaties en voortijdige uitval. Deze leerlingen hebben baat bij een goede gezamenlijke ondersteuning van leerkracht en jeugdprofessional. Echter, leerkrachten hebben weinig kennis en ervaring met ASS om de juiste ondersteuning te kunnen bieden. Jeugdhulpverleners, die op school ingezet worden, zijn onvoldoende op de hoogte van wat er vanuit het onderwijs moet gebeuren. Leerkrachten en jeugdhulpverleners kunnen elkaar versterken, maar er is nog te vaak sprake van figuurlijke afstand en gebrek aan verbondenheid. Professionalisering is nodig, gericht op het versterken van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in de klas en hun interprofessionele samenwerking. Hoe zo’n professionalisering eruit moet zien en hoe leerkrachten en jeugdhulpverleners elkaar kunnen versterken is nog onduidelijk. Er is behoefte aan good practices op dit terrein. Om dit complexe praktijkprobleem op te lossen, maken we gebruik van ontwerponderzoek. We richten ons op de vraag: Hoe draagt een professionaliseringstraject bij aan het versterken van het handelen in de klas en het interprofessioneel samenwerken van leerkrachten en jeugdhulpverleners, zodat zij een integrale aanpak kunnen vormgeven waarmee de betrokkenheid van leerlingen met ASS in de klas wordt vergroot? Daartoe ontwikkelen we een professionaliseringstraject, waarbij we voortbouwen op kennis uit onder andere het vooronderzoek ’T PASST WEL!. We voeren het traject uit en evalueren systematisch de genomen stappen. Het project levert een toepasbaar professionaliseringstraject met (e-)tools rondom good practices voor de (opleidings-)praktijk op. Deze producten bieden onderbouwde en overdraagbare oplossingen voor problemen waar leerkrachten en jeugdhulpverleners tegenaan lopen bij het integraal vormgeven van hun aanpak bij leerlingen met ASS.
Communicatieprofessionals geven aan dat organisaties geconfronteerd worden met een almaar complexere samenleving en daarmee het overzicht verloren hebben. Zo’n overzicht, een ‘360 graden blik’, is echter onontbeerlijk. Dit vooral, aldus diezelfde communicatieprofessionals, omdat dan eerder kan worden opgemerkt wanneer de legitimiteit van een organisatie ter discussie staat en zowel tijdiger als adequater gereageerd kan worden. Op dit moment is het echter nog zo dat een reactie pas op gang komt als zaken reeds in een gevorderd stadium verkeren. Onderstromen blijven onderbelicht, als ze niet al geheel onzichtbaar zijn. Een van de verklaringen hiervoor is de grote rol van sociale media in de publieke communicatie van dit moment. Die media produceren echter zoveel data dat communicatieprofessionals daartegenover machteloos staan. De enige oplossing is automatisering van de selectie en analyse van die data. Helaas is men er tot op heden nog niet in geslaagd een brug te slaan tussen het handwerk van de communicatieprofessional en de vele mogelijkheden van een datagedreven aanpak. Deze brug dan wel de vertaling van de huidige praktijk naar een hogere technisch niveau staat centraal in dit onderzoeksproject. Daarbij gaat het in het bijzonder om een vroegtijdige herkenning van potentiële issues, in het bijzonder met betrekking tot geruchtvorming en oproepen tot mobilisatie. Met discoursanalyse, AI en UX Design willen we interfaces ontwikkelen die zicht geven op die onderstromen. Daarbij worden transcripten van handmatig gecodeerde discoursanalytische datasets ingezet voor AI, in het bijzonder voor de clustering en classificatie van nieuwe data. Interactieve datavisualisaties maken die datasets vervolgens beter doorzoekbaar terwijl geautomatiseerde patroon-classificaties de communicatieprofessional in staat stellen sociale uitingen beter in te schatten. Aldus wordt richting gegeven aan handelingsperspectieven. Het onderzoek voorziet in de oplevering van een high fidelity ontwerp en een handleiding plus training waarmee analisten van newsrooms en communicatieprofessionals daadwerkelijk aan de slag kunnen gaan.
De Human Capital Agenda van GroenvermogenNL is de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving. Belangrijke voorwaarde voor de realisatie van deze ambities is de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan. Hiervoor moet nieuwe en noodzakelijke kennis snel beschikbaar komen in het reguliere onderwijs en voor de scholing en training van professionals die al werkzaam zijn. Eén van de werkstromen binnen de human capital agenda van GroenvermogenNL is de ontwikkeling en verduurzaming van learning communities rond waterstof. Learning communities zijn in transitieomgevingen een bruikbaar vehikel om derde-orde leren mogelijk te maken. In de energietransitie is zulk derde-orde leren of ook transformatief leren nodig. Dat vindt niet spontaan plaats maar vraagt om een gestructureerde manier van leren, waarin systematisch gewerkt wordt aan het conceptualiseren van complexe problemen, vraagarticulatie en het bedenken van oplossingsstrategieën. Een learning community kan dienen als innovatieruimte waarin kruisbestuiving plaatsvindt tussen verschillende types kennis en vaardigheden. Het project “Aanloopactiviteiten learning communities” is erop gericht om in de projectperiode (2022-2023) in grote lijnen twee met elkaar verweven hoofdactiviteiten uit te voeren, namelijk activiteiten die in de tweede fase zorgen voor daadwerkelijke opschaling én activiteiten die zorgen voor leren en kennisontwikkeling óver leren, werken en innoveren in learning communities. De projectperiode is een voorbereidingsjaar waarin in 6 regio’s gebouwd wordt aan een ecosysteem waarmee de HCA GroenvermogenNL gerealiseerd kan worden. Naast de regionale ontwikkeling zijn er 2 landelijke projecten, het onderhavige rond learning community-ontwikkeling en een project waarin gebouwd wordt aan een kennisplatform.