In dit krantenartikel pleit Bianca Harms in het kader van duurzame consumptie voor het boycotten van Black Friday.
DOCUMENT
Dit artikel gaat over de mogelijke introductie van micro-aardappelen, ofwel microtubers, op de Europese markt en de uitdagingen met betrekking tot alkaloïden. Aardappelen zijn wereldwijd essentieel voor voedselzekerheid, maar microtubers, kleine aardappelknollen, blijven relatief onbekend. Nederlandse producenten overwegen deze kleine knollen te gebruiken voor voedselproducten, maar de aanwezigheid van alkaloïden is een belangrijk aandachtspunt. Alkaloïden zijn natuurlijke stikstofhoudende verbindingen die in veel planten voorkomen, waaronder aardappelen (Solanum tuberosum L.). Sommige alkaloïden, zoals solanine en chaconine, kunnen schadelijk zijn bij inname in grote hoeveelheden, terwijl andere gunstige effecten kunnen hebben, zoals antioxidanten-eigenschappen. De regulering en etikettering van alkaloïden in voedsel variëren, wat de uitdagingen voor producenten benadrukt. Hoewel er interesse lijkt te zijn in microtubers in de Europese fine dining sector, zijn er momenteel weinig aanwijzingen voor een aanzienlijke markt voor consumptie van deze kleine aardappelen in Europa. In Oost-Aziatische landen worden microtubers voornamelijk gebruikt als pootgoed, wat de huidige beperkte kennis over het marktpotentieel in Europa benadrukt. Dit artikel benadrukt het belang van zorgvuldige teeltpraktijken en marktonderzoek voordat er grootschalige investeringen worden gedaan in de commerciële teelt van microtubers voor consumptie in Europa. De wetgeving met betrekking tot alkaloïden is momenteel nog niet concreet, en verder onderzoek is nodig om de gezondheidseffecten en mogelijke risico's beter te begrijpen. Samengevat, dit artikel biedt inzichten in de potentie van microtubers op de Europese markt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van alkaloïden en hun impact op gezondheid en voeding. Het stimuleert producenten en onderzoekers om de mogelijkheden van microtubers verder te verkennen en te benutten.
DOCUMENT
De verwachte groei van de wereldbevolking zal ook leiden tot een toename van de textielconsumptie. Deze overtreft de verwachte procentuele groei van de bevolking als gevolg van de tegelijkertijd stijgende consumptie per capita. De stijging van de consumptie van textiel tot het jaar 2050 zal tussen de 50 en 100 procent bedragen. Daarvan wordt 20 tot 30 procent veroorzaakt door de bevolkingsgroei, de rest volgt uit de groei van de welvaart. Artikel in Texpress, waarin ook de ontwikkeling van geregenereerde cellulose, SaXcell, door Saxion wordt beschreven.
MULTIFILE
Steeds meer mode- en textielontwerpers willen bijdragen aan de transitie naar een circulair mode- en textielsysteem, maar bezitten vaak niet de juiste kennis en/of hebben onvoldoende ervaring met maak- of ontwerpmethoden die gericht zijn op circulariteit. Daarnaast wordt er in de mode- en textielsector vaak uitgegaan van een beperkte definitie van circulariteit. Waar circulariteit in deze sector doorgaans gaat over de 9-R methodiek (reuse, repair, recycling, etc.), zetten we in dit project artistiek en ontwerpend onderzoek in om circulariteit vanuit een holistisch perspectief te benaderen met speciale aandacht voor de sociaal-culturele, esthetische en systemische facetten van circulariteit. Op vele plekken in de keten is er sprake van onzichtbaar arbeid, en er is steeds meer vraag naar een sterker begrip (transparantie) van het mode- en textielsysteem en de verschillende actoren daarbinnen. De intransparantie en onzichtbaarheid van diverse actoren in het mode- en textielsysteem staat de transitie naar een circulair modesysteem, met minder vervuilende maak-en consumptie praktijken, in de weg. In dit project werken ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en State of Fashion als geassocieerde BIS-instelling nauw samen met Avans Hogeschool en de Crafts Council Nederland. Gezamenlijk onderzoeken wij – door middel van artistiek en ontwerpend onderzoek – hoe het zichtbaar maken van “onzichtbaar arbeid” in het mode- en textielsysteem kan leiden tot nieuwe, circulaire maak- en ontwerppraktijken.
De energietransitie van fossiele naar duurzame energie krijgt brede maatschappelijk aandacht. Er zijn projecten voor het plaatsen van zonnepanelen en windturbines. Dit betreft zowel nationale projecten (zoals windparken op de Noordzee en de discussies over waterstof) als kleinere lokale projecten in huizen in woonwijken en bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen. Netcongestie is een recente ontwikkeling, wat betekent dat het elektriciteitsnet niet meer genoeg transportcapaciteit heeft om afspraken te kunnen maken voor nieuwe aansluitingen. Netcongestie beperkt de uitbreiding en vestiging van nieuwe bedrijven in sterke mate. De opschaling van de installatie van duurzame bronnen zoals zon- en windenergie wordt er door onmogelijk. Dit leidt tot een sterke vermindering van de toekomstige economische activiteiten en brengt het halen van duurzame-energiedoelstellingen in gevaar. Op korte termijn is volledig fysieke versterking van het net onmogelijk door gebrek aan mankracht en trage vergunningsprocedures. Een tussentijdse oplossing is het optimaal benutten van de netcapaciteit door de werkelijke vraag en aanbod te meten en beter op elkaar af te stemmen. In deze aanvraag stellen wij een onderzoeksaanpak voor om op lokaal bedrijventerreinenniveau deze sturing, vanuit een nauwe samenwerking tussen de netbeheerder, de parkorganisatie en de lokale (MKB) bedrijven op een bedrijvenpark, vorm te geven. Dit verkennend onderzoek begint met het in kaart te brengen van lokale (energie-)behoeftes en oplossingsmogelijkheden op laagspanningsniveau. Dit gebeurt door de informatie van slimme meters en de laagspanningstrafo’s momentaan uit te lezen en met AI de te verwachtte belasting te bepalen. Als bekend is wat de lokale regelmogelijkheden zijn, kan er met de bedrijven worden nagegaan hoe het huidige laagspanningsnet beter kan worden benut voorafgaand aan grote netverzwaring. Wij inventariseren hoe de opties en de voordelen voor de ondernemers op een begrijpelijke manier kunnen worden gepresenteerd, bijvoorbeeld met behulp van een dashboard.
Tropisch hardhout voor bouw en interieur veroorzaakt veel schade aan kwetsbare tropische bossen (ontbossing, nutriënten-onttrekking, onvervangbare schade aan biodiversiteit en dierenleven, onwenselijke werkomstandigheden lokale arbeiders). Bamboe lijkt een goed alternatief, maar wordt nog voornamelijk geïmporteerd uit Azië met een negatieve impact op de footprint van bamboeproducten. Europees geteelde bamboe zou, als een bruikbaar alternatief voor de Aziatische bamboe en tropische hardhoutsoorten, de negatieve footprint aanzienlijk kunnen beperken. Het Centre of Expertise Future Makers van ArtEZ hogeschool voor de kunsten onderzoekt samen met bamboeproducent Bamboologic en ontwerper Floor Beckering of de in Portugal geproduceerde bamboe voldoende kwaliteit kan krijgen op basis van het natuurlijke bindmateriaal lignine. Belangrijke partner hierbij is Stichting Hout Research (SHR) die veel kennis heeft op het gebied van Aziatische bamboe en zeer geïnteresseerd is om de kwaliteiten van Europees bamboehout te testen en mee te denken over interessante toepassingsgebieden. Masterstudenten van Future Makers vaste onderzoekspartner Wageningen Universiteit & Research zullen deelonderzoeken voor hun rekening nemen. Het project past binnen de ambities ‘Nederland Circulair in 2050’ en sluit aan op de transitieagenda’s van ‘Bouw’ en ‘Consumptiegoederen, vooral waar het gaat om duurzame houttoepassingen in bouw, interieurafwerking en meubels. De uitkomsten van het onderzoek zijn dan ook relevant voor de gehele bouw- en interieursector. Deze KIEM-aanvraag hoopt een eerste aanzet te zijn in vervolgonderzoek naar mogelijke productie en implementatie van bamboe en bamboeproducten.
Lectorate, part of HAS green academy
Lectorate, part of NHL Stenden Hogeschool
Lectorate, part of NHL Stenden Hogeschool