Social media zijn momenteel het gesprek van de dag. In slechts enkele jaren tijd hebben social media sites als YouTube, Facebook en LinkedIn een miljoenenpubliek aan zich gebonden. En het aantal consumenten en bedrijven dat gebruik maakt van deze online platformen groeit nog steeds sterk. Hoewel er dagelijks nieuwe cijfers verschijnen over het gebruik van social media is er vooralsnog weinig bekend over de adoptie van social media door bedrijven. Middels dit boek willen de onderzoekers van het lectoraat Online Ondernemen van de Hogeschool van Amsterdam een bijdrage leveren aan het opvullen van deze kennisleemte door het social media gebruik binnen de detailhandel in Nederland in kaart te brengen. Het boek bevat de resultaten van een onderzoek naar gebruik van de social media sites Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube, weblogs, Twitter en fora door (web)winkels en consumenten in Nederland. Welke social media sites worden veel en welke weinig gebruikt door (web)winkels en consumenten in Nederland? Wat zijn de kenmerken van de (web)winkels en consumenten die voorop lopen en achterblijven in het gebruik van social media platformen? In hoeverre zijn Nederlanders geïnteresseerd in het volgen van commerciële bedrijven via social media? Hoeveel volgers hebben (web)winkels op Hyves, Facebook, LinkedIn, YouTube en Twitter? Op deze en andere vragen over het gebruik van social media in de detailhandel in Nederland wordt in dit boek antwoord gegeven.
DOCUMENT
Het gaat slecht met de binnensteden, aldus veel krantenartikelen. Wie verder kijkt dan de winkel-functie, krijgt een ander beeld. Recent onderzoek van PBL onderstreept dat Nederlandse binnensteden het juist goed doen, maar dat er een ingrijpende transformatie plaatsvindt waarbij de winkel-functie afneemt en andere functies opkomen. Fontys Hogescholen wil onderzoeken hoe de ontwikkeling van binnensteden kan worden gestimuleerd met het concept van de ‘ondernemende binnenstad’. Conventionele samenwerkingsvormen zoals een stichting binnenstadsmanagement blijven vaak steken in overleg, focussen eenzijdig op detailhandel en gaan uit van een traditionele rol voor de overheid. Vernieuwende vormen van samenwerking betreffen ondernemersfondsen of Bedrijven Investeringszones. De gedachte is zo de slag van praten naar doen makkelijker te kunnen maken, beter in staat te zijn gezamenlijk te investeren in zaken die er daadwerkelijk toe doen. Een visionaire gedachte is de gehele binnenstad als een bedrijf te runnen, als ware het een ‘BV Binnenstad’. In het door Fontys Hogescholen en consortiumpartners beoogde onderzoek staat de vraag centraal welke meerwaarde een meer ondernemende op samenwerking van publieke en private stakeholders gerichte organisatie van de binnenstad oplevert, hoe een ‘BV Binnenstad’ eruit zou kunnen zien en welke eisen dan (moeten) worden gesteld aan binnenstadsmanagers en andere professionals die werkzaam zijn voor en in deze ‘BV Binnenstad’. Er is tot dusver veel onderzoek gedaan naar binnensteden, maar niet met als focus de rol van de professionals die uiteindelijk de gewenste impulsen en transformatie gaan organiseren. Het onderzoek voorziet daarmee in een duidelijke behoefte. Om de voortgang bij het ondernemender maken van binnensteden te kunnen volgen, wordt een hierop gerichte binnenstadsmonitor ontwikkeld. Met deze monitor is ook na het onderzoek blijvende aandacht gegarandeerd voor het werken aan een ondernemende binnenstad. Het onderzoek richt zich eerst op Brabant, als Nederland in het klein, met als doel daarna tot bredere kennisspreiding te komen.
Het gaat slecht met de binnensteden, aldus veel krantenartikelen. Wie verder kijkt dan de winkel-functie, krijgt een ander beeld. Recent onderzoek van PBL onderstreept dat Nederlandse binnensteden het juist goed doen, maar dat er een ingrijpende transformatie plaatsvindt waarbij de winkelfunctie afneemt en andere functies opkomen. Fontys Hogescholen wil onderzoeken hoe de ontwikkeling van binnensteden kan worden gestimuleerd met het concept van de ?ondernemende binnenstad?. Conventionele samenwerkingsvormen zoals een stichting binnenstadsmanagement blijven vaak steken in overleg, focussen eenzijdig op detailhandel en gaan uit van een traditionele rol voor de overheid. Vernieuwende vormen van samenwerking betreffen ondernemersfondsen of Bedrijven Investeringszones. De gedachte is zo de slag van praten naar doen makkelijker te kunnen maken, beter in staat te zijn gezamenlijk te investeren in zaken die er daadwerkelijk toe doen. Een visionaire gedachte is de gehele binnenstad als een bedrijf te runnen, als ware het een ?BV Binnenstad?. In het door Fontys Hogescholen en consortiumpartners beoogde onderzoek staat de vraag centraal welke meerwaarde een meer ondernemende op samenwerking van publieke en private stakeholders gerichte organisatie van de binnenstad oplevert, hoe een ?BV Binnenstad? eruit zou kunnen zien en welke eisen dan (moeten) worden gesteld aan binnenstadsmanagers en andere professionals die werkzaam zijn voor en in deze ?BV Binnenstad?. Er is tot dusver veel onderzoek gedaan naar binnensteden, maar niet met als focus de rol van de professionals die uiteindelijk de gewenste impulsen en transformatie gaan organiseren. Het onderzoek voorziet daarmee in een duidelijke behoefte. Om de voortgang bij het ondernemender maken van binnensteden te kunnen volgen, wordt een hierop gerichte binnenstadsmonitor ontwikkeld. Met deze monitor is ook na het onderzoek blijvende aandacht gegarandeerd voor het werken aan een ondernemende binnenstad. Het onderzoek richt zich eerst op Brabant, als Nederland in het klein, met als doel daarna tot bredere kennisspreiding te komen.
De uitdaging om Entree-studenten duurzaam werk te laten vinden én behouden is het centrale vraagstuk van dit PD-traject. Entreeopleidingen zijn praktijkgerichte mbo-niveau 1 opleidingen zonder instroomeisen, bedoeld voor jongeren en volwassenen vanaf 16 jaar zonder diploma van het voortgezet onderwijs. Zij volgen een éénjarige opleiding die voorbereidt op assistent functies in sectoren zoals logistiek, horeca, detailhandel en zorg. Hoewel zij een diploma behalen, bevinden Entree-studenten zich vaak in een kwetsbare arbeidsmarktpositie; ze vinden het minst vaak werk en ontvangen relatief vaak een uitkering. Dit belemmert hun economische zelfstandigheid en verkleint hun perspectief op een duurzame loopbaan. De Inspectie van het Onderwijs wijst op een ‘knip’ tussen onderwijs en arbeidsmarkt, en pleit voor een ketenaanpak waarin onderwijs, werkveld en gemeenten structureel samenwerken. Binnen dit PD-traject wordt in co-creatie ontworpen, beproefd en onderzocht hoe een innovatieve, doorlopende leer- en loopbaanlijn kan bijdragen aan betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt voor Entree-studenten. Bij mboRijnland zet het College Start-Up zich via het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Leven Lang Flex (CIV LLF) in voor duurzame arbeidsperspectieven voor Entree-studenten. In samenwerking met regionale bedrijven worden praktijkomgevingen gecreëerd waarin studenten werkervaring opdoen onder begeleiding van docenten en praktijkbegeleiders. De verwachte wet ‘Van school naar duurzaam werk’ (2026) versterkt deze ketenaanpak door nazorg tot een jaar na diplomering verplicht te stellen. Binnen dit PD-traject zal een doorlopende leer- en loopbaanlijn in co-creatie tussen onderwijs, werkveld, gemeenten en met studenten worden ontwikkeld. De focus ligt op begeleiding op maat, ondersteund met praktische tools en kennisdeling binnen een Community of Practice. Deze community brengt de betrokken partijen samen en ontwikkelt handelingskennis om als ‘grenswerkers’ te functioneren. Het einddoel is een stevige leer- en loopbaanroute die leidt tot grotere kansen op duurzaam werk, zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie voor Entree-studenten.