Hoe meten we sportparticipatie? Hoe kunnen we sportparticipatie kernachtig maar toch genuanceerd weergeven? Welke meetmethodes zijn er om sportparticipatie in kaart te brengen? In BMS Studie 48 ontwikkelen we de Vlaamse Sportparticipatie Index (VSI) die aangeeft hoeveel mensen in Vlaanderen aan sport doen, hoe frequent en hoeveel tijd zij hieraan spenderen. We berekenen (en voorzien een handleiding) over hoe we de VSI berekenen. Aanvullend bieden de diversiteitsindexen ook inzicht in welke mate bepaalde doelgroepen (vrouwen, 55-plussers, mensen met een lagere opleiding, mensen die leven in armoede, mensen met een migratieachtergrond) meer of minder sporten. Deze indexen kunnen berekend worden voor de algemene sportparticipatie in Vlaanderen of voor specifieke (groepen) van sporten, en dit voor verschillende jaargangen of zelfs landen/regio’s. Deze BMS Studie toont daarnaast ook aan dat surveys een belangrijk instrument blijven voor het in kaart brengen van sportparticipatie, en dat we niet blind mogen zijn voor innovatieve onderzoeksmethoden die complementaire inzichten kunnen verschaffen.
LINK
Werken met doelgroepen in de Sociaal Juridische Dienstverlening biedt een unieke mogelijkheid om de specifieke doelgroepen van de SJD’er te leren kennen en met hen te leren omgaan in de praktijk. De doelgroepen worden beschreven aan de hand van wetenschappelijke theorie en de student leert vaardigheden op het gebied van motiverende gespreksvoering om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op veelvoorkomende situaties in het SJD-werkveld. Aan de hand van casuïstiek worden de theorie en de vaardigheden op een levendige manier toegepast, op de wijze waarop de SJD’er deze in de werksituatie kan tegenkomen. De student wordt door middel van vragen gestimuleerd om na te denken over de stof en zich een SJD beroepshouding eigen te maken.
LINK
In dit rapport, Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen, staan bewoners centraal die moeite hebben met zelfstandig wonen in een reguliere woning. Ze worden als ‘bijzondere groepen’ aangeduid, in het bijzonder gaat het om daklozen, verslaafden, ex-gedetineerden, psychiatrische patiënten, mensen met een verstandelijke handicap, mishandelde vrouwen, en de beruchte, wat diffuse categorie van ‘de zorgmijders’. Er is een omvangrijk institutioneel circuit die deze groepen helpt met ‘wonen’. In dit institutionele circuit spelen woningcorporaties een belangrijke rol, maar ook zorginstellingen (GGZ, verslavingszorg), reclassering, en instellingen op het terrein van de maatschappelijke opvang (zorg voor daklozen, vrouwenopvang). Genoemde instanties geven de verschillende groepen vormen van ‘woonondersteuning’ of ‘woontoezicht’ in milde en meer straffe varianten. Leidende vraag in Nieuwe woonvormen voor bijzondere doelgroepen is: wat is er te verbeteren op het punt van leren wonen en het geven van maatschappelijke kansen aan deze groepen? Is sociale stijging in hun geval mogelijk? Kunnen ze uit een situatie van afhankelijkheid naar een meer onafhankelijke vorm van wonen groeien? Om die vraag te beantwoorden zijn zes projecten nader bekeken. Projecten die als vernieuwend te boek staan. Woningcorporaties hebben in het geval van (1) Flexibel Wonen, Rotterdam-Rijnmond (2) Nieuwe Energie, Leiden en (3) Begeleid Wonen, Hoogezand, aan de basis van deze nieuwe woonvormen gestaan; het gaat respectievelijk om (1) De Nieuwe Unie/Woonstad Rotterdam, Com- Wonen en PWS, (2) Portaal en (3) Lefier. Maar ook bij Yes, Amsterdam, is een woningcorporatie betrokken (Eigen Haard). In het geval van Omnizorg ligt het initiatief bij de gemeente, en ’t Groene Sticht is een burgerinitiatief.
DOCUMENT
Het boekje Kracht van Sport in de Wijk betreft een leesbare weergave van de lezingen die in het voorjaar van 2017 verzorgd zijn over dit thema door externe deskundigen. De onderwerpen van de lezingen zijn samen met vertegenwoordigers uit zowel zorg en welzijn als de sport gekozen. Het betreft de doelgroepen: 1) mensen met een beperking 2) kwetsbare jongeren 3) migranten en vluchtelingen 4) mensen met psychische problemen 5) senioren en ouderen.
DOCUMENT
Het project Wijk en Participatie – destijds Wijk en Psychiatrie genaamd- (WeP) startte in het voorjaar van 2005. De doelstelling van het project was het bevorderen van deelname van mensen met een psychiatrische achtergrond, inmiddels een bredere groep mensen in kwetsbare posities, aan het maatschappelijke leven. WeP wil daarmee de eenzaamheid van mensen in kwetsbare posities, doorbreken dan wel tegengaan. Dit wil men bewerkstelligen door de deelname van deze groep aan activiteiten in de wijk en in het wijkcentrum of wijkvoorzieningen te bevorderen. WeP werd naar verschillende wijken en doelgroepen getransformeerd en er ontvouwde zich een methode die ook als zodanig werd opgenomen in de databank Effectieve Sociale Interventies van Movisie. De invoering van de Wmo vraagt van professionals en professionele zorg- en welzijnsorganisatie een andere manier van werken. De praktijk is zich mede onder druk van nieuwe wet en regelgeving en nieuw beleid continu aan het ontwikkelen. Volgens Kooiman, et al (red), (2015, p. 5) brengt deze tijd van transitie en transformatie per definitie veel verwarring met zich mee voor betrokkenen die werken en leren in een onzekere context waarin veel tegenstellingen spelen. Er zijn geen pasklare antwoorden en oplossingen voor de vragen die hierdoor ontstaan, maar deze moeten in co-creatie en al doende ontdekt worden. Dit vraagt burgerkracht, b) beroepskracht, c) organisatiekracht, d) ondernemerskracht en e) leerkracht. Op basis van ervaringen uit het verleden lijkt de werkwijze WeP in meer of mindere mate deze krachten te benutten. Hoe dit ten aanzien van de laatste ontwikkelingen gebeurt, namelijk de verbreding van de werkwijze naar ‘nieuwe’ doelgroepen, mensen met een (licht) verstandelijke beperking en ouderen, komt in dit onderzoek naar voren.
DOCUMENT
In Nederland wordt in de gehele voedselketen jaarlijks 2 miljard kilo voedsel verspild. De verspilling binnen huishoudens ligt op meer dan 33 kilo per persoon per jaar. We weten dat daadwerkelijke verspilling afhangt van verschillende factoren. Gezinnen met kinderen verspillen bijvoorbeeld relatief meer. Maar niet alle doelgroepen zijn goed in beeld. Dit rapport beschrijft hoe mensen met een Surinaamse achtergrond naar verspilling kijken, en welke manieren zij hebben om verspilling te verminderen. Het onderzoek richt zich specifiek op brood.
DOCUMENT
In Nederland wordt in de gehele voedselketen jaarlijks 2 miljard kilo voedsel verspild. De verspilling binnen huishoudens ligt op meer dan 33 kilo per persoon per jaar. We weten dat daadwerkelijke verspilling afhangt van verschillende factoren. Gezinnen met kinderen verspillen bijvoorbeeld relatief meer. Maar niet alle doelgroepen zijn goed in beeld. Dit rapport beschrijft hoe schoolgaande jongeren naar verspilling kijken, en welke manieren zij hebben om verspilling te verminderen.
DOCUMENT
Er worden competentieprofielen beschreven voor vier doelgroepen die betrokken zijn bij onderwijsinnovatie met gebruik van ICT: ontwikkelaars van digitale materialen, opleidingsmanagers, docenten en onderwijsexperts. Het doel is een overzicht te geven van relevante competenties voor deze doelgroepen zodat het huidige en toekomstige scholingsaanbod van de DU getoetst kan worden aan professionaliseringsbehoeften.
DOCUMENT
There is an increasing awareness that the landscape around cities can contribute significantly to the well-being of urban citizens. Various studies and experiences in the Netherlands and other countries show that the combination of agriculture with care and education has great potential. The number of care farms has increased from 75 in 1999 to 500 in 2005. In urban areas, a diversity of groups can benefit from care farms or other types of social services in the rural area. It concerns among others, people with mental problems, with (chronic) psychiatric demands, with addiction problems, elderly, children with behavior and/or psychological problems and long term unemployed. The city of Amsterdam recognizes the unique and valuable qualities of the rural area and its potential for the well-being of its citizens. In and around Amsterdam various organizations have initiated innovative projects that connect urban demands with agricultural entrepreneurs. A transition to a new kind of agriculture and landscape contributing to health and well-being of urban citizens is possible.
DOCUMENT
In samenwerking met het werkveld en Saxion is een hulpmiddel ontwikkeld die cliënten ondersteuning moet bieden bij het structureren van de dag. De dagstructuur is hiervoor gedigitaliseerd en zichtbaar gemaakt met behulp van een planbord. Deze presentatie biedt een overzicht van de onderzoeksactiviteiten die gedaan zijn binnen diverse pilots, met als doel het planbord te optimaliseren en te implementeren binnen het zorgproces.
MULTIFILE