𝗘𝗡𝗧𝗥𝗔𝗡𝗖𝗘 𝗢𝗡𝗗𝗘𝗥 𝗗𝗘 𝗟𝗢𝗘𝗣. In de podcastserie 'ENTRANCE onder de loep' duikt men in de wereld van innovatie rondom de energietransitie. Met inspirerende interviews en boeiende verhalen van de lectoren, experts en partners belichten we de impact van nieuwe ontwikkelingen en hun praktische toepassingen. In deze aflevering bespreekt men het onderzoek van lector duurzame gassen en brandstoffen Joan Teerling. Zijn onderzoek is gericht op het winnen van groene brandstoffen uit afvalstromen op de plek waar het afval ontstaat.
LINK
Dit boek geeft een antwoord op de vraag hoe sociale innovaties invulling kunnen geven aan de duurzaamheidstransitie cq. de zoektocht naar een natuurlijk sociaal contract. De relatie tussen burger, samenleving en overheid, en daarbij behorende rechten en plichten, is de kern van een sociaal contract en vormt de basis van onze moderne democratie. Maar de complexe uitdagingen van de 21ste eeuw vereisen een transitie richting een nieuw, Natuurlijk Sociaal Contract dat de relatie tussen de mens en zijn sociale en natuurlijke leefomgeving herstelt. Zonder deze omwenteling zal van structureel duurzame oplossingen weinig terechtkomen. Een Natuurlijk Sociaal Contract gaat over de inrichting en organisatie van een duurzame samenleving, maar dit vergt een noodzakelijke transitie: van onze huidige benadering waarin de individuele mens en economische groei centraal staan, naar een meer ecocentrisch en regeneratief model. Daarmee kunnen we onze samenleving en onze planeet gezond houden, ook voor toekomstige generaties. Dat vergt van elk individu, gezin, bedrijf of organisatie een transitie van ego-bewustzijn naar eco-bewustzijn. Elke sociale innovatie die de impact heeft van een doorbraak- of systeeminnovatie binnen de duurzaamheidstransitie, levert een belangrijke bijdrage aan dit natuurlijk sociaal contract.
DOCUMENT
Deze innovatieve business case richt zich op kostenberekeningen, projectvoorstellen en milieustudies gerelateerd aan op mycelium gebaseerde innovatie in het innovatielab van InHolland Alkmaar. De primaire focus ligt op het onderzoeken hoe de innovatie-inspanningen van het Mycelium-project in het innovatielab InHolland Alkmaar kunnen worden geoptimaliseerd, met specifieke aandacht voor het in kaart brengen van de bedrijfseconomische aspecten. Het doel is om de interesse van relevante partijen in de hele waardeketen te wekken. Het innovatielab erkent de interesse van de markt in myceliumtoepassingen, maar mist cruciale informatie over hoe myceliumpanelen bijdragen aan de materiaaltransitie, de bijbehorende kosten en externe productie-effecten. Lopende studentenprojecten leggen de nadruk op technische aspecten, waardoor er onzekerheid ontstaat over de marktvraag en de bruikbaarheid van het nieuwe isolatieproduct. Het innovatielab heeft tot doel de mogelijkheden van myceliumcomposiet sandwichpanelen voor de bouw aan te tonen. Het doel is om een proefopstelling op te zetten om de isolatiewaarde van mycelium composietpanelen voor wanden of vloeren te bepalen en te valideren. Onzekerheden over de bijdrage van myceliumpanelen aan de materiaaltransitie, de totale kosten en de externe productie-effecten vormen uitdagingen. Hoewel mycelium wordt beschouwd als een duurzame vervanging voor de huidige isolatiematerialen, moeten de potentiële kosten en risico's worden geëvalueerd. Het begrijpen van marktinteresse en schaalbaarheid is cruciaal voor het realiseren van mycelium als levensvatbaar bouwmateriaal. Twee studentengroepen hebben myceliumpanelen met verschillende substraten gekweekt en getest. Aanbevelingen zijn onder meer het produceren van de meest kosteneffectieve panelen (SWOL-HOOI-KIN-32,5 en VLA-SPAW) op basis van de beschikbaarheid van grondstoffen, productie-efficiëntie en schaalbaarheid. Een mogelijke oplossing voor het proces van het maken van myceliumpanelen is een machine ontwikkeld door Engineering-student Thomas Jongejans. Deze machine is veelbelovend voor de toekomst, maar gedetailleerde gegevens over kosten en productiecapaciteit zijn essentieel vóór implementatie. Tests op myceliumcomposietpanelen wijzen op een levensduur van 20-30 jaar, afhankelijk van de weersomstandigheden. Mycelium presenteert een potentiële doorbraak in duurzame bouwmaterialen. Er worden aanbevelingen gedaan voor specifieke paneelkeuzes, productiemethoden en verder onderzoek om de huidige onzekerheden aan te pakken. Omdat de markt voor mycelium relatief nieuw is, zijn het behalen van certificeringen en het garanderen van de productkwaliteit essentieel voor toekomstig succes in de bouwsector. Het innovatielab wil een deelnemer zijn in deze opkomende markt met milieuvriendelijke, kosteneffectieve myceliumcomposietpanelen.
DOCUMENT
Onze huidige voedselvoorziening wordt gekenmerkt door overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals antibiotica, genetische manipulatie, overdadig veel transport, water en andere grondstoffen worden gebruikt en productieprocessen gebaseerd op fossiele brandstoffen. Ook wordt veel landbouwgrond dusdanig uitgeput dat de kwaliteit van de grond en de diversiteit sterk achteruit gaan. Gezonde en duurzaam geproduceerde voeding zou voor iedereen bereikbaar moeten zijn. Bovendien is er veel leegstand in verschillende regio’s, deze leegstand kan door middel van aquacultuur systemen zeer waardevol worden benut. Dit is de aanleiding geweest om te zoeken naar alternatieve mogelijkheden voor duurzame productie van voedsel binnen de agrifoodsector. Geïntegreerde aquacultuur systemen worden verwacht goed toepasbaar te zijn voor duurzame voedingsproductie. Deze systemen verminderen de afhankelijkheid van de huidige voedselvoorziening van chemie, olie en gas. Bovendien stimuleert het de lokale en regionale economie en schept het duurzame werkgelegenheid. De doelstelling is het sluiten van de materiaalstroomketen, het voorkomen van afvalstoffen en het stimuleren van grondstof besparing. De aanpak van dit project is daarom gericht op de transitie naar circulaire materiaalstromen waarbij hoogwaardig hergebruik van de materialen mogelijk is op een manier waarbij waarde wordt toegevoegd. Hierbij worden mogelijkheden verkent in het kader van de biobased economy en nieuwe business- en verdienmodellen van dergelijke geïntegreerde aquaculturen. De onderzoeksvraag voor A2FISH is welke circulaire business- en verdienmodellen er realiseerbaar zijn voor kansrijke geïntegreerde aquacultuursystemen binnen de agrifoodsector. Om die onderzoeksvraag uiteindelijk te kunnen beantwoorden, zijn een aantal deelvragen geformuleerd: • Welke aquacultuursystemen zijn kansrijk toepasbaar binnen de agrifoodsector? • Aan welke technische en economische aspecten moet een aquacultuursysteem voldoen om te komen tot kansrijke business- en verdienmodellen? • Welke soorten planten kunnen worden met waardevolle inhoudsstoffen kunnen worden gekweekt met de aquacultuursystemen? • Welke soorten gangbaar industrieel visvoer kan worden gefabriceerd uit reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie en welke invloed heeft dit voer als bemesting op de waterkwaliteit? • Hoe ziet een vervolgtraject voor een geïntegreerd circulair aquacultuursysteem eruit en in hoeverre is dit anders dan voor gangbare alternatieven?
The textile and clothing sector belongs to the world’s biggest economic activities. Producing textiles is highly energy-, water- and chemical-intensive and consequently the textile industry has a strong impact on environment and is regarded as the second greatest polluter of clean water. The European textile industry has taken significant steps taken in developing sustainable manufacturing processes and materials for example in water treatment and the development of biobased and recycled fibres. However, the large amount of harmful and toxic chemicals necessary, especially the synthetic colourants, i.e. the pigments and dyes used to colour the textile fibres and fabrics remains a serious concern. The limited range of alternative natural colourants that is available often fail the desired intensity and light stability and also are not provided at the affordable cost . The industrial partners and the branch organisations Modint and Contactgroep Textiel are actively searching for sustainable alternatives and have approached Avans to assist in the development of the colourants which led to the project Beauti-Fully Biobased Fibres project proposal. The objective of the Beauti-Fully Biobased Fibres project is to develop sustainable, renewable colourants with improved light fastness and colour intensity for colouration of (biobased) man-made textile fibres Avans University of Applied Science, Zuyd University of Applied Sciences, Wageningen University & Research, Maastricht University and representatives from the textile industry will actively collaborate in the project. Specific approaches have been identified which build on knowledge developed by the knowledge partners in earlier projects. These will now be used for designing sustainable, renewable colourants with the improved quality aspects of light fastness and intensity as required in the textile industry. The selected approaches include refining natural extracts, encapsulation and novel chemical modification of nano-particle surfaces with chromophores.
In de klimaattop COP28 in Dubai is een akkoord gesloten over de afbouw van fossiele brandstoffen en grondstoffen. Dit benadrukt de noodzaak voor het overstappen naar duurzamere materialen en grondstoffen. Om dit te versnellen en kaders te stellen aan wat kan en mag is de EU-Green Deal opgesteld. Hierin komen allerlei zaken aan bod, waaronder de duurzaamheid van materialen. Eén van de belangrijke pijlers binnen de Green Deal is biodegradatie. Materialen van de toekomst moeten biodegradatie vertonen om ophoping in het milieu te voorkomen. De industrie heeft een leidende functie binnen deze overstap naar duurzame materialen, zo ook de verfindustrie. Eigenschappen van verf worden veelal door drie factoren bepaald: bindmiddel, pigment en vulstoffen. In dit BioBinder project bundelen Wydo NBD en Koninklijke van Wijhe Verf de krachten met het lectoraat Biorefinery van de Hanzehogeschool Groningen om een biodegradeerbaar alternatief te zoeken voor bindmiddelen die in verf gebruikt worden. Deze bindmiddelen zijn nu veelal gebaseerd op grondstoffen gewonnen vanuit aardolie, zoals styreen en vinylacetaat. Het innovatieve idee in dit project is het gebruik van polyhydroxyalkanoaten (PHA’s) als bindmiddel in verf en coatings. PHA’s zijn biogebaseerd èn biodegradeerbare polyesters die door micro-organismen geproduceerd worden als bron van reserve-energie. Er zijn zo’n 150 verschillende bouwstenen bekend waaruit deze biopolymeren opgebouwd kunnen worden, waaronder bouwstenen die onverzadigde groepen in de zij-keten bevatten. Binnen BioBinder wordt onderzocht of PHA’s middels fermentatietechnologie geproduceerd kunnen worden met voldoende gehalte aan deze functionele bouwstenen. En of deze ingebouwde functionaliteit vervolgens (chemische) modificatie en derivatisering mogelijk maakt, zoals (oxidatieve) vernetting. Zo’n netwerk van gekoppelde polymeerketens na vernetting is van belang voor het vormen van een stevige en duurzame verflaag. De opgedane kennis van dit project kan leiden tot een strategie om PHA-gebaseerde binders te ontwikkelen en te produceren die de gewenste verfbinder-eigenschappen bezitten voor biogebaseerde biodegradeerbare verven.