𝗘𝗡𝗧𝗥𝗔𝗡𝗖𝗘 𝗢𝗡𝗗𝗘𝗥 𝗗𝗘 𝗟𝗢𝗘𝗣. In de podcastserie 'ENTRANCE onder de loep' duikt men in de wereld van innovatie rondom de energietransitie. Met inspirerende interviews en boeiende verhalen van de lectoren, experts en partners belichten we de impact van nieuwe ontwikkelingen en hun praktische toepassingen. In deze aflevering bespreekt men het onderzoek van lector duurzame gassen en brandstoffen Joan Teerling. Zijn onderzoek is gericht op het winnen van groene brandstoffen uit afvalstromen op de plek waar het afval ontstaat.
LINK
Uit het rapport: "De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar nieuwe concepten voor bouwlogistiek en bij negen proeftuinen in binnenstedelijk gebied is aangetoond dat hier forse winst is te behalen in termen van besparingen op logistieke kosten en bouwtijd, betere doorstroming, minder schadelijke uitstoot en minder hinder voor de omgeving. Zo bleek het mogelijk om het aantal binnenstedelijke ritten van en naar de bouwplaats met zo’n vijftig tot tachtig procent terug te brengen. Voor goede bouwlogistiek is afstemming en medewerking binnen de keten cruciaal. Alle spelers dienen tijdig betrokken te zijn. Bouwlogistiek bestaat uit allerlei maatregelen die effect hebben op het transport en op het bouwproces. Door te meten en te monitoren zijn de effecten van verschillende maatregelen in het onderzoek aangetoond en nieuwe inzichten en lessons learned opgedaan die worden meegenomen in volgende bouwprojecten. In totaal zijn negen proeftuinen begeleid, waarvan er bij drie uitgebreide gegevens zijn verzameld en ook besparingen aangetoond. Bij de andere proeftuinen zijn vooral kwalitatief lessons learned opgedaan. Bij het Voorzetgebouw/Paviljoen van VolkerWessels Bouwmaterieel is 50% ritten in de afbouwfase bespaard, bij het Noordgebouw van Dura Vermeer 65% in ritten in de afbouwfase en bij het Mariskwartier van Van Wijnen is 80% in ritten in de ruwbouwfase bespaard. Andere proeftuinen hebben laten zien dat het meten en monitoren van bouwlogistiek niet altijd eenvoudig is en het invoeren van bouwlogistiek zelf al lastig genoeg is. Vragen die opdoemen zijn: wie bepaalt of en zo ja welke maatregelen op de bouwplaats worden toegepast, de directie of de hoofduitvoerder en wie bepaalt hoe producten worden ingekocht, is dat op laagste prijs of wordt logistiek ook meegenomen. Allemaal vragen die van groot belang zijn voor een efficiënte logistiek van, op en naar de bouwplaats. Daarnaast leeft de vraag welke rol de gemeente gaat spelen; of zij bepaalde logistieke werkwijzen gaan verplichten bijvoorbeeld via aanbestedingen? Een andere belangrijke vraag is wie er opdraait voor de eventuele kosten van de bouwlogistieke maatregelen. Dit rapport geeft hier antwoord op. Verder komen de ontwikkelingen rond ketenregie, BIM en ICT aan bod. Ketenregie over alle vervoersstromen gekoppeld aan het bouwproces, en over alle partijen van producent tot op de bouwplaats, staat of valt met de juiste ondersteunende ICT-middelen. Daarin speelt de beoogde 4C Control Tower een cruciale rol in planning en besturing op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Er blijkt nog een flinke ontwikkelingsslag nodig om BIM geschikt te maken voor bouwlogistieke planning en besturing. Daarnaast is gekeken naar betrouwbare dataregistratie in het bouwlogistieke proces door een pilot waarin nieuwe technologieën gebaseerd op Internet of Things (IoT) een oplossing bieden. Eigenlijk is er geen enkele reden om niet nu al met bouwlogistiek te beginnen, al is het maar in het klein met eenvoudige maatregelen. Zorg dat tijdig in het proces alle partijen erbij betrokken worden, van architect tot vakkracht op de bouwplaats, zorg voor draagvlak in het hele team. Dan zijn de drie proeftuinen met de mooie besparingen straks geen uitzondering meer maar regel."
LINK
Podcastserie ENTRANCE onder de loep (in het kort):Marten van der Laan is sinds 2020 lector Systeemintegratie in de energietransitie; één van de leeropdrachten binnen het lectoraat Energietransitie. Binnen verschillende projecten wordt onderzoek gedaan naar de optimale inrichting van een duurzaam energiesysteem bestaande uit verschillende energiebronnen en -dragers (gassen, elektriciteit, warmte). Naast technische aspecten worden bij systeemintegratie ook economische, organisatorische, juridische, ruimtelijke en sociale aspecten meegenomen in de afweging.
LINK
Duurzame energie is een belangrijk thema binnen de Hanzehogeschool, maar ook in de regio Noord-Nederland. Alternatieve gassen zoals biogas en waterstof nemen daarbij een belangrijke plaats in. Veel aandacht gaat daarbij uit naar de energievoorziening op systeemniveau (als maatschappelijk vraagstuk) en naar concrete technologische oplossingen daarbinnen. Het is echter nog onduidelijk hoe vraag en aanbod van alternatieve gassen als waterstof aan elkaar gekoppeld moeten worden, hoe de infrastructuur eruit zal gaan zien en welke schaalgroottes daarbij passen. Dit roept binnen het regionale netwerk van bedrijven en binnen regionale overheden veel vragen op. Veel bedrijven zien kansen, maar zoeken naar de best passende plek binnen de energiewaardeketen. Informatie op dit gebied ontbreekt vaak of is gekleurd.Het voorgestelde onderzoek voorziet in deze leemte. Onderzocht zal worden welke biogas- en waterstofketens kansrijk zijn vanuit economisch en duurzaamheidsperspectief, gericht op de middellange termijn en de regio Noord-Nederland. De focus zal daarbij liggen op levelised cost of energy, energie-efficiëntie van de keten en CO2-reductie, waarbij de gehele energiewaardeketen van duurzame gassen beschouwd zal worden. Dit onderzoek past bij de lectoraten van de Hanzehogeschool rondom het thema Energie, en bij de lectoraten Energietransitie/Waterstoftoepassingen en Life Sciences & Renewable Energy in het bijzonder. Het is een logisch vervolg op eerdere onderzoeksprojecten van de kandidaat postdoc, die zich hebben gericht op ketenanalyses van het biogassysteem. Dit postdoc onderzoek sluit ook direct aan bij masteronderwijs dat aan de Hanzehogeschool gegeven wordt, waarbij studenten duurzame energieketens leren analyseren vanuit techno-economisch gezichtspunt, rekening houdend met duurzaamheidsaspecten. Het voorgestelde onderzoek draagt substantieel bij aan stevige verankering en continuïteit van het onderzoeksportfolio, dat op een natuurlijke en praktische manier verbonden is aan het onderwijs.
Het kabinet heeft 25 missies geformuleerd om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Deze missies richten zich op gezondere levensjaren, voldoende schoon water en veilig voedsel, minder uitstoot van broeikasgassen, betaalbare duurzame energie en een veilig Nederland om in te wonen en te werken. Ambitieuze doelen moeten ondernemers en onderzoekers uitdagen tot baanbrekende oplossingen en bijdragen aan de concurrentiekracht van Nederland. Voor een klimaatbestendig, waterrobuust, duurzaam, gezond en veilig Nederland zijn zowel grote als kleine oplossingen nodig. De missies openen deuren voor nieuwe startups, mkb’ers, consortia van maatschappelijke organisaties en samenwerkingsverbanden met burgers. Het realiseren van deze missies vraagt ook om samenwerking over grenzen van topsectoren en landen heen. De Hogescholen voor Groen Onderwijs: Aeres, HAS, Inholland en Hogeschool Van Hall Larenstein werken samen in het Center of Expertise Groen om met voldoende focus en massa bijdragen te leveren aan maatschappelijke opgaven waarvoor de groene sectoren staan. Deze opgaven zijn vertaald naar meerjarige missies in de Kennis en Innovatie Agenda (KIA) voor het groene domein. Binnen de Missie Landbouw, Water en Voedsel wordt gewerkt aan noodzakelijke transities, die tevens een grote verwevenheid kennen met andere maatschappelijke sectoren. Samen met partners uit het groene domein alsook uit de publieke- en private sectoren, realiseert het CoE Groen een krachtige onderzoeksgroep die op maatschappelijk relevante thema’s nieuwe kennis ontwikkelt die daadwerkelijk van betekenis is. De onderzoeksgroep richt zich de eerstkomende jaren op 7 thema’s: (1) Veerkracht (resilience) van natuurlijke bronnen (2) Herontwerp (redesign) agrifood productiesystemen (3) Vitaliteit in stad en leefomgeving (4) Gezond voedsel met meerwaarde (5) Digitalisering en High tech (6) Nieuwe businessmodellen (7) Governance. Voor de SPRONG naar een krachtige onderzoeksgroep wordt ingezet op het vergroten van zichtbaarheid, het opleiden en verbinden van onderzoekslijnen, (regionale) netwerkontwikkeling, het verbeteren van kwaliteit van onderzoek en het realiseren van maatschappelijke impact.
Dit voorstel getiteld ?Circulaire Rundermest? staat een integrale aanpak voor ogen van de mestproblematiek in de melkveehouderij. Een consortium van MKB bedrijven wil samen met de Vilentum Hogeschool de eerste stappen zetten om bij te dragen aan een duurzame oplossing voor de Nederlandse mestproblematiek en toekomstige fosfaatschaarste. Het oplossen van het Nederlandse mestoverschot is cruciaal voor de overleving van de veehouderijsector in Nederland. In combinatie daarbij tevens de (toekomstige) schaarste aan fosfaat oplossen is een kans voor de Nederlandse landbouw. Gezien de ervaringen uit het verleden rondom de mestproblematiek wordt de aanpak gericht op marktconforme producten maken uit het mestoverschot, in plaats van de afvalbenadering, waarbij uitgegaan wordt van het circulaire gedachtegoed. Andere unieke aspecten in dit traject zijn i) de applicatie van een nieuwe high-tech scheidingstechnologie en ii) gebruikmaking van nieuwe combinaties van bestaande bioraffinage-technieken. Er wordt gestreefd naar het produceren van minimaal twee eindproducten: i) een anorganische fosfaat rijke fractie en ii) een organische fosfaatarme fractie. Deze fracties voldoen aan alle kwaliteitseisen om in de markt toegepast te worden als fosfor/fosfaatmeststof en bodemverbeteraar. Om dit te bereiken wordt door middel van praktijkgericht onderzoek antwoord gegeven op de onderzoeksvraag: ?Welke combinaties van bioraffinage-technieken zijn duurzaam en effectief voor het synthetiseren marktconforme fosfor/fosfaatconcentraten en organische stof producten uit rundermest?? Op basis van ervaringen uit de praktijk en opgedane kennis bij de betrokken lectoraten en de projectpartners wordt een conceptueel raffinage proces ontworpen. Dit proces wordt vervolgens in deelstappen experimenteel getoetst zowel bij de deelnemend MKB als bij de aangesloten hogescholen. Het optimale design wordt tenslotte in de praktijk getoetst door samenwerking van de aangesloten MKB projectpartners. Dit totaal wordt gecomplementeerd met economische en ecologische analyses ter vergelijking met bestaande systemen van de gemaakte keuzes. Relevante uitkomsten voor de sector over marktconforme producten en best presterende scheidingstechnieken worden onder andere via (vak)publicaties en een symposia verspreid.