This article will discuss the role of environmentalism in environmental education (EE) and education for sustainable development (ESD) in the context of ecopedagogy. Ecopedagogy calls for the remaking of capitalist practices and seeks to re-engage democracy to include multispecies interests in the face of our current global ecological crisis. In this article, the written reports by international business students on the documentary film If a Tree Falls about a radical environmental movement will be discussed. The aim of this article is to reflect upon the question of whether confrontational questions posed by radical environmentalism can move students to re-examine certain central assumptions within their own society and education. The analysis of students’ individual writing assignments after viewing the film is placed in the context of the discussion about the aims of education in relation to environmental advocacy. This case study seeks to provide an example of how environmental advocacy and the objective of pluralistic education can be combined as mutually supportive means of achieving both democratic learning and learning for environmental sustainability. https://doi.org/10.1177/0973408215569119 https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
The first part of this paper provides a series of conceptual critiques to illustrate how the recent move to inaugurate a “post-nature” world works to vindicate anthropocentric perspectives and a techno-managerial approach to the environmental crisis. We contend with this premise and suggest that troubling nature has profound implications for education. In the second part, we provide case studies from nature-based programs in The Netherlands and Canada to demonstrate how anthropocentric thinking can be reinscribed even as we work towards “sustainability”. Despite the tenacity of human hubris and the advent of the Anthropocene, we suggest these troubled times are also rich with emerging “post-anthropocentric” perspectives and practices. As such we offer “rewilding” as a means to think about education that moves beyond the romantic vestiges of “Nature” without lapsing into delusions of human exceptionalism. http://dx.doi.org/10.13135/2384-8677/2334 https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
In 2010 werden landelijke teams geformeerd van Pabo opleiders om kennisbases te ontwikkelen voor de verschillende leergebieden waaronder Wetenschap en Techniek (W&T). De opdracht was de kennis en vaardigheden te specificeren die verwacht worden van een vakbekwame leerkracht, dus een leerkracht die al een aantal jaren les geeft en inmiddels ruime ervaring heeft in het geven van W&T lessen. Deze kennisbasis zou gebruikt worden om richting te geven aan de professionele ontwikkeling van een leerkracht in het leergebied W&T. Elke Pabo zou zelf beslissen over welk deel van de kennisbasis bekend zou worden verondersteld bij toelating, welk deel in het Pabo curriculum opgenomen wordt, en welk deel gereserveerd wordt voor verdere professionele ontwikkeling na het doorlopen van de Pabo.Na indiening van de producten van de diverse kennisbasisteams werd besloten om toch kennisbases te ontwikkelen voor de startbekwame leerkracht in plaats van de vakbekwame leerkracht en deze dan als basis te nemen voor toetsing op de Pabo. Bovendien moest dit een kennisbasis zijn voor vakdidactiek terwijl onze expliciete opdracht juist was om alleen W&T kennis en vaardigheden op te nemen en juist niet vakdidactiek. Inmiddels zijn er de voorstellen van de Commissie Meijerink waarmee het Pabo beleid verder gaat. Omdat we vinden dat ons product, onze kennisbasis W&T voor de vakbekwame leerkracht een nuttig product is voor allen die betrokken zijn bij W&T lerarenopleiding, nascholing, en begeleiding, vroegen en verkregen we toestemming van de HBO raad om onze kennisbasis te publiceren op ECENT. In de opleiding van de vakbekwame W&T leerkracht zijn er drie fasen te onderscheiden: de vooropleiding voor toelating tot de Pabo, de Pabo, en professionele ontwikkeling tot vakbekwame leerkracht na de Pabo. Onze kennisbasis oogt omvangrijk, maar een fors deel van de door ons gespecificeerde kennis behoort tot de normale onderbouwstof van het voortgezet onderwijs. Veel Pabos bieden bijspijkerprogramma’s aan in de vorm van zelfstudiepakketten om de voorkennis op dit onderbouwniveau te brengen. Binnen het zeer beperkte aantal uren voor vakkennis en vakdidactiek op het gebied van Natuur en Techniek op de Pabo is het beter een kleiner deel goed te doen dan om te proberen een zo’n groot mogelijk deel van de kennisbasis aan de orde te laten komen. De extra kennis/vaardigheden van de vakbekwame leerkracht ten opzichte van de startbekwame leerkracht zal tot stand moeten komen via professionele ontwikkeling waaronder post-HBO nascholing en ervaring met W&T in de klas.
Dominante onderwijsbenaderingen zien de school als plaats waar je wordt voorbereid op later. Echter, de student leeft nu en in een complexe wereld waarin voorbereiding nooit af is. Wat betekent dat inzicht voor de docent-student-relatie?Doel Met dit onderzoek willen we bijdragen aan een verdere emancipatie van de leerling. Dit behelst dat we ruimte willen vergroten voor de existentiële vragen en ervaringen die de leerling bezig houden en de wijze waarop ze al op jonge leeftijd actief kunnen bijdragen aan de samenleving. Door dit te verbinden aan de rol van de leraar en praktijkervaringen van leraren leggen we de focus op de docent-student-relatie. Resultaten Koen verdedigt op 24 juni 2022 zijn proefschrift "Pedagogy of entanglement: a response to the complex societal challenges that permeate our lives" ("Pedagogiek van verstrengeling: een antwoord op de complexe maatschappelijke uitdagingen die ons leven doordringen…") aan de Universiteit Utrecht. Populaire samenvattingen van zijn proefschrift zijn te vinden onder deze links: populaire samenvatting Nederlands en populaire samenvatting Engels. De wetenschappelijke samenvattingen zijn eveneens te downloaden (zie hieronder). Een pdf of fysieke versie van het proefschrift zijn op te vragen bij Koen (k.r.wessels@uu.nl) Eerdere impressies van zijn onderzoek: Digitale HU-lezing juni 2020 en/of Podcast september 2020 rondom thema "Verstrengeling". Looptijd 01 maart 2018 - 28 februari 2022 Aanpak In de context van het onderzoek gaan we samen met docenten op zoek naar nieuwe manieren om leerlingen en de eigen rol als docent te zien. Hiertoe doet Koen biografische interviews en focusgroepen met een groep docentonderzoekers. Ook doet Koen literatuurstudie en bouwt hij voort op casuïstiek afkomstig uit zijn eigen projectmatige werk in het onderwijsveld verbonden aan De Bildung Academie.
De IEP Coalities (Instituut voor Ecologische Pedagogiek) werken aan duurzame verbeteringen in pedagogische praktijken vanuit een ecologische visie. Opvoeding en onderwijs maken deel uit van bredere sociale en ecologische verbanden. Door samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en het werkveld combineren we perspectieven, verrijken we inzichten en dragen we bij aan betekenisvolle praktijkverbeteringen.
Aanleiding Pedagogisch medewerkers in de kinderdagopvang nemen een actieve, stimulerende en ontwikkelingsgerichte rol in wanneer ze binnen zijn met de kinderen. Maar eenmaal buiten verandert dat in een meer passieve, toezichthoudende rol. Een mogelijke oplossing om het gebruik van de buitenruimte als pedagogische ruimte te verbeteren, is de inzet van 'groene experts'. Dit zijn mensen met een rijke ervaring op het vlak van natuur. Verder hebben zij ervaring met jonge kinderen als ouder of door (vrijwilligers)werk. Doelstelling Het project beoogt het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers in de buitenruimte te professionaliseren, door de inzet van getrainde vrijwilligers die als 'groene experts' de pedagogisch medewerkers ondersteunen. De samenwerking met 'groene experts' moet de veranderingen in denken en doen bij pedagogisch medewerkers in kaart brengen ten aanzien van risicovermijding en exploratiemogelijkheden voor kinderen in de buitenruimte. Het project wil bovendien de inzet van 'groene experts' optimaliseren door succeservaringen en knelpunten te identificeren en zo tot een goed werkend format voor kinderdagverblijven komen. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van dit project is een handboek voor kinderdagverblijven met daarin een model, praktijkverhalen en aanbevelingen. Verder levert het project voor de kinderdagverblijven kennis, inzicht en handelingsbekwaamheid op. Voor het lectoraat Natuur & Ontwikkeling Kind van Hogeschool Leiden en het Instituut voor Ecologische Pedagogiek van Hogeschool Utrecht biedt het project wetenschappelijke en beroepsmatige kennisontwikkeling. Er worden vier voorbeeldlocaties ingericht die worden beschreven in een vakpublicatie en zijn te bezoeken door professionals in de kinderdagopvang. Het traject levert minimaal één wetenschappelijke publicatie en/of presentatie op.