In deze publicatie gaat het veel en vaak om beweegzorg, uitgevoerd door beweegzorgprofessionals, als onderdeel van zowel het zorgaanbod als het beweegaanbod in de wijk. Met beweegzorg wordt de paramedische zorg bedoeld voor mensen die problemen ervaren in hun bewegend functioneren. Beweegzorg wordt uitgevoerd door beweegzorgprofessionals. Dit zijn fysiotherapeuten en/of oefentherapeuten Cesar/Mensendieck. Overal waar fysiotherapeut of fysiotherapiepraktijk staat wordt óók bedoeld oefentherapeut en oefentherapiepraktijk Zij vervullen een rol in het zorg- en beweegaanbod in de wijk. Het zorgaanbod is het geheel aan (eerstelijns) medische en paramedische zorg in de wijk. Het beweegaanbod bestaat uit alle sport- en beweegactiviteiten die in de wijk georganiseerd worden gericht op het welzijn van de burger. In de wijk worden zorg- en welzijnvoorzieningen meer en dichtbij de burger aangeboden. Het onderscheid tussen zorg en welzijn (ook: leefstijl en bewegen) vervaagt. Namelijk, verschillende branches bieden zorg en ondersteuning in de wijk aan. Er is sprake van branchevervaging. Leeswijzer: Dit is de eerste publicatie van MOVES, over de (gewenste) positionering van de fysiotherapeut in de wijk. Op basis van onderzoeksresultaten – literatuurstudie en veldwerk – wordt het net opgehaald van waar de fysiotherapeut staat: wat is het vertrekpunt, wat verandert er de komende jaren, welke uitdagingen zijn er in de wijk als het gaat om stakeholders, imago en samenwerking?
LINK
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
In dit boekje vindt u de oratie, zoals die ongeveer is uitgesproken bij de aanvaarding van het bijzonder hoogleraarschap ‘Grondslagen van het maatschappelijk werk’ aan de Universiteit voor Humanistiek. Daar heb ik twee hoofdstukken aan toegevoegd. In hoofdstuk 2 ‘Op zoek naar het maatschappelijk rendement’ verantwoord ik gebruikte getallen in de oratie en geef ik argumenten om te investeren in eerstelijns ondersteuning in het sociaal functioneren van mensen in een steeds complexere samenleving. In hoofdstuk 3 ‘Een aanzet tot een raamwerk voor een sociaal werk theorie als voorbeeldige praktijkdiscipline’ werk ik een inzicht in en uitzicht op een samenhangend kennis- en handelingsdomein sociaal werk uit. Sociaal werk is de omvattende term voor het brede kennis- en handelingsdomein waar sociale professionals van verschillend pluimage zich inzetten voor het sociaal functioneren. Binnen sociaal werk is maatschappelijk werk een kernberoep met een lange en indrukwekkende geschiedenis. Het raamwerk dat ik hier presenteer zal mijn werk aan de Universiteit voor Humanistiek en mijn samenwerking met collega’s in het hoger onderwijs en de praktijk inkaderen.
Hoewel cariës (gaatjes in het gebit) eenvoudig te voorkomen is heeft bijna de helft van alle vijfjarige kinderen cariës. Hiervan leidt naar schatting 10% aan ernstige cariës. Ernstige cariës op jonge leeftijd beperkt de algemene gezondheid, de kwaliteit van leven en belemmert de algemene ontwikkeling. Hoewel het een wettelijke basistaak van jeugdgezondheidszorg is, ontbreekt bij het consultatiebureau (CB) de focus op mondzorg. Adviezen op het CB over mondzorg en bezoek aan een mondzorgprofessional vanaf twee jaar blijken niet effectief. Slechts 33% van de kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar heeft eenmaal een tandarts bezocht. Preventie in mondgezondheid bij peuters komt te laat en dit raakt met name kinderen uit de lagere sociale klassen. De schade is dan vaak al aanzienlijk en bij ernstige cariës is behandeling onder algehele anesthesie vaak vereist. Naast het feit dat kinderen te laat een mondzorgprofessional bezoeken, zijn er in Nederland geen interventies ter bevordering van mondgezondheid van peuters die voldoende onderbouwd, transparant en (kosten)effectief zijn. In dit gerandomiseerde praktijkonderzoek wordt het effect geëvalueerd van een preventief mondzorgprogramma gericht op het verbeteren van de mondgezondheid bij peuters in vergelijking met usual care. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de urgentie van de evaluatie van preventieve en zelfzorg bevorderende interventies gericht op jonge kinderen en het reduceren van ongelijkheden binnen de mondzorg. Gebaseerd op het succesvolle Schotse Childsmile zal er vanuit de eerstelijns mondzorg een mondzorgcoach (MZC) bij het consultatiebureau gedetacheerd worden om deze JGZ basistaak te ondersteunen. De MZC zal tijdens reguliere CB-bezoeken geïndividualiseerd preventief mondzorgadvies geven aan ouders op basis van het effectief gebleken non–operative caries treatment and prevention (NOCTP) principe. Bij succes van de MZC wordt een forse stijging verwacht van het aantal cariësvrije peuters (30%), een aanmerkelijke cariësreductie per kind (30%, ofwel circa 1,5 gaatje) en een significante kostenreductie.
Het Godivapp Applied in Pediatric Primary care (GoAPP) project ontwikkelt, onderzoekt en realiseert de implementatie van een e-health applicatie voor uitwisseling van videomateriaal in zelfstandige praktijken (MKB) in de eerstelijnsgezondheidszorg. Voor een goede analyse van bewegingsproblemen bij baby?s uit risicogroepen is het van belang de motorische ontwikkeling te meten en te volgen in de tijd. Kinderfysiotherapeuten gebruiken hiervoor een observatie-instrument, de Alberta Infant Motor Scale (AIMS). In 2014 en 2015 heeft de GODIVA-onderzoeksgroep (GrOss motor Development of Infants using home Video registration with the AIMS) van Hogeschool Utrecht een methode ontworpen, waarbij de ontwikkeling gevolgd kan worden aan de hand van video?s gemaakt door ouders. De methode wordt door professionals gezien als een aanvulling op bestaande methoden, die het monitoring van kinderen doelmatiger en transparanter maakt. De methode past uitstekend in de huidige e-health ontwikkeling en zelfmanagement/empowerment van ouders. Voor research met de videomethode is een prototype applicatie ontwikkeld waarmee op veilige wijze de filmbeelden verstuurd kunnen worden en opgeslagen. Het prototype is nog niet geschikt voor gebruik binnen de beroepspraktijk. Eerstelijns Kinderfysiotherapiepraktijken zouden graag de applicatie gebruiken. Zij verwachten dat het een waardevolle uitbreiding is van hun mogelijkheden en een kans om als praktijk te innoveren. Zij zien, als zelfstandige ondernemers, echter ook belemmeringen, zoals ICT-ondersteuning en een passende tarifering van een videoconsult. Voor deze kleine bedrijven spelen ook betaalbaarheid en gebruiksgemak een essentiële rol. Binnen GoAPP zijn vijf perspectieven voor innovatie en implementatie van e-health bij elkaar gebracht: eindgebruikers, zorginhoudelijk, harde technologie, zachte technologie en bedrijfskundig perspectief. Georganiseerd rondom drie werkpakketten wordt interdisciplinair onderzoek gedaan naar (1) optimalisatie van het videoportal, (2) implementatie, en (3) bedrijfskundige haalbaarheid, via ontwerpgericht onderzoek, literatuuronderzoek, implementatieanalyse en business-case onderzoek. Een vierde werkpakket richt zich op doorgroei van het netwerk kinderfysiotherapeuten naar een Community of Practice. Doel: Een innovatieve videomethode voor het observeren van de motoriek van zuigelingen, geschikt voor eerstelijnspraktijken kinderfysiotherapie, met een passend implementatieplan en business modelling.
Hoe kunnen eerstelijns fysiotherapie-organisaties kwaliteit leveren én financieel gezond blijven? In dit project onderzoeken we welke factoren een rol spelen bij het streven naar zogenaamde ‘healthcare value’ voor fysiotherapie-organisaties.Doel Met dit onderzoek willen we vaststellen welke factoren een rol spelen bij healthcare value voor eerstelijns fysiotherapieorganisaties in Nederland. Hiermee voldoen we aan de behoefte aan onderzoek en onderwijs over verantwoorde - en transparante zorg inclusief ondernemen binnen de gezondheidszorg. De inzichten uit dit onderzoek stellen managers van fysiotherapie-organisaties in staat hun organisatie aan te passen aan de snel veranderende gezondheidszorgmarkt. Ze weten hoe om te gaan met de veranderende behoeftes van patiënten, burgers en belanghebbenden. Daarnaast kunnen ze zich aanpassen aan het toenemen van de financiële druk en kwaliteitsdruk op de organisatie. Resultaten Dit onderzoek loopt nog. Na afronding vind je hier een samenvatting van de resultaten. De uitkomsten zullen in ieder geval worden opgenomen in de volgende onderwijsprogramma’s: Onderwijs ondernemende zorgprofessional voor werkende zorgprofessionals (waaronder fysiotherapeuten) Afstudeerprojecten binnen de bachelor fysiotherapie Onderwijseenheden binnen de master fysiotherapie Lange termijnstrategie Casco HU gezondheidszorgopleidingen Business community voor beweegzorgondernemers Looptijd 01 februari 2017 - 01 augustus 2023 Aanpak Naast uitgebreid literatuuronderzoek interviewen we eigenaren van fysiotherapiepraktijken. Daarnaast volgen we een eerstelijns fysiotherapie-organisatie een jaar lang intensief. Uiteindelijk nemen we enquetes af bij eerstelijns fysiotherapieorganisaties in Nederland.