Hoofdstuk 2 in Arts-Based Research voor het Sociale Domein Het onderzoeksproject Innovative Social Investment. Strengthening Communities in Europe was opgezet vanuit een vergelijkend perspectief en werd uitgevoerd in tien landen (Baines, Bassi, Csoba & Sipos, 2019; Baines, Fox, Ozan & Sipos, 2016). Naast de klassieke methoden is er ook gewerkt met community reporting, een storytellingmethode. Bij deze methode wordt mensen gevraagd om hun persoonlijke ervaringsverhaal te vertellen op hun eigen manier, zonder sturing door wetenschappelijke onderzoekers. De ervaringsverhalen houden de onderzoekers een spiegel voor over het onderzoeksconcept, de uitvoering en de (eigen) verwachtingen. Zo draagt het onderzoek bij aan de reflectie op de uitvoering van onderzoek en de manier waarop je hier verslag van doet. Het is ook een extra kennisbron om de impact voor eindgebruikers en de sociale impact in kaart te kunnen brengen. Bovendien sluit de werkwijze aan bij de uitgangspunten van de geselecteerde initiatieven. Immers, door mensen op hun eigen manier te laten vertellen over hun eigen ervaringen met de projecten wordt hun kennis en kunde serieus genomen en tot onderwerp van onderzoek gemaakt. Nu breng je academische kennis, praktijkkennis en ervaringskennis met elkaar in verbinding.
LINK
Het brandwondenportaal is een e-Health applicatie voor patiënten met brandwonden. Patiënten vinden het brandwondenportaal waardevol, met name omdat duidelijke en betrouwbare informatie op elk moment beschikbaar is. De littekenkeuzehulp helpt hen en de zorgverleners in het samen maken van een behandelkeuze. De mate van samen beslissen is na de introductie van het portaal gestegen. Met name bespreking van de manier waarop en in welke mate een patiënt betrokken wil worden bij het maken van een beslissing is verbeterd. Net als het samen bespreken van de voor- en nadelen en het samen afwegen van verschillende behandelingsmogelijkheden. Wensen voor doorontwikkeling van het portaal zijn onder andere informatie speciaal voor kinderen en hun ouders en ervaringsverhalen.
DOCUMENT
Een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) richt zich op het aanleren van een gezonde leefstijl bij mensen met gewichtsgerelateerde gezondheidsrisico’s. Een GLI is een persoonlijk begeleidingstraject uitgevoerd door (post-)hbo-opgeleide leefstijlcoaches (kortheidshalve hierna steeds ‘leefstijlcoaches’ genoemd), en duurt gemiddeld twee jaar, met aandacht voor bewegen, gezonde voeding, slaap en ontspanning. Het inzetten van de juiste gedragsveranderingstechnieken is belangrijk bij het starten met en het volhouden van gezond gedrag. Het doel van dit onderzoek was om meer inzicht te krijgen in het type gedragsveranderingstechnieken dat wordt gebruikt bij GLI’s, en de mate waarin deze worden ingezet in erkende GLI’s. Onderzoeksvraag. Welke gedragsveranderingstechnieken zijn opgenomen in erkende GLI’s, en wanneer en waarom passen leefstijlcoaches deze toe bij cliënten met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico? Onderzoeksmethode. Via documentanalyse is bestudeerd welke gedragsveranderingstechnieken zijn beschreven in de protocollen van de in 2019 erkende GLI’s (de BeweegKuur, CooL en SLIMMER). Deze analyse op gedragsveranderingstechnieken is aangevuld met ervaringsverhalen van veertien leefstijlcoaches die een erkende GLI uitvoeren. Deze ervaringsverhalen zijn verkregen met behulp van semigestructureerde interviews. Resultaten. Protocollen en de interviewresultaten tonen aan dat het formuleren van persoonlijke doelen en subdoelen met bijbehorende actieplannen terugkerende technieken zijn binnen de erkende GLI’s. Kennis en vaardigheidstraining worden in de eerste fase van een GLI-traject in groepsverband aangeboden om cliënten te leren omgaan met barrières en het proces van gedragsverandering te omarmen. Het tweede deel van de erkende GLI’s bestaat uit individuele begeleiding tijdens het veranderproces, met daarbij oefeningen om te voorkomen dat cliënten terugvallen in ongezond gedrag. De training in deze periode is meer gericht op de eigen regie, en deze fase bevat minder contactmomenten.
DOCUMENT
Inleiding Een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) richt zich op het aanleren van een gezonde leefstijl bij mensen met gewichtsgerelateerde gezondheidsrisico’s. Een GLI is een persoonlijk begeleidingstraject uitgevoerd door (post-)hbo-opgeleide leefstijlcoaches (kortheidshalve hierna steeds ‘leefstijlcoaches’ genoemd), en duurt gemiddeld twee jaar, met aandacht voor bewegen, gezonde voeding, slaap en ontspanning. Het inzetten van de juiste gedragsveranderingstechnieken is belangrijk bij het starten met en het volhouden van gezond gedrag. Het doel van dit onderzoek was om meer inzicht te krijgen in het type gedragsveranderingstechnieken dat wordt gebruikt bij GLI’s, en de mate waarin deze worden ingezet in erkende GLI’s. Onderzoeksvraag Welke gedragsveranderingstechnieken zijn opgenomen in erkende GLI’s, en wanneer en waarom passen leefstijlcoaches deze toe bij cliënten met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico? Onderzoeksmethode Via documentanalyse is bestudeerd welke gedragsveranderingstechnieken zijn beschreven in de protocollen van de in 2019 erkende GLI’s (de BeweegKuur, CooL en SLIMMER). Deze analyse op gedragsveranderingstechnieken is aangevuld met ervaringsverhalen van veertien leefstijlcoaches die een erkende GLI uitvoeren. Deze ervaringsverhalen zijn verkregen met behulp van semigestructureerde interviews. Resultaten Protocollen en de interviewresultaten tonen aan dat het formuleren van persoonlijke doelen en subdoelen met bijbehorende actieplannen terugkerende technieken zijn binnen de erkende GLI’s. Kennis en vaardigheidstraining worden in de eerste fase van een GLI-traject in groepsverband aangeboden om cliënten te leren omgaan met barrières en het proces van gedragsverandering te omarmen. Het tweede deel van de erkende GLI’s bestaat uit individuele begeleiding tijdens het veranderproces, met daarbij oefeningen om te voorkomen dat cliënten terugvallen in ongezond gedrag. De training in deze periode is meer gericht op de eigen regie, en deze fase bevat minder contactmomenten. Conclusie De belangrijke technieken binnen erkende GLI’s zijn: persoonlijke doelen stellen, acties plannen, het vergroten van kennis en vaardigheden en het leren omgaan met barrières. Deze technieken worden ingezet om de eigen regie te vergroten en succeservaringen op te kunnen doen. Naast de groepssessies zijn de individuele sessies belangrijk voor het volhouden van het aangeleerde gezonde gedrag.
DOCUMENT
Within paediatric palliative care, it is essential for families and providers to have open, equal, and trusting relationships. In practice, however, building relationships can be challenging. Investing in better understanding the differences in each other's frames of reference and underlying values seems important. Wonder Lab practices provide a space to explore these differences by focusing together on life phenomena in curious and Socratic ways. Wonder Labs were organised with parents, healthcare professionals, and students involved in Dutch paediatric palliative care. The aim of this study was to develop an understanding of how participants experienced participating in Wonder Labs. We conducted twenty in-depth interviews with Wonder Lab participants and used inductive thematic analysis for data interpretation. Five themes were identified: Slowing down, Appreciating stories, Becoming vulnerable, Opening up and diving in, and Reframing perspectives. Participating in Wonder Labs allowed mothers, healthcare professionals, and students to contribute to deepening experiences and gain an expanded understanding of what is at play in caring for children with life-limiting and life-threatening conditions. Through working in pluralised groups, frames of reference and understandings complemented each other and could change. Participants often adopted a more open attitude towards others involved in care after participating and adapted day-to-day practices. Deliberating within paediatric palliative care on sensitive issues and their underlying personal and professional beliefs and values must be part of working together, without specific care situations being the catalyst. This may foster the mutual understanding needed in searching for quality of life, death, and bereavement.
MULTIFILE
Wat kan een reguliere school doen om ook slechthorende kinderen onderwijs te kunnen geven, in een klimaat waarin deze kinderen zich prettig voelen en tot hun recht komen? Inclusief onderwijs betekent dat elk kind de mogelijkheid krijgt om effectief onderwijs te volgen in de eigen buurt, waarbij verschillen tussen kinderen worden gewaardeerd en gerespecteerd. Bij inclusief onderwijs kan elk kind zijn of haar capaciteiten volledig ontplooien. Dat zou dus ook voor slechthorende kinderen moeten gelden. Maar is inclusief onderwijs voor deze groep mogelijk, terwijl recht wordt gedaan aan hun bijzondere communicatiebehoefte? In dit dossier vind je een interview met Annemiek Voor in 't Holt over dit onderwerp. Daarnaast biedt haar achtergrondartikel "Westervoort Inclusief. Een fictieve inclusieve school met dove en slechthorende leerlingen" tal van handvatten waarmee leerkrachten van diverse schooltypen hun onderwijs toegankelijk kunnen maken voor kinderen met een gehoorverlies. Ook vind je verschillende instrumenten waarmee je zelf als horende leraar een indruk kunt krijgen wat jouw slechthorende leerling(en) hoort, en vooral: wat niet. Door een blaffend hondje wordt in een powerpointboekje uitgelegd hoe het oor in elkaar zit, leuk om met de klas eens te bekijken. Op de pagina Voor kids: zo werkt je oor zijn ook nog handige links voor kinderen te vinden. Met een checklist kun je nagaan in hoeverre je zelf daadwerkelijk een actieve luisteraar bent.
DOCUMENT
Bijdrage van Ben Boksebeld aan het boekje "10 ervaringsverhalen met aandacht voor hulp bij schulden" Dit boekje verhaalt over mensen met schulden en betrokken partijen, zoals hun hulpverleners, opgetekend in de afgelopen 2 jaar. in zijn. Het boekje is een uitgave van ISOFA en Schuldhulpmaatje Nederland. Ben Boksebeld is docent bij Saxion Hogeschool in Enschede en hij doet onderzoek naar samenwerking tussen professionals en vrijwilligers. Ben werkte jarenlang als maatschappelijk werker in Hengelo, waar hij in aanraking kwam en geinteresseerd raakte in schuldhulpverlening. ik ontdekte dat er bij maatschappelijk werk vaak een meervoudige problematiek is, waarvan fmanciele problemen zeker niet de minst belangrijke zijn. Gebrek aan middelen heeft een brede impact, ook op de rest van het leven, en dus ook op de andere pro¬ blemen. Wat Boksebeld ook merkte is dat mensen niet zo open zijn over bun fmanciele problemen: mensen praten gemakkelijker over bun seksleven dan over geld. En dan is er ook nog het stigma, niet alleen bij leken , maar ook bij professionals: Sommige sociaal werkers kijken toch een beetje neer op de schuldhulpverlening. Wat begon als interesse groeide uit tot expertise. Boksebeld schreef zijn scriptie over financiele problemen en hun gevolgen, wat resulteerde in een boekje dat gebruikt werd voor bet onderwijs. In: ISOFA, 10 ervaringsverhalen met aandacht voor hulp bij schulden, pp 40-43
MULTIFILE
EuroSonic NoorderSlag (ESNS) actively engages with around 130 festivals across Europe as part of the ESNS Exchange program. As a leading partner in this initiative, ESNS aims to transition into a fully sustainable festival in the coming years. It recognizes its role in spearheading the sustainability aspect of the ESNS Exchange and the industry at large. However, the current lack of information regarding the industry's sustainability practices poses a challenge, leaving ESNS uncertain about the necessary steps to improve the market as a whole. The NHL Stenden Professorship Transformational Media, ESNS and the minor Music Management are collaborating on a joint project to address this issue. The project aims to assess the current state of sustainable practices in European Music Festivals and analyse how these festivals communicate their initiatives. Additionally, students in the Music minor program will create and test a prototype to encourage festivals to communicate about their sustainability activities.
MULTIFILE
De verhouding tussen jongeren en de politie in de Haagse Schilderswijk is al jaren moeizaam. Na de dood van Mitch Henriquez door politiegeweld leidden de opgebouwde frustraties in 2015 tot rellen. Desondanks stelden diverse onderzoekers dat er geen sprake was van buitenproportioneel optreden of discriminatie door de politie. Tegen deze achtergrond voerde het lectoraat Burgerschap en Diversiteit van De Haagse Hogeschool een onderzoek uit naar het vertrouwen van jonge Schilderswijkers in de politie. Uit hun verhalen blijkt dat zelfs zeer kritische jongeren grote waardering hebben voor hun wijkagent, maar dat het gevoel van discriminatie alomtegenwoordig is. Ook wordt duidelijk dat de interactie tussen jongeren en politie alleen kan worden begrepen tegen de achtergrond van de ongelijke machtsverhoudingen op macroniveau.
DOCUMENT
Een internationale ervaring vergroot het perspectief op sociaal werk. Nelleke Nijhuis ervoer dit tijdens haar vele reizen naar Kenia. Dit heeft haar zo geïnspireerd, dat ze dagelijks haar buitenlandervaringen meeneemt in haar werk in Nederland. In dit artikel vertelt ze over haar werkwijze en benoemt de opgedane kennis en ervaringen die ze toepast in de door haar ontworpen methodiek ‘My Drive in Life’.
DOCUMENT