Mensen met een niet-aangeboren hersenletsel of een chronische neurologische aandoening moeten vaak dagelijkse activiteiten opnieuw leren, zoals lopen of opstaan vanuit een stoel. Fysiotherapeuten spelen een belangrijke rol bij het (opnieuw) leren van deze activiteiten en andere vaardigheden. Voor hen ligt de uitdaging om therapie voor de patiënt zo effectief en efficiënt mogelijk vorm te geven. Hierbij kunnen fysiotherapeuten gebruikmaken van verschillende leerstrategieën, zoals expliciet en impliciet motorisch leren.
DOCUMENT
Presentatie op netwerkbijeenkomst over HAVO-didactiek, ITS-Academy, Amsterdam. Ontwikkelingen in samenleving en onderwijs, verkenning van de leerprocessen in het hbo, (onderzoek) naar effectieve inzet van technologie in het leerproces, herontwerp onderwijs.
DOCUMENT
De arbeidsmarkt heeft in toenemende mate behoefte aan professionals die opeen innovatieve manier aan complexe vraagstukken kunnen werken. Afgestudeerden moeten kunnen reageren en ook anticiperen op nieuwe ontwikkelingen en zullen zich hun leven lang professioneel en persoonlijk moeten blijven ontwikkelen. Hogescholen spelen hierop in door het opzetten van innovatiewerkplaatsen, waarin studenten leren terwijl ze werken aan opdrachten van en met de beroepspraktijk.Daarbij maken zij elk hun eigen ontwikkeling door, afhankelijk vande opleiding, taken en interesses. Om hun individuele leerproces zelf te kunnen sturen en expliciet te maken, moeten studenten goed worden begeleid en beoordeeld.In dit artikel geven de auteurs een aantal tips en richtlijnen voor docenten en coaches in innovatiewerkplaatsen.
DOCUMENT
De Gemeente Groningen stimuleert kinderen binnen de Gemeente Groningen tot een actieve en gezonde leefstijl door middel van het sportieve leefstijlproject, BSLIM. BSLIM vormt de paraplu waaronder interventies en een uitgebreid activiteitenaanbod voor met name basisschoolleerlingen i.s.m. scholen, kennisinstellingen en andere organisaties wordt vormgegeven. Met BSLIM wil de Gemeente Groningen kinderen de mogelijkheid bieden hun sportieve talenten te ontdekken en ontwikkelen. De gemeente heeft daarbij als primair doel de structurele sportdeelname van alle kinderen positief te beïnvloeden. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar kinderen die (nog) niet structureel sporten en naar de mogelijke talenten. Een goede bewegingsvaardigheid, passend sport(ief)gedrag en plezierige bewegingservaringen zijn van grote invloed op de mate waarin kinderen nu en later structureel deelnemen aan sport en voldoende blijven bewegen. De gemeente Groningen stimuleert daarom samen met schoolbesturen de ontwikkeling van een goede bewegingsvaardigheid van kinderen middels kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs door brede vakdocenten in de BSLIM-wijken.Onderzoeksthema’s 1. BewegingsonderwijsDe kwaliteit van het bewegingsonderwijs in de Bslim wijken wordt onderzocht.a. Het Leerlingvolgsysteem (LVS) dat in 2015-2016 is geïmplementeerd wordt gebruikt om de vaardigheid van leerlingen in de Bslim wijken in kaart te brengen en waar mogelijk te vergelijken met landelijke normenb. Effectiviteit van interventies gericht op de vaardigheid, de beleving en/of het gedrag van leerlingen, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingenc. Effectiviteit van interventies die gebruik maken van expliciet en impliciet leren binnen bewegingsonderwijs en/of MRT-praktijken2. Tussen gymzaal en sportvereniginga. Monitoring sportdeelname en motieven om wel/niet te sporten en bewegen + analyse van trends en ontwikkelingen in de sportdeelname in de onderzoekswijken. Hierbij wordt een ruim pallet in acht genomen: Van bewegingsonderwijs tot buiten spelen, en van Bslim- en Schoolsportclub activiteiten tot sportdeelnameb. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op actieve pauzes, waarbij met name oog is voor de (uit zichzelf) minder actieve leerlingen c. Onderzoek naar de effectiviteit van interventies gericht op het voor- tussen en naschools aanbod mbt leefstijl en belevingd. Onderzoek naar de effectiviteit van Bslim activiteiten en Schoolsportclub op de sportbelevinge. Uitvoeren van een Pilot mbt de stimulatie van de motivatie voor bewegen van vmbo leerlingen binnen en buiten de gymles3. Structurele sportdeelnamea. Effectiviteit van een interventie gericht op trainers om motivatie van kinderen te stimuleren en daarmee uitval te beperken b. Ontwikkelen en uitvoeren van een toolkit waarmee de koppeling tussen kind en sport optimaal gemaakt wordt en mogelijke talenten geïdentificeerd worden
Het project 'CAR(E)TOGRAPHY: Kunst en zorg in kaart' richt zich op de wisselwerking tussen kunst en zorg, waarbij beide sectoren elkaar verrijken en vernieuwen. In de zorg wordt steeds meer geëxperimenteerd met kunst als een manier om vernieuwing te brengen. Omgekeerd zouden de kunstenaars en ontwerpers ook van zorgprofessionals kunnen leren over zorgdragen, communiceren in een non-verbale context en het belang van proces boven het eindresultaat. Een inspirerend voorbeeld van zo’n samenwerking tussen kunst en zorg is te vinden bij Reinaerde De Heygraeff, waar het programma Re-creatie kunstenaars, ontwerpers, zorgprofessionals en cliënten samenbrengt. Op deze beschutte woonzorglocatie wonen ruim 160 mensen met een ernstige verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Hier wordt al sinds 2018 geëxperimenteerd met de integratie van kunst en creativiteit in de dagelijkse zorgpraktijk, wat heeft geleid tot een duurzame transdisciplinaire samenwerking. Desondanks blijft het een uitdaging om de exacte werking van kunst in de zorg te begrijpen. Welke elementen zijn essentieel voor succesvolle samenwerkingen? Wat kunnen we leren van initiatieven zoals Re-creatie? En hoe kunnen we deze kennis delen met andere zorginstellingen en kunstpraktijken? Om deze vragen te beantwoorden, zetten we in dit project artistieke mapping methoden in om de interactie tussen kunst en zorg (en de complexiteit daarvan) te onderzoeken, documenteren en delen. Het doel is om de gemeenschap die op De Heygraeff is ontstaan beter te begrijpen en expliciet te maken hoe kunst en zorg met elkaar interageren. Door dit letterlijk in kaart te brengen, creëert CAR(E)TOGRAPHY een gedetailleerd beeld van de complexe wisselwerking tussen kunst en zorg. Dit maakt niet alleen een diepgaand begrip van de situatie mogelijk, maar maakt de bevindingen ook bruikbaar voor anderen die in vergelijkbare praktijken werken. De gemaakte kaarten functioneren dus uiteindelijk als documentatie- en navigatiemiddel in het grensgebied tussen kunst en zorg.
Gemeente Arnhem heeft als doel geformuleerd dat alle wijken klimaatneutraal moeten zijn voor 2050. Voor de wijk Elderveld-Noord is de uitdaging om een duurzame aardgasvrije energie-infrastructuur te ontwikkelen, bestaande woningen te verduurzamen én energielasten voor huurders gelijk te houden. Deze uitdaging is niet alleen technologisch, maar ook sociaal-maatschappelijk complex. Naast energetische verbetering en gebruik van circulaire materialen gaat het ook om een gezonde en leefbare omgeving voor een zich veranderende populatie met een eigen economische contextkenmerken. De wijk Elderveld-Noord is als proeftuin gestart om deze transitie vorm te geven vanuit technologisch perspectief. De vraag bleef: hoe kan de sociale kant van samenwerking, participatie en implementatie hierbij worden ingevuld in een dynamisch leerproces? Via een proces van vraagarticulatie met de stakeholders in deze proeftuin is de praktijkvraag ontstaan hoe een actieve ontwerpgerichte en lerende gemeenschap te realiseren, waarbij een cocreatieproces tot een integrale, succesvolle energietransitie leidt. Vanuit deze praktijkvraag is de volgende onderzoeksvraag ontstaan: Op welke wijze kan een transdisciplinaire lerende gemeenschap worden gevormd die zich richt op meervoudige waardecreatie voor het aardgasvrij maken van de Arnhemse wijk Elderveld-Noord en hoe kan dit proces leiden tot de ontwikkeling van een lerende aanpak zodat in andere wijken van Arnhem hier ook mee gewerkt kan worden? Het beoogde resultaat is transformatieve kennisontwikkeling met een lerende gemeenschap ter ondersteuning van de energietransitie in de pilotwijk Elderveld-Noord, leidend tot een participatieve lerende aanpak voor energietransitie in andere wijken: De Arnhemse Lerende Aanpak. Dat vergt een systeemgerichte, transdisciplinaire opzet. De vraag is hoe we die cocreatie vormgeven en welke lessen we daaruit leren in een transdisciplinaire aanpak van integrale wijkvernieuwing. De beoogde impact van dit onderzoek is dat lerende gemeenschappen van publiek-private samenwerkingen voor de wijkgerichte energietransitie in hoge mate zullen bijdragen aan gezonde en klimaatneutrale wijken in Arnhem en in Nederland.