Onderzoek naar leefbaarheid en sociale veiligheid tijdens sloop en nieuwbouw in de Westelijke Vogelbuurt Apeldoorn. Het rapport geeft een pakket van mogelijke maatregelen in de sfeer van toezicht, beveiliging, leegstandsaanpak en het betrokken maken van bewoners (ook nieuwkomers van buiten de buurt die met een tijdelijk contract in een te slopen woning komen wonen) bij de leefbaarheid van de buurt tijdens de sloop en bouw.
MULTIFILE
De nieuwe herindelingsgemeente Midden-Groningen wil leefbaarheids- en welzijnsproblemen binnen dorpen, buurten en wijken stevig aanpakken. Vergeleken met elders in Nederland heerst er onder de inwoners van de gemeente gemiddeld meer armoede en werkloosheid en is er sprake van een lagere levensverwachting en minder kansen. Ook valt er aan de woonomgeving vaak veel te verbeteren. Dit geldt zo ook voor Noorderpark: een woonwijk in het noorden van Hoogezand-Sappemeer met ca. 3400 inwoners waar verschillende ruimtelijke en sociaaleconomische problemen in de leefomgeving samenkomen.Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen is via het lectoraat Leefomgeving in Transitie (LiT) bij de wijkvernieuwing ‘Hoogezand-Noord’ betrokken en onderzoekt samen met inwoners de leefbaarheid van de wijk Noorderpark. Het doel van dit Participatief Actie Onderzoek is om van binnenuit meer inzicht te krijgen wat speelt en leeft in de wijk en om inwoners en hun wensen en ideeën op de korte en de langere termijn te betrekken in de planvorming. Dit rapport gaat in op welke sociaal-ruimtelijke aspecten van de leefbaarheid van Noorderpark inwoners belangrijk vinden en meer of minder waarderen, de redenen die zij hiervoor hebben en welke eerste ideeën voor verbeteringen zij aandragen. Deze uitkomsten zijn gebaseerd op een serie door inwoners aangestuurde fotowandelingen door de wijk, interviews en gesprekken met inwoners thuis, op straat en online, en door de gemeente georganiseerde koffiekarren. De volgende stap van het Participatief Actie Onderzoek is dat inwoners samen met de gemeente Midden-Groningen en andere relevante partijen - zoals de woningcorporaties Lefier en Groninger Huis en sociale partners - gezamenlijk op deze uitkomsten en andere relevante kennis en informatie voortbouwen.
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.
De City Deal Tilburg is voornemens een hackathon (24 uur) te organiseren om een impuls te geven aan de kennisdeling rondom innovatieve wijkaanpak. In diverse Tilburgse wijken spelen opgaven in thema’s rondom leefbaarheid, armoede, schulden, werkloosheid, samenleven, jeugd, ouderen en eenzaamheid. Daarbij worden diverse vormen van ‘sociaal innovatieve wijkaanpak’ toegepast. Binnen de City Deal is voor het thema jeugd gekozen, met name de focus op het onderwerp ‘Ieder kind een goede start’. Deze hackathon beoogd diverse studenten bij elkaar te brengen en hun kennis te delen rondom de vastgestelde kennisvragen in de Tilburgse wijken. Zij dragen hierdoor bij aan de maatschappelijke vraagstukken rondom het thema ‘Ieder kind een goede start’. Studenten hebben door corona verminderd sociaal contact gehad, ook hun medestudenten hebben zij niet of in beperkte mate gezien. Door de hackathon wordt een fysieke leeromgeving geboden waarbij bestaande en nieuwe contacten kunnen worden aangegaan en daarnaast contact met de praktijk gelegd kan worden in de wijken. Daarnaast zal er een follow up worden georganiseerd om de resultaten terug te laten vloeien in de projecten. De inzet voor de organisatie van de hackaton geeft daarmee niet alleen resultaat op moment van het event maar ook op lange termijn zal dit van grote waarde zijn voor de Tilburgse wijken.
De fysieke en sociale omgeving zijn, veelal onbewust, van invloed op het beweeggedrag van mensen. Een beweegvriendelijke openbare ruimte heeft een preventieve werking op de gezondheid van mensen en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan Healthy Ageing. Een aantrekkelijk park nodigt uit tot wandelen of hardlopen. Een mooie fietsroute door de natuur nodigt uit tot fietsen.Ook de socialiserende werking van beweegvriendelijke ruimten heeft effect op de leefbaarheid van een wijk en buitengebied. Door mensen te laten bewegen en elkaar te ontmoeten kunnen zorgkosten dalen en sociaal-maatschappelijke problematiek worden teruggedrongen. Daarnaast is een dynamisch en beweegvriendelijk natuurgebied een aantrekkelijke toeristische bestemming waarbij het positieve effecten heeft op de economie van de regio.Het KennisLab ‘Beweegvriendelijke Inrichting Openbare Ruimte’ is een vervolg op de InnovatieWerkPlaats BIOR die is gestart vanuit een aanvraag bij het Centre of Expertise Healthy Ageing. Het richt zich op optimale benutting van de openbare ruimte om een actieve leefstijl te stimuleren en daarbij ook de economische en sociale impact op de omgeving van deze ruimte. In het lab werken kennisinstellingen, zorg- en welzijnsinstellingen, overheden (gemeente, provincie) en woningcorporaties samen met diverse partners uit de sport, horeca en recreatie.