In het hoger beroepsonderwijs moeten studenten praktijk- en beroepsgerichte teksten schrijven zoals gezinsanalyses (in pedagogische opleidingen), verslagen van praktijkproeven (in technische opleidingen), enzovoort. Daarbij gelden vorm- en inhoudseisen van het schrijfproduct, wordt het gebruik van vak- en academische taal verwacht en moet de student zijn vakkennis correct benutten en verwoorden. Voor hbo-docenten betekent dit dat zij idealiter aandacht besteden aan ontwikkeling van vakkennis én aan taalontwikkeling bij hun studenten – bij voorkeur geïntegreerd. Om hbo-docenten hierin te trainen zijn lessen van enkele van hun collega’s gefilmd als good practices.
DOCUMENT
The European Manifesto for Inclusive Learning is an initiative of the University of Florence to promote adult education for migrants and refugees. The program seeks to provide “a concrete tool for adult educators to promote adult learning in their local context”. In order to achieve this goal, eight European Union partners in different EU countries collaborated intensively for 1 ½ year to exchange experiences, expand opportunities and to seek to promote a more coordinated and integrated approach. Each partner collected case studies of good practices using a common tool for collecting data. The results of the Dutch partner, The Hague University of Applied Sciences are presented here. Seven cases have been studied with very different, mainly informal ways of mutual learning in the Netherlands. First the Manifesto is described in more detail. This is followed by a sketch of refugee flows to the Netherlands and the Dutch asylum system. After these chapters, the different cases are presented, followed by a conclusion and recommendations based on the Dutch good practices.
DOCUMENT
The aim of this report is to give an overview of current state of the art in the occurrence and policies regarding affordable age-friendly and eco-friendly solutions in the partner countries. The report consists of the findings from the literature review, the comparative analysis and the reporting of good practices. It aims for the consortium as a whole to gain an understanding of the state of the art and on affordable age and eco-friendly solutions in partner countries and particularly the home and community fields, and to present that knowledge in the form of a written report. The literature review, the analysis of barriers and facilitators, and the survey on existing or even planning good practices in the project countries, will help the partners to build and update a strong knowledge base in these fields. To be closer to the practical issues that define the adaptability of eco and age-friendly solutions in community, the consortium decided to use mostly grey literature and websites for tools and advice, such as governmental pages. Common grey literature publication types include reports (annual, research, technical, project, etc.), working papers, government documents, white papers and evaluations, which will help all partners to reach conclusions around the common field between age and eco-friendly developments. Barriers and facilitators found in each project country will be used for stipulating the right consequence of actions needed, to propose a sound methodology that could – in combination with other actions and stakeholders – promote the implementation of age and eco-friendly principles into the public and private sphere of care for older people. Finally, the selection of good representative practices by each project country can be the basis for a report, and a publication, that depicts the level of maturity and progress of the notions of age-friendliness and eco-friendliness, as well as their impact on the care of older people.
DOCUMENT
De Wet passend onderwijs (2014) zou er voor moeten zorgen dat alle kinderen een goede onderwijsplek krijgen. Echter, voor leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS) die substantiële ondersteuning nodig hebben, is dat lastig te realiseren. Zij laten problemen zien in hun betrokkenheid bij de leertaak, wat gerelateerd is aan lage schoolprestaties en voortijdige uitval. Deze leerlingen hebben baat bij een goede gezamenlijke ondersteuning van leerkracht en jeugdprofessional. Echter, leerkrachten hebben weinig kennis en ervaring met ASS om de juiste ondersteuning te kunnen bieden. Jeugdhulpverleners, die op school ingezet worden, zijn onvoldoende op de hoogte van wat er vanuit het onderwijs moet gebeuren. Leerkrachten en jeugdhulpverleners kunnen elkaar versterken, maar er is nog te vaak sprake van figuurlijke afstand en gebrek aan verbondenheid. Professionalisering is nodig, gericht op het versterken van het handelen van leerkrachten en jeugdhulpverleners in de klas en hun interprofessionele samenwerking. Hoe zo’n professionalisering eruit moet zien en hoe leerkrachten en jeugdhulpverleners elkaar kunnen versterken is nog onduidelijk. Er is behoefte aan good practices op dit terrein. Om dit complexe praktijkprobleem op te lossen, maken we gebruik van ontwerponderzoek. We richten ons op de vraag: Hoe draagt een professionaliseringstraject bij aan het versterken van het handelen in de klas en het interprofessioneel samenwerken van leerkrachten en jeugdhulpverleners, zodat zij een integrale aanpak kunnen vormgeven waarmee de betrokkenheid van leerlingen met ASS in de klas wordt vergroot? Daartoe ontwikkelen we een professionaliseringstraject, waarbij we voortbouwen op kennis uit onder andere het vooronderzoek ’T PASST WEL!. We voeren het traject uit en evalueren systematisch de genomen stappen. Het project levert een toepasbaar professionaliseringstraject met (e-)tools rondom good practices voor de (opleidings-)praktijk op. Deze producten bieden onderbouwde en overdraagbare oplossingen voor problemen waar leerkrachten en jeugdhulpverleners tegenaan lopen bij het integraal vormgeven van hun aanpak bij leerlingen met ASS.
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.Doel De onderzoeksvraag luidt: Wat denken onderwijsprofessionals van de schoolorganisatie nodig te hebben om hun motivatie om in het Utrechtse basisonderwijs te blijven werken te vergroten? De leerkrachten onderzoeken de ondersteunende cultuur en structuur op scholen en de mate waarin in basisbehoeften van leerkrachten en schoolleiders wordt voorzien. Resultaten Een rapportage met beschrijvingen van good practices en overkoepelende inzichten over het behouden van onderwijsprofessionals Kennisdeling met betrokken schoolbesturen via presentaties en een toegankelijk kennisproduct Looptijd 01 februari 2023 - 31 december 2023 Aanpak In een professionele leergemeenschap (PLG) zetten zes academische of masteropgeleide leerkrachten samen het onderzoek op en voeren ze het uit. Ze worden begeleid en gevoed door onderzoekers vanuit de Hogeschool Utrecht en Universiteit Utrecht.
Wat maakt dat onderwijsprofessionals willen blijven werken binnen het onderwijs in Utrecht? Vanuit het Utrecht Leert netwerk wordt hier onderzoek naar gedaan. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door academische of masteropgeleide leerkrachten werkzaam op Utrechtse basisscholen, zodat onderzoek en praktijk elkaar direct versterken.