Interview Karin den Boer en Berno van Meijel: Psychiatrische patiënten krijgen minder goede levenseindebegeleiding dan de algemene bevolking. Zij zijn hiervoor veelal afhankelijk van ggz-hulpverleners, maar die zijn daar vaak onvoldoende vertrouwd mee. Hogeschool Inholland ontwikkelde vanuit het Centre of Expertise Preventie in Zorg en Welzijn, samen met Amsterdam UMC en NIVEL, een toolkit om ggz-hulpverleners te helpen
DOCUMENT
In Nederland lijdt bijna één op de honderd mensen aan schizofrenie. Per jaar krijgen ongeveer drieduizend mensen deze diagnose. Ongeveer twintig tot dertig procent van de cliënten die behandeld wordt met de gangbare antipsychotica blijft last houden van positieve en/of negatieve psychotische verschijnselen en een verminderd functioneren. Dit noemen we aanhoudende psychose. Cliënten met aanhoudende psychose zijn doorgaans lang in behandeling en hebben vaak vele teleurstellingen te verwerken gekregen. Herstel en een betere toekomst zijn mogelijk bij aanhoudende psychose, maar helaas wordt effectieve behandeling voor deze cliëntengroep vaak te laat of onvolledig aangeboden. Om de kwaliteit van zorg voor deze cliëntengroep te verbeteren, is STAP ontwikkeld. STAP is een afkorting voor Specialistisch Traject Aanhoudende Psychose en staat symbool voor ‘stappen blijven zetten’ of ‘doorgaan’. Met STAP bieden we hoop. Dit is belangrijk zodat de cliënt weer nieuwe stappen in zijn leven durft te zetten. STAP is bedoeld als een gepersonaliseerd programma. Wij verwachten dat STAP psychotische verschijnselen kan verminderen en het herstelvermogen en maatschappelijk functioneren van cliënten kan versterken. Dit handboek geeft informatie over de achtergrond, de methodiek en toepassing van STAP. Het biedt hulpverleners een strategie om de kwaliteit van zorg voor cliënten met aanhoudende psychose te verbeteren. STAP is gebaseerd op de principes van Zorg in Samenwerking (ZiS). ZiS is oorspronkelijk ontwikkeld in de eerste lijn in de Verenigde Staten (in het Engels: Collaborative Care). Uit onderzoek is gebleken dat ZiS bij cliënten met depressieve stoornissen, bipolaire stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen positieve resultaten liet zien. STAP wordt als onderdeel van een promotieonderzoek van Reinier van Arkel, de Vrije Universiteit van Amsterdam en Hogeschool Inholland binnen Reinier van Arkel geïmplementeerd in VIP- en FACT teams. STAP is het eerste ZiS programma voor cliënten met aanhoudende psychose. Met het promotieonderzoek wordt tussen 2020 en 2023 onderzocht of het lukt om STAP op een goede manier in de praktijk te implementeren, welk effect STAP heeft op cliënten met aanhoudende psychose en of cliënten en naastbetrokkenen tevreden zijn over STAP. Op basis van de resultaten van het promotieonderzoek wordt STAP doorontwikkeld. De wijzigingen zullen verwerkt worden in een herziene versie van het handboek. Het handboek is een handreiking voor hulpverleners en heeft het doel om te informeren over STAP en de manier waarop STAP in de praktijk moet worden gebracht.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de ontwikkeling en uitvoering van een training die door cliënt-ervaringsdeskundigen gegeven wordt aan werkers in de geestelijke gezondheidszorg. Vanuit hun eigen cliëntervaringen gaan de cliënt-docenten de dialoog aan met hulpverleners en andere werkers in de ggz over bejegeningsaspecten die door cliënten als wezenlijk worden beschouwd. In een naschrift van Christ Wesenbeek en Jean Knooren wordt de olievlekwerking van deze training de afgelopen zeven jaar beschreven.
DOCUMENT
De Centrale Cliëntenraad van de Geestelijke Gezondheidszorg Eindhoven en de Kempen (GGzE) organiseerde in april 1996 een conferentie over cliëntenparticipatie. Onderwerp van gesprek was hoe die participatie in de individuele behandeling beter tot z'n recht kon komen. Dit heeft geleid tot een cursus waarin hulpverleners getraind worden door cliënt-ervaringsdeskundigen. ln deze bijdrage vertellen de trainers over de opzet von de cursus en hun ervoringen ermee in het afgelopen jaar.
LINK
Een samengesteld magazine over de moeilijke positie van hulpvragers en hulpverleners in de energiecrisis.
LINK
Full text via link. MBO Utrecht Academie Welzijn (niveau 3 en 4) en de Utrechtse buurtteamorganisatie Lokalis willen komen tot een samenhangende aanpak voor MBO-studenten met psychische problemen, gericht op inclusie en het voorkomen van uitval. Hiervoor is allereerst een gezamenlijke visie op de integrale begeleiding en ondersteuning van MBO-studenten met psychische problemen ontwikkeld, met de jongeren en ouders zelf, studieloopbaanbegeleiders en andere MBOmedewerkers, medewerkers van het Buurtteam MBO, en andere externe hulpverleners en betrokkenen. In deze visie worden de verschillende perspectieven (student, onderwijs, hulp en gemeente) in één conceptueel kader verenigd, als gemeenschappelijke basis voor een samenhangende aanpak.
LINK
Het Landelijk cliëntenforum Jeugdzorg (LCFJ) en MOgroep Jeugdzorg hebben gezamenlijk een projectplan ‘Cliënten op weg in jeugdzorg’ opgesteld om een aantal knelpunten die cliënten ervaren in de jeugdzorg op te lossen. Uitgangspunt is cliënten en medewerkers gezamenlijk te consulteren om tot oplossingen voor het ervaren van regeldruk te komen. Het project heeft de intentie cliënten te helpen hun weg door jeugdzorg zo duidelijk en gebruiksvriendelijk mogelijk te maken. Uitgangspunten voor het project waren de door cliënten ervaren knelpunten van regeldruk uit de nulmeting. Knelpunten die veel genoemd zijn, zijn dat de indicatieprocedure onduidelijk is; cliënten bij iedere organisatie in de keten opnieuw hun verhaal moeten doen; met veel verschillende hulpverleners te maken hebben; cliënten moeten veel papierwerk doen; cliënten hebben weinig zicht op het behandelaanbod en de keuzes die worden gemaakt; hulpverleners en organisatie zijn niet goed bereikbaar per telefoon en e-mail.
DOCUMENT
Methoden voor sociaal-pedagogisch hulpverleners geeft een gestructureerd overzicht van de zestien meestgebruikte methoden in de SPH. De methoden zijn ingedeeld volgens vijf fasen in de sociaal-pedagogische hulpverlening: controle en beheersing, genezing en probleemoplossing, behoud of stabilisatie, (maatschappelijk) herstel, en groei of ontwikkeling van de client. Elke methode wordt toegelicht aan de hand van casuistiek en voorbeelden. Met een inleiding en een nabeschouwing plaatsen de auteurs de verschillende methoden in een kader. Het boek sluit af met studietaken en een trefwoordenregister.
DOCUMENT
In deze coronatijden moeten we zoveel mogelijk fysiek afstand houden, omdat we elkaar anders ziek kunnen maken. Hoe ervaren jongeren de persoonlijke afstand en nabijheid van hulpverleners in het normale leven?
LINK
Werken met sekswerkers heeft invloed in de eigen ‘slaapkamer’ van hulpverleners – zowel positief als negatief. Om dat laatste tegen te gaan, is het volgens Anke van den Dries en Marc Hoijtink belangrijk om het taboe hierover te doorbreken. En wel op plekken waar je het niet direct zou verwachten: in de organisaties van waaruit hulpverleners hun gespecialiseerde hulp geven aan sekswerkers.
LINK