Openbare les Els Overkamp De opbouw van deze publicatie ontvouwt zich aan de hand van de volgende thema’s. In hoofdstuk 2 licht ik toe wat wij als lectoraat onder een goed leven verstaan en in hoofdstuk 3 waarom mensen met cognitieve en psychische aandoeningen meer kans hebben dat hun kwaliteit van leven onder druk komt te staan. In hoofdstuk 4 duik ik in de geschiedenis van community care tot het moment waar we nu staan. Wat kunnen we leren van eerdere pogingen om het informele netwerk en de samenleving te verbinden aan zorg en ondersteuning? Aan de hand van het viervenstermodel (Binkhorst e.a., 2019; Wilken e.a., 2021) zoals dat binnen het lectoraat PZO is ontwikkeld (hoofdstuk 5), benoem ik vervolgens vanuit vier verschillende perspectieven wat aandachtspunten zijn (hoofdstuk 6 tot en met hoofdstuk 9). Bij de keuze van deze aandachtspunten heb ik mij mede laten leiden door de relevante kennis en inzichten die we als lectoraat in de afgelopen twintig jaar hebben opgedaan. In hoofdstuk 10 eindig ik met de bijdrage die wij als lectoraat PZO de komende jaren willen leveren aan de kwaliteit van leven van mensen in kwetsbare posities.
DOCUMENT
De verschillen in belangen, betrokkenheid, gebruiksvormen en gebruiksdoeleinden van de publieke ruimte tussen volwassenen en jongeren brengt spanningen met zich mee. Deze spanningen dragen niet bij aan een gezonde leefomgeving. Het is daarom belangrijk om te onderzoeken hoe we de publieke ruimte zo kunnen vormgeven dat iedereen er zich welkom, veilig en thuis voelt. In dit rapport wordt dit onderzocht vanuit de positie van jongeren. De leidende vraag voor dit rapport is: Hoe kan op democratische wijze met jongeren een inclusieve publieke ruimte gecreëerd worden? Deze vraag roept ook een tweetal deelvragen op: Wat zijn de voorwaarden voor de inclusieve publieke ruimte voor jongeren? Hoe krijgt jongerenparticipatie vorm in het creëren van inclusieve democratische publieke ruimte?
DOCUMENT
Werken aan meer inclusie en participatie van mensen met beperkingen blijkt in de praktijk weerbarstig. Wat is er nodig om aan inclusie te werken? Welke kennis en competenties hebben professionals nodig? Wat wordt van mensen met beperking zelf en hun netwerk gevraagd? Welke werkwijzen en activiteiten dragen bij aan meer inclusie? Antwoorden op deze vragen kan het meedoen en meetellen van mensen met een verstandelijke beperking in de samenleving een stukje dichterbij brengen.
DOCUMENT
Door producten en diensten inclusief te ontwerpen kunnen deze beter bruikbaar worden voor een breed publiek of voor specifieke groepen mensen die het lastig vinden hiermee om te gaan. Ontwerpers kunnen daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan een inclusievere samenleving. Onderzoek naar inclusief ontwerpen heeft zich in het verleden vooral gericht op het begrijpen van de behoeften van eindgebruikers, maar recent is de nadruk meer komen te liggen op wat dit vraagt van ontwerpers. Zij ervaren uiteenlopende barrières in het gehele proces van opdrachtformulering tot ontwerp en implementatie. Daarom willen ze hun vermogen voor inclusief ontwerpen versterken, zodat ze beschikbare kennis, vaardigheden, houding, ontwerpprincipes, -tools, richtlijnen en voorbeelden ‘actionable’ kunnen maken in hun eigen ontwerppraktijk. Ontwerpopleidingen willen hun studenten deze competentie ook aanleren. In het project Active Inclusive Design (AID) gaan tien MKB-ontwerpbureaus met rijke uiteenlopende ervaring over inclusief ontwerpen samen met onderzoekers, docenten en co-ontwerpers in een learning community op zoek naar antwoorden op de volgende vraag: Hoe kan het vermogen tot inclusief ontwerpen van (toekomstige) ontwerpers in hun praktijk worden versterkt? Antwoorden op deze vraag worden gevonden door middel van actieonderzoek, waarbij verschillende acties door actieteams in de eigen ontwerp- en onderwijspraktijk worden uitgevoerd. De voorziene acties spitsen zich toe op het versterken van een inclusieve houding, toepassen van bestaande tools, richtlijnen en case-beschrijvingen, volwassenheid van inclusief ontwerpen bij opdrachtgevers en onderwijs over inclusief ontwerpen. De learning community voert regie over alle acties, zal regelmatig reflecteren op de processen die door de acties ontstaan en de opbrengsten daarvan, en zal voortbestaan en zich uitbreiden na afloop van het project. De resultaten van AID in de vorm van tools, werkwijzen, handreikingen en blauwdrukken worden beschikbaar gesteld aan de ontwerp- en onderwijspraktijk middels een website, presentaties en vakpublicaties. Een wetenschappelijke publicatie zal een bijdrage leveren aan theorievorming over ontwerpend vermogen.
Door producten en diensten inclusief te ontwerpen kunnen ontwerpers een belangrijke bijdrage leveren aan een inclusievere samenleving, waarin iedereen op eigen wijze kan participeren. In AID gaan negen mkb-ontwerpbureaus Afdeling Buitengewone Zaken (A/BZ), theRevolution, Design Innovation Group, Greenberry, Ideate, Keen Public, Muzus, Netrex Internet Solutions (Leer Zelf Online) en Vrienden van verandering) die rijke maar uiteenlopende ervaring hebben met inclusief ontwerpen op zoek naar antwoorden op de vraag hoe hun vermogen voor inclusief ontwerpen kan worden versterkt. Ze doen dit middels actie-onderzoek in hun eigen beroepspraktijk en door hun ervaringen te delen met onderzoekers, docenten en co-ontwerpers in een ‘learning community’.
Dubbele vergrijzing en toenemende druk op de zorg maken de vraag om toekomstgerichte, toepasbare en werkende oplossingen op het gebied van gezondheid, zorg en welzijn steeds urgenter. Een gedeeltelijke verschuiving van de zorg voor mensen (met dementie) van de formele zorg naar het informele netwerk in de wijk is noodzakelijk. Woonzorgcentra worden meer onderdeel van de wijk met beleid dat gericht is op ‘leven in vrijheid en veiligheid’ in een inclusieve, dementievriendelijke, samenleving. Dat betekent dat wijken daarop moeten worden toegerust Dit speelt ook bij zorgorganisatie Treant. Zij wil samenwerken met de wijk en meebewegen met de kracht en mogelijkheden die de gemeenschap biedt. In het project staat de volgende vraag centraal: ‘Op welke manier kunnen innovatieve sociaal-ruimtelijke interventies bijdragen aan toegankelijkheid en ‘social guiding’ als facilitator van laagdrempelige informele ontmoetingen in het belang van een inclusieve wijk waarin ouderen (met dementie) veilig en in vrijheid kunnen wonen?’ Er wordt gebouwd aan een gezamenlijke basis voor het verandertraject, door vanaf de start samen te werken met professionals en bewoners in de wijk en in het zorgcentrum. Om zo met elkaar toe te groeien naar een inclusieve wijk en dit te verankeren in bestaande waarden van de wijk en de organisaties die daarbinnen actief zijn.
Centre of Expertise, part of Fontys