Er is behoefte aan meer kennis en ondersteuning bij het implementeren van effectieve valpreventieinterventies in de wijk, waar ouderen zelfstandig thuis wonen. Omdat vallen een multifactorieel probleem is en er vele soorten valpreventie-interventies bestaan, is interprofessionele samenwerking gewenst. Door literatuuronderzoek en in focusgroep-bijeenkomsten met verschillende professionals is onderzocht wat bevorderende en belemmerende factoren zijn bij succesvolle interprofessionele samenwerking op het gebied van valpreventie, en welke strategieën effectief zijn. De belangrijkste conclusie is, dat voor het bevorderen van interprofessionele samenwerking coördinatie, communicatie en informatie cruciale factoren zijn. Daarnaast is ook uitwisseling van evidence based kennis en samenwerking met andere stakeholders belangrijk.
DOCUMENT
In het innovatieproject PACT trekken wetenschap, praktijk en beleid samen op om de kwaliteit van de pedagogische voorzieningen voor jonge kinderen te versterken. Doel is een inclusieve speelleeromgeving waarin ieder kind mee telt, mee kan doen en zich optimaal kan ontwikkelen. Het middel is het bevorderen van interprofessionele samenwerking tussen kinderopvang, basisonderwijs en zorg. Overal in het land zijn proeftuinen opgezet om die ambitie in praktijk te brengen. Het wetenschapsteam volgde, begeleidde en onderzocht de PACT-proeftuinen met meerdere instrumenten: een kwalitatieve casestudy, de Monitor Interprofessionele Samenwerking en een enquête onder projectleiders naar meetbare resultaten. Deze publicatie gaat over de resultaten van het onderzoek en wordt afgesloten met conclusies en adviezen.
MULTIFILE
Professionals werken steeds vaker samen over de grenzen van hun eigen vakgebieden heen om de leef-wereld en ontwikkeling van kinderen en jongeren te verbeteren. Deze interprofessionele samenwerking brengt professionals uit verschillende disciplines, ouders en verzorgers samen, waarbij iedereen vanuit zijn eigen expertise bijdraagt aan een gezamenlijke missie: een kansrijke ontwikkeling voor elk kind. In Steenwijkerland is de afgelopen jaren met het initiatief 'Samen voor Ryan' (SvR) gericht ingezet op het ver-sterken van deze interprofessionele samenwerking, met als doel de pedagogische basis van kinderen en jongeren te verstevigen. In deze rapportage presenteren we de resultaten van een onderzoek, uitgevoerd binnen SvR via de Steen-wijkerlandse Academie, dat inzicht biedt in de stand van zaken (2023-2024) van de interprofessionele sa-menwerking tussen professionals in Steenwijkerland en de invloed van SvR-activiteiten daarop. De vol-gende onderzoeksvragen stonden centraal: •In hoeverre is er contact tussen de verschillende organisaties binnen SvR? •In hoeverre voelen de professionals van de organisaties binnen SvR zich onderling verbonden? •Wat zijn bevorderende en belemmerende factoren voor de interprofessionele samenwerking bin-nen SvR? •In hoeverre nemen professionals binnen SvR deel aan de georganiseerde activiteiten? •In hoeverre zijn professionals tevreden over het activiteitenaanbod binnen SvR? •Wat levert de interprofessionele samenwerking binnen SvR op volgens de professionals? Uit het onderzoek blijkt dat er binnen SvR een actief netwerk is van professionals die regelmatig contact onderhouden met diverse organisaties, waaronder scholen, opvang sociaal werk en gemeente. De meeste professionals ervaren een sterke verbondenheid met collega's uit andere disciplines en maken vaak gebruik van elkaars expertise.
DOCUMENT
Hoofdstuk in boek 'Van solo naar synergie Handboek voor interprofessionele praktijk, onderwijs en onderzoek': Van solo naar synergie geeft een overzicht op het gebied van interprofessionele samenwerking binnen de sector zorg en welzijn. In dit handboek beschrijven tientallen experts uit praktijk, onderwijs en onderzoek verschillende samenhangende aspecten rond de ontwikkeling van interprofessionele samenwerking: toepasbare theorie, casuïstiek, en onderzoeksvragen. Interprofessionele samenwerking heeft betrekking op het optimaal combineren van kennis en kunde van verschillende beroepsgroepen. Dit is nodig wanneer complexe vraagstukken onze eigen vaardigheid overstijgen of wanneer verschillende professionals dezelfde patiënt of cliënt van dienst zijn. Vanzelfsprekend vormen behoeften, wensen en eisen van patiënt of cliënt het vertrekpunt van die samenwerking. Uniekheid van en toewijding aan de eigen beroepsgroep bepalen in hoeverre onze professionele competenties belangrijk voor ons zijn. Dat wil niet zeggen dat die competenties altijd optimaal worden benut of gedeeld. Daarbij zijn namelijk ook onze interprofessionele identiteit en interprofessionele competenties van belang, evenals de complementaire toewijding van anderen om ons heen en hun competenties om samen tot een optimale aanpak te kunnen komen. Daarnaast zijn infrastructuur en implementatiestrategieën vereist om synergie tussen beroepsgroepen te realiseren. Hoe meer al deze factoren worden bevorderd, hoe meer hun samenspel bijdraagt aan integrale zorg en welzijn. Van solo naar synergie laat op basis van de Vlaams-Nederlandse versie van het Meta-Model of Interprofessional Development zien hoe deze synergie te bereiken is. Dit model biedt een gefundeerde routekaart voor ontwikkeling van interprofessionele praktijk, onderwijs en onderzoek. Jan-Jaap Reinders doet als arbeids- en organisatiepsycholoog onderzoek naar interprofessionele identiteit en de sociotechnische systeembenadering van interprofessionele samenwerking. Hij is werkzaam binnen de Research Group IPE van het LEARN programma, SHARE Onderzoeksinstituut, UMCG en binnen het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Hij is senior onderzoeker bij de Hanzehogeschool, spreker, docent en Aletta Jacobs Fellow. Hij begeleidt promovendi in binnen- en buitenland en is bestuurslid van Interprofessional.Global, een wereldwijde confederatie die diverse regionale, nationale en internationale netwerken rond interprofessionele educatie en samenwerking vertegenwoordigt. Peter Pype is huisarts en palliatief arts van opleiding. Hij werkt als hoofddocent aan de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen van de Universiteit Gent, België. Hij leidt daar het Centrum voor Interprofessionele Samenwerking in Onderwijs, Onderzoek en Praktijk. Hij is verantwoordelijk voor de uitbouw en implementatie van interprofessioneel onderwijs aan de Faculteit. Zijn onderzoek focust op evaluatie van interprofessioneel onderwijs, op werkplekleren in interprofessionele zorgsettings en op teamdynamiek bekeken door de bril van het complexiteitsdenken.
DOCUMENT
De internationale belangstelling voor interprofessionele samenwerking is groot. Vanuit wetenschappelijk onderzoek zijn er aanwijzingen dat interprofessionele samenwerking te verkiezen is boven de meer conventionele multiprofessionele manier van samenwerken. Interprofessionele samenwerking tussen tandartsen en mondhygiënisten sluit aan op het beleid met betrekking tot taakherschikking tussen deze beroepsgroepen. In het geval van taakherschikking worden taken c.q. diagnostiek en/of behandelingen over verschillende beroepsgroepen verdeeld. Interprofessionele samenwerking is echter een van de stijlen van samenwerken. Alvorens het onderscheid tussen verschillende stijlen van samenwerken te kunnen maken, is het van belang na te gaan wat samenwerking nu eigenlijk is.
DOCUMENT
Mensen met ernstige psychische aandoeningen hebben naast een psychiatrische stoornis gedurende langere tijd (>2 jaar) op meerdere levensgebieden beperkingen in het functioneren. In het beleidsrapport Over de brug (20..) zijn voor de komende jaren drie ambitieuze doelstellingen afgesproken: 1/3 meer psychiatrische en somatische gezondheidswinst (herstel van gezondheid), 1/3 meer participatie in werk of studie (herstel van maatschappelijke rollen), 1/3 meer verwezenlijking van individuele doelen (persoonlijk herstel). Op dit moment wordt vanuit de GGZ op verschillende manieren vanuit outreachende multidisciplinaire zorgteams hieraan gewerkt. De belangrijkste zorgvormen zijn. Gewerkt wordt vanuit teams voor: Bemoeizorg en Assertive Community Treatment (ACT), Flexibele ACT teams (F-ACT) en meer recent gebiedsgerichte GGZ zorgnetwerken. Deze teams staan voor een aantal uitdagingen: werken aan klinisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel; professionele zorg bieden aansluitend op naar eigen kracht en zelfmanagement; naast de cliënt ook zijn/haar netwerk en omgeving betrekken; interprofessioneel samenwerken met professionals buiten de GGZ; integratie van behandeling en rehabilitatie; integratie van psychiatrische en somatische zorg.
DOCUMENT
Veel hedendaagse vraagstukken in het onderwijs, de kinderopvang en de jeugdzorg, zowel in het preventieve als curatieve domein, zijn complex en stellen pedagogische professionals voor ingewikkelde vragen en dilemma's in het werken met jeugdigen en gezinnen.Interprofessionele samenwerking, mits op de juiste wijze uitgevoerd, kan de basis vormen voor het bundelen van expertise en inzichten om hedendaagse (complexe) problemen van kinderen, jongeren en ouders het hoofd te bieden. Verschillende lectoraten binnen de HvA hebben onderzoek gedaan naar de werkzame factoren van interprofessionele samenwerking in het sociale domein. Deze onderzoeken van drie faculteiten (FMR, FOO en FBSV) zijn thematisch geanalyseerd. Hieruit zijn vijf thema’s naar voren gekomen die voor interprofessionele samenwerking belangrijk zijn: randvoorwaarden voor interprofessionele samenwerking, ontmoeting en afstemming, partnerschap en eigenheid, betrokkenheid en zicht op effect/uitkomsten.Dit rapport laat zien voor welke dilemma’s en uitdagingen jeugdprofessionals staan in de grootstedelijke beroepspraktijk en hoe de beroepsopleiding hierop kan inspelen.
DOCUMENT
Deze rapportage gaat over de resultaten van de PACT-proeftuinen waaraan in opdracht van Het Kinderopvangfonds van 2015 tot 2017 is gewerkt. PACT-proeftuinen zijn innovatieve praktijken waarin door middel van interprofessionele samenwerking tussen de kinderopvang, het basisonderwijs en de zorg wordt gewerkt aan een inclusieve speelleeromgeving voor jonge kinderen (0- tot 6-jarigen).
DOCUMENT
Ingewikkelde vraagstukken of opgaven in het sociale, pedagogische en educatieve domein beperken zich meestal niet tot één van deze domeinen. Ze vragen om een aanpak waarbij professionals uit meerdere domeinen betrokken zijn: vanuit de verschillende disciplines, organisaties of afdelingen die er elk op hun eigen manier iets mee te maken hebben. Die samenwerking tussen de domeinen is nodig om de complexe vraagstukken rond kinderen met wie deze professionals werken, succesvol op te pakken. Maar de betrokken organisaties en professionals brengen daarbij ieder hun eigen achtergronden, werkwijzen en perspectieven mee. Sociale of culturele verschillen (zoals een andere visie, andere vaktaal, een andere manier van werken) of verschillen die vooral praktisch van aard zijn (zoals verschillende werkschema’s of systemen die niet op elkaar aansluiten) maken het soms een uitdaging om écht integraal aan gezamenlijke uitdagingen werken: vanuit een gedeelde visie, met een gedeelde aanpak, aan een gedeeld doel.
DOCUMENT