In dit rapport wordt het proces en de resultaten beschreven van fase 2 – projectjaar 2 tot en met 4 - van het project ‘Samen in Beweging met kwetsbare inwoners’. Het project is uitgevoerd door het consortium ‘Samen in beweging’ dat bestaat uit GGD IJsselland, GGD Noord- en Oost-Gelderland, Wageningen Universiteit (Academische Werkplaats AGORA),Hogeschool Viaa (Werkplaats Sociaal Domein Regio Zwolle) en de zes deelnemende gemeenten: Kampen, Zwartewaterland. Het vierjarige project is mede mogelijk gemaakt door ZonMw vanuit het preventieprogramma ‘Aan de slag met preventie in uw gemeente’.
DOCUMENT
In dit rapport worden de bevindingen weergegeven van het eerste projectjaar van het project ‘Samen in Beweging met kwetsbare inwoners’. In dit project ontwikkelen zorg-, welzijn- en sportprofessionals, gemeenten en inwoners met elkaar een goede praktijk waarbinnen inwoners gestimuleerd worden om in beweging te komen. In lijn met de theorie van Positieve Gezondheid, wordt bewegen, om de gezondheid te stimuleren, binnen het project breed opgevat. Enerzijds gaat het om bewegen in lichamelijke zin. Anderzijds wordt bewegen binnen dit project meer figuurlijk gezien. Deelname aan activiteiten zorgt ook voor sociale beweging en vergroot het gevoel van onderlinge betrokkenheid van inwoners en mentaal welbevinden. Het onderliggende doel is om inclusie, gezondheid en welzijn van de inwoners te stimuleren.
DOCUMENT
Het gemeentelijke aanbod en de organisatie van eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning in Nederland vertoont geografische verschillen, zo bleek uit een eerder uitgevoerd landelijk inventarisatieonderzoek door Significant Public in 2023. Uit dat onderzoek kwam naar voren dat niet alle vormen van ondersteuning overal en evenveel aanwezig zijn. Dit riep vragen op over de toegang tot het recht van burgers in Nederland. In opdracht van Divosa, in het kader van het Programma Robuuste Rechtsbescherming, heeft het Lectoraat Toegang tot het Recht van Hogeschool Utrecht, een aanvullend onderzoek uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in hoeverre het huidige sociaaljuridische ondersteuningsaanbod van gemeenten aansluit bij de behoeften van haar inwoners. Eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning (hierna: SJO) wordt aangeboden door verschillende partijen, waaronder het Juridisch Loket, sociaal raadslieden, rechtswinkels, wijkteams, Slachtofferhulp Nederland of Vluchtelingenwerk Nederland. Het gaat hierbij om het gratis fysieke, telefonische en schriftelijke aanbod van informatie, advies of ondersteuning aan inwoners binnen een gemeente. Alle inwoners van Nederland hebben recht op ondersteuning, maar sluit het lokaal aanbod aan bij de behoefte van inwoners? In dit onderzoek is vooral gekeken naar de behoefte van inwoners. Aan de hand van statistische analyses is onderzocht of bepaalde inwoners- en gemeentekenmerken verklaringen konden geven voor de geografische verschillen in het sociaaljuridische ondersteuningsaanbod. Door het koppelen van data over inwoners en gemeenten “(data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)) aan data over het SJO-aanbod was het mogelijk om verbanden tussen SJO-behoefte (inwoners) en SJO-aanbod te onderzoeken. Daarnaast heeft het onderzoek gekeken naar de mate waarin deze verbanden de geografische verschillen in het SJO-aanbod (het aantal SJO-vestigingen, type ondersteuning en leefgebieden) kunnen verklaren. Een hoger inwoneraantal, gemiddeld lager opleidingsniveau en minder gunstig arbeidsverleden van inwoners in de gemeente hangen samen met een breder SJO-aanbod in de gemeente. Deze bevindingen wijzen op een aansluiting tussen de behoefte van inwoners en het aanbod aan eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning in gemeenten. De kenmerken van gemeenten (in dit onderzoek: solvabiliteit van de gemeentelijke budgetten en stedelijkheid) bleken maar heel beperkt samen te hangen met het aanbod. Uit het onderzoek komt naar voren dat de aansluiting tussen inwonersbehoefte en het SJO-aanbod veel sterker is dan de aansluiting tussen kenmerken van een gemeente (solvabiliteit van gemeentelijke budgetten en stedelijkheidsgraad) en het SJO-aanbod. Uit het onderzoek kwamen ook omgekeerde, onverwachte verbanden naar voren. Zo bleken gemeenten met meer welvarende inwoners een breder (d.w.z. op meer leefgebieden) SJO-aanbod te hebben. Daartegenover stond dat gemeenten met relatief meer gedupeerden van de Kinderopvangtoeslagaffaire of met gemiddeld meer huishoudens met problematische schulden, minder eerstelijns SJO-vestigingen bleken te hebben. Bovendien kwam naar voren dat gemeenten met relatief meer gedupeerden van de Kinderopvangtoeslagaffaire of met meer bijstandsgerechtigden, een minder breed SJO-aanbod hebben. Dit is echter wel afhankelijk van hoe de breedte van het aanbod gemeten wordt. Overigens is er geen verband gevonden tussen het aantal inwoners met een migratieachtergrond en het SJO-aanbod. Deze resultaten impliceren een gebrek aan aansluiting tussen de SJO-behoefte van inwoners en het SJO-aanbod van gemeenten. Alle bovengenoemde kenmerken samen verklaren 79% van de verschillen tussen gemeenten wat betreft het aantal SJO-vestigingen, en 35% van de verschillen in de inhoudelijke breedte van het aanbod. Dit onderzoek heeft niet alleen inzicht gegeven in een cijfermatige aansluiting tussen behoefte en aanbod, maar heeft ook inzichtelijk gemaakt waar het lokale aanbod van eerstelijns sociaaljuridische ondersteuning in gemeenten vermoedelijk niet aansluit bij de behoefte van inwoners. Op basis van de onderzoeksresultaten is een aantal aanbevelingen geformuleerd. In de eerste plaats zouden de behoeften van inwoners op lokaal niveau meer, beter en systematischer in kaart moeten worden gebracht. Dit kan als basis dienen voor beleid over het sociaaljuridische ondersteuningsaanbod op lokaal niveau. Dit zou bij voorkeur moeten gebeuren aan de hand van informatie over het SJO-gebruik in gemeenten en de resultaten van deze dienstverlening. Dan pas kunnen er conclusies worden getrokken over de aansluiting en doelmatigheid van het SJO-aanbod in gemeenten. Verder is landelijke regie en monitoring nodig om de aansluiting tussen SJO-behoefte en SJO-aanbod op gelijke wijze te laten plaatsvinden. Dit heeft als voordeel dat er dan gestuurd kan worden om (nieuwe) geografische verschillen in aansluiting te voorkomen. Bovendien is er meer kennis en inzicht nodig over gemeentelijk beleid en besluitvorming, inclusief inkoop, rondom de organisatie en inrichting van eerstelijns sociaaljuridische dienstverlening.
DOCUMENT
In de arbeidsmarktregio Groningen hebben gemeenten, UWV en werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers zich verenigd in het samenwerkingsverband Werk in Zicht (WIZ). Ze hebben zich tot doel gesteld om 20.000 inwoners met behulp van diverse projecten te stimuleren in hun ontwikkeling op de arbeidsmarkt. Waarin ze zich willen ontwikkelen en in welk tempo, bepalen de inwoners zelf. Hoe dit in kaart te brengen?
LINK
In het sociaal werk ontstaan steeds meer initiatieven om met online toepassingen de dienstverlening te verrijken. De combinatie van bestaande face-to-face-ondersteuning en onlinetoepassingen maken samen blended ondersteuning. Met blended ondersteuning wil het sociaal werk ondersteuning verbeteren en aansluiten bij de onlineleefwereld van inwoners. Om de ontwikkeling van onlinetoepassingen en blended sociaal werk aan te jagen, bundelden organisaties voor sociaal werk hun krachten in de Kopgroep Blended, Effectmeting, Benchmark (BEB). De Kopgroep BEB bestaat uit MEE & de Wering, De SMD, Xtra, Versa Welzijn, Elan Welzijn, Wij Heemstede, Welzijn Bloemendaal, Pluspunt Zandvoort en SWOA. AdSysCo is aangesloten als specialist in software voor het sociaal domein aan om de technische wensen te realiseren die gepaard gaan met het ontwikkelen van blended sociaal werk. In 2023 deed het lectoraat Empowerment & Professionalisering een verkennend onderzoek naar het perspectief van inwoners op de komst van blended sociaal werk. De uitkomsten hiervan vindt u in de rapportage via onderstaande link.
DOCUMENT
De nieuwe herindelingsgemeente Midden-Groningen wil leefbaarheids- en welzijnsproblemen binnen dorpen, buurten en wijken stevig aanpakken. Vergeleken met elders in Nederland heerst er onder de inwoners van de gemeente gemiddeld meer armoede en werkloosheid en is er sprake van een lagere levensverwachting en minder kansen. Ook valt er aan de woonomgeving vaak veel te verbeteren. Dit geldt zo ook voor Noorderpark: een woonwijk in het noorden van Hoogezand-Sappemeer met ca. 3400 inwoners waar verschillende ruimtelijke en sociaaleconomische problemen in de leefomgeving samenkomen.Kenniscentrum NoorderRuimte van de Hanzehogeschool Groningen is via het lectoraat Leefomgeving in Transitie (LiT) bij de wijkvernieuwing ‘Hoogezand-Noord’ betrokken en onderzoekt samen met inwoners de leefbaarheid van de wijk Noorderpark. Het doel van dit Participatief Actie Onderzoek is om van binnenuit meer inzicht te krijgen wat speelt en leeft in de wijk en om inwoners en hun wensen en ideeën op de korte en de langere termijn te betrekken in de planvorming. Dit rapport gaat in op welke sociaal-ruimtelijke aspecten van de leefbaarheid van Noorderpark inwoners belangrijk vinden en meer of minder waarderen, de redenen die zij hiervoor hebben en welke eerste ideeën voor verbeteringen zij aandragen. Deze uitkomsten zijn gebaseerd op een serie door inwoners aangestuurde fotowandelingen door de wijk, interviews en gesprekken met inwoners thuis, op straat en online, en door de gemeente georganiseerde koffiekarren. De volgende stap van het Participatief Actie Onderzoek is dat inwoners samen met de gemeente Midden-Groningen en andere relevante partijen - zoals de woningcorporaties Lefier en Groninger Huis en sociale partners - gezamenlijk op deze uitkomsten en andere relevante kennis en informatie voortbouwen.
DOCUMENT
In een deel van de wijk Pittelo in Assen is samen met de inwoners gekeken naar het meer natuurvriendelijk maken van de woonomgeving. We hebben met verschillende partijen de inwoners geholpen in het maken van een gezamenlijke keuze daarin.De Factsheet is onderdeel van het CoE Groenproject 'Natuurinclusief gedrag van burgers'.
DOCUMENT
De dorpsvereniging van Westerbroek legt ieder 10 jaar wensen en verwachtingen van inwoners ten aanzien van de leefbaarheid van hun leefomgeving vast in een dorpsvisie om er vervolgens -waar mogelijk- ook mee aan de slag te gaan. Dit jaar -2023- is de laatste Dorpsvisie 2012-2022 aan opvolging toe door een nieuwe dorpsvisie voor de periode 2023-2033. Dit onderzoeksrapport geeft de dorpsvereniging handreikingen vanuit inwonerperspectief voor het opstellen ervan. Het doel van een dorpsvisie is om een leidraad te vormen voor toekomstige beslissingen en acties die eraan bijdragen aan dat Westerbroek een prettige en leefbare plek is en blijft voor inwoners om te wonen, werken en recreëren.
DOCUMENT
In het najaar is door het Kenniscentrum NoorderRuimte van Hanzehogeschool Groningen onderzoek gedaan naar de waardering van de leefomgeving van het dorp Adorp (gemeente Winsum). Adorp is een eeuwenoud wierdedorp in het vroegere stroomdal van de Hunze ten noorden van de stad Groningen. Het dorp Adorp telt 530 inwoners, met het buitengebied erbij ongeveer 650 inwoners. De laatste tien jaar is het inwoneraantal ongeveer gelijk gebleven. De opdrachtgever voor het onderzoek was de Vereniging Dorpsbelangen Adorp, gefaciliteerd door de gemeente Winsum. Het bestuur van de Vereniging Dorpsbelangen Adorp is voornemens een dorpsvisie voor Adorp uit te brengen. Dit inwonersonderzoek wordt gebruikt om doelen en actiepunten voor deze dorpsvisie te vinden. De onderzoeksvraag voor dit onderzoek luidde: Welke waardering geven inwoners van Adorp aan hun leefomgeving?
DOCUMENT