Inclusief onderwijs streeft ernaar om leerlingen met onderwijszorgbehoeftes in het regulier onderwijs te houden. Om voor deze leerlingen een passend onderwijszorgaanbod te realiseren, is interprofessionele samenwerking tussen de leerkracht en de jeugdhulpverlener nodig. Er is echter nog onvoldoende bekend over interprofessionele samenwerking in het primair onderwijs en wat hierin belemmerend of bevorderend werkt. In deze overzichtsstudie gaan we in op de thema’s die naar voren komen in de literatuur over deze samenwerking. We gebruiken hiervoor drie invalshoeken: het interprofessioneel handelen, het pedagogisch-didactisch handelen en de organisatorische factoren. Op basis van de analyse van 47 studies over interprofessioneel samenwerken hebben we een raamwerk opgesteld met samenhangende thema’s en de daarbij horende knelpunten en succesfactoren. Het raamwerk biedt mogelijkheden om praktijken te onderzoeken en voor onderwijs- en opleidingspraktijk om in kaart te brengen waar de knelpunten en succesfactoren binnen hun eigen samenwerking liggen. Hiermee kan een verbeterplan worden opgesteld.
DOCUMENT
De Schilderswijk en Escamp University zijn zaterdagscholen in de Schilderswijk en Escamp. In tegenstelling tot veel weekendscholen zijn deze Universities niet gericht op het bestrijden van achterstanden, maar bieden zij juist de beter presterende leerlingen meer uitdagingen. De Haagse Hogeschool onderzocht, in samenspraak met de gemeente Den Haag, Stichting Brede Buurtschool en met de directeuren/coördinatoren van de beide Universities, in hoeverre deelname aan Schilderswijk of Escamp University bijdraagt aan de sociale mobiliteit van deze leerlingen. Hierbij is gekeken naar de veranderingen in middelbare schoolkeuze, het sociale netwerk en de toekomstambities van de leerlingen. De resultaten van het onderzoek laten zien dat deelname aan het programma van de University leidt tot veranderingen en daarmee bijdraagt aan de sociale mobiliteit onder de deelnemende jongeren en meer kansengelijkheid in het Haagse onderwijs. Het programma maakt leerlingen bewust van middelbare scholen buiten de buurt. Ook sluiten ze sneller nieuwe vriendschappen, waardoor ze een belangrijk netwerk buiten hun eigen kring krijgen. Daarnaast zien we dat leerlingen bewuster zijn van hun talenten en mogelijkheden en dat hun toekomstverwachtingen hierdoor medebepaald worden.
DOCUMENT
Het hebben van een gebroken schoolcarrière is een bekende risicofactor voor problemen in de ontwikkeling van jongeren (Meij & Ince 2013). Het is dan ook een belangrijke oorzaak van het ontstaan van uitsluiting en ongelijkheid. Om deze negatieve gevolgen af te wenden is een preventieve aanpak noodzakelijk. Hierbij heeft een gezamenlijke preventieve aanpak de voorkeur boven een geïsoleerde aanpak die zich op één kenmerk van de jongere of diens leefsituatie richt. Samenwerken tussen jongerenwerk en VO maakt een brede preventieve aanpak mogelijk. Deze brochure beschrijft wat de potentiële bijdrage is van de samenwerking tussen jongerenwerk en VO aan het versterken van de schoolcarrières van jongeren, welke vormen van samenwerking er zijn en wat de succesfactoren zijn van de samenwerking tussen jongerenwerk en VO.
DOCUMENT
Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat voortijdig schooluitval het gevolg is van een keten aan processen. Twee belangrijke pijlers onder dit levensloopmodel zijn: onvoldoende basisvaardigheden in taal en rekenen en weinig motivatie voor en betrokkenheid bij onderwijs. In Nederland wordt dit model getoetst in een project Preventie in de Keten. Wellicht wordt hiermee duidelijk welke kwetsbare leerlingen gebaat zijn met extra ondersteuning en hoe docenten hierop in kunnen spelen. In: Profiel, 2012 afl. 7
MULTIFILE
Iedere buurt is verschillend, net als iedere leerling. Leraren houden rekening met die verschillen, ook als ze een ontwerp voor de buurt laten maken. Dat komt geregeld voor, met als gedachte dat het goed is om de school met de leefwereld van de leerlingen te verbinden, en hen te helpen die leefwereld te verbeteren.
DOCUMENT
Inleiding: Sinds 2015 zijn alle gemeenten in Nederland verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning van hun burgers. De invoering van de Jeugdwet, Participatiewet en WMO hebben ervoor gezorgd dat gemeenten zorg dragen voor, respectievelijk, de ondersteuning van jongeren tot 23 jaar, voor ondersteuning van burgers bij het vinden van een plaats op de arbeidsmarkt en de zorg voor niet zelfredzame burgers. De drie wetten komen samen bij de ondersteuning van de maatschappelijke participatie van jongeren en jongvolwassenen tot 27 jaar met psychische of gedragsproblemen.
MULTIFILE
In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
DOCUMENT