Inleiding:De online leefwereld speelt in toenemende mate een centrale rol in het leven en de ontwikkeling van jongeren. De online leefwereld biedt jongeren veel mogelijkheden om bijvoorbeeld hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, andere jongeren te ontmoeten en vriendschappen op te bouwen, te experimenteren met verschillende aspecten van hun identiteit, nieuwe vaardigheden aan te leren en ondersteuning voor hun vragen en problemen makkelijker te zoeken en te vinden. Niet alle jongeren profiteren van deze mogelijkheden. Sommige jongeren ervaren ook de negatieve kanten van de online leefwereld (zoals cyberpesten, grooming, exposing, uitsluiting, etc.), zijn betrokken bij online fraude en cybercrime, hebben moeite bij bepaalde stappen in hun ontwikkeling en vertonen risicogedrag in de online leefwereld. Vooral deze jongeren hebben ondersteuning nodig in de online leefwereld. Maar wie moet dat doen en hoe kun je precies jongeren in deze omgeving ondersteunen? Terwijl scholen en ouders vaak achter de feiten aan hollen en nauwelijks toegang hebben tot de online leefwereld van jongeren, werken jongerenwerkers al een aantal jaar intensiever in die leefwereld.
DOCUMENT
De overgang naar volwassenheid verloopt voor veel jongeren niet vanzelf. Dit geldt zeker voor jongeren die moeilijkheden ervaren op een of meerdere leefgebieden, zoals in de relatie met ouders of vrienden, op gebied van school, werk of financiën, jongeren die worstelen met psychische of lichamelijke klachten of het gebruik van verdovende middelen. OJOV – Ondersteuning Jeugd in Overgang naar Volwassenheid – is een onderzoeksprogramma dat middels onderzoek naar de leefwereld en het perspectief van jongeren bijdraagt aan het verbeteren van de begeleiding van en hulp aan oudere jeugd en jongvolwassenen met ondersteuningsbehoeften. In deze rapportage worden de resultaten gepresenteerd van de semigestructureerde interviews met jongeren van 16 en 17 jaar die in het kader van het OJOV-onderzoek zijn afgenomen. Voor al deze jongeren geldt dat ze gebruik maken van een vorm van professionele hulp voor ondersteuning op een of meerdere leefgebieden.
MULTIFILE
Inleiding:De leefwereld van jongeren speelde zich al voor een groot deel online af, maar sinds de coronavirus uitbraak lijkt dit alleen maar te zijn toegenomen. Hierdoor lopen met name jongeren in kwetsbare situaties risico’s op het ontwikkelen van online risicogedrag of verslavingen en het verliezen van de aansluiting met de samenleving. Jongerenwerkers zijn sociaal werk professionals die jongeren in kwetsbare situaties (10-23 jaar) begeleiden bij het volwassen worden in de samenleving zowel offline als online. Vanuit de leefwereld van jongeren dragen zij bij aan het versterken van de persoonlijke ontwikkeling en participatie, en het verminderen van risicogedrag, problemen en uitval van jongeren2. Sinds de coronavirus uitbraak is jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren in een stroomversnelling gekomen omdat een nog groter deel van de leefwereld van jongeren zich online afspeelde.Er is echter nog weinig bekend over de ontwikkelingsbehoeften van jongeren in hun online leefwereld en hoe jongerenwerkers door in te spelen op deze ontwikkelingsbehoeftes bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van jongeren.Samen met Lectoraat Youth Spot – Jongeren- werk (HvA) hebben 28 jongerenwerkers van 14 jongerenwerkaanbieders van mei tot november 2020 behoeften verzameld van 175 jongeren3 en 140 betrokken stakeholders4 van het jongerenwerk.Jongerenwerkers vroegen jongeren screenshots te maken van momenten waarin jongeren behoefte hadden aan jongerenwerk in hun online leefwereld en gingen met jongeren over deze behoeften in gesprek. Jongerenwerkers vroegen de stakeholders van het jongerenwerk wat hun behoeften waren aan jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.De bevindingen zijn gevalideerd door 55 jongerenwerkers in een Delphi-studie en 12 inhoudelijk deskundigen in een focusgroep.Hieronder beschrijven we achtereenvolgens de ontwikkelingsbehoeften van jongeren en drie methodieken van jongerenwerk in de online leefwereld van jongeren.
DOCUMENT
Hoofdstuk 8 uit boek. In Nederland wonen meer dan anderhalf miljoen jongeren. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze thuis wonen, een schoolopleiding volgen en opgroeien in een wired world. In dit boek analyseren de auteurs aan de hand van deze drie thema’s de leefwerelden van jongeren. Het eerste deel van Leefwerelden van jongeren gaat in op het gezin waarin jongeren opgroeien en de manier waarop ouders en jongeren met elkaar omgaan. Ook de betekenis van leeftijdgenoten, peergroups en jeugdcultuur wordt behandeld. Daarnaast komen seksuele ontwikkeling en seksueel gedrag, lichaamsbeeld en lichaamsbeleving aan de orde. In deel twee komen de functies van school en de verschillende typen onderwijs aan bod. Er is vooral aandacht voor de eigen leefwereld die jongeren op school met elkaar creëren. In het derde en laatste deel staan de media en de populaire cultuur centraal. Jongeren komen hierin naar voren als mediagebruikers (de digitale generatie), maar ook als onderwerp van media-aandacht.
DOCUMENT
Sinds ik zo’n vijf jaar geleden bij de Hogeschool van Amsterdam (HvA) kwam werken belandde ik van de ene bijeenkomst in de andere waar ‘leefwereld en systeemwereld’ over tafel vlogen. Zowel binnen, als ook buiten de hogeschool was er bijna geen ontkomen aan. In beleidstukken, op discussiebijeenkomsten en in het onderwijs stelden ambtenaren, burgers, experts op allerlei terreinen en docenten vast dat de kern van de problematiek welke die ochtend of middag centraal stond, was terug te brengen tot de ‘kloof’ tussen de ‘systeemwereld’ en de ‘leefwereld’. Mijn verwondering was groot en mijn nieuwsgierigheid gewekt. Want hoe werd dit begrippenpaar, afkomstig uit een van de meest complexe theoretische verhandelingen van de 20e eeuw van de Duitse socioloog en filosoof Jürgen Habermas, zo gemeengoed?
LINK
Jongeren in de leeftijd van 10 tot 14 jaar maken grote veranderingen in hun leven door. Helaas geldt niet voor iedereen dat deze veranderingen probleemloos verlopen. Voor jongeren die opgroeien in de Groningse krachtwijk (Indische Buurt en De Hoogte), geldt bijvoorbeeld dat de overgang naar het voortgezet onderwijs relatief veel problemen (spijbelen, schooluitval en ander risico- en regeloverschrijdend gedrag) met zich meebrengt. In deze eindrapportage vindt u de resultaten van de inspanningen die de werkgroep Leefwereld Jongeren 10-14 jaar het afgelopen jaar geleverd heeft om problemen in kaart te brengen en te verminderen.Meer specifiek vindt u in dit verslag een overzicht van het uitgevoerde onderzoek naar de leefwereld van jongeren die op de drempel staan om naar het voortgezet onderwijs (vo) te gaan. Vier studies zijn uitgevoerd om er achter te komen of deze jongeren goed voorbereid het vo betreden. Uit de studies blijkt dat dit niet voor alle jongeren geldt; vooral jongeren die naar het vmbo gaan weten te weinig van wat het voortgezet onderwijs ze gaat brengen en uiteindelijk kan bieden. In de discussie van de onderzoeksresultaten en in het hoofdstuk met adviezen voor de toekomst, wordt aandacht geschonken aan methoden die ingezet kunnen worden om deze ‘deficiëntie’ op te heffen.Uit het onderzoek bleek verder dat jongeren uit de laatste klassen van de basisschool nog maar weinig risicogedrag vertonen. Omdat uit verschillende onderzoeken blijkt dat de iets oudere jongeren wel degelijk relatief veel risicogedrag vertonen, is het verstandig in te zetten op preventie. In dit verslag wordt een methode beschreven die dit jaar bij de doelgroep met succes uitgeprobeerd is. Positieve punten en verbeterpunten van de opgezette preventiecampagne worden in dit verslag besproken.In het laatste hoofdstuk van dit verslag vindt u een overzicht met adviezen voor de toekomst. Dit zijn adviezen voor de korte termijn (voor de duur van het project Pedagogische Kracht in de Wijk) en voor de lange termijn (hetgeen ‘zou moeten gebeuren’). Om deze doelgroep succesvol ‘over te dragen’ aan het voortgezet onderwijs, dient het een en ander aangepakt te worden. De vraag hierbij is niet ‘Hoe zorgen we ervoor dat de jongeren het bij ons (Vensterschool Koorenspoor) goed doen?’, maar ‘Hoe zorgen we ervoor dat deze jongeren het straks net zo succesvol als bij ons blijven doen?’
DOCUMENT
Deelrapportage ‘Dansen doe je met z’n vieren’ uit het KeTJAA-project Samen aanwezig in de leefwereld.
DOCUMENT
We hebben tijdens dit onderzoek gezien dat professionals die direct met jongeren werken goed zijn in het aansluiten bij hun leefwereld. Ze doen als het ware een pedagogische dans met jongeren, waarbij ze hen zoveel mogelijk ‘in the lead’ laten, maar soms ook een andere kant op bewegen wanneer dat nodig is, terwijl ze wel in ‘close contact’ met jongeren blijven. Professionals die op school, in de wijk en online dagelijks met jongeren werken zijn goed in improviseren en afstemmen, om zo samen met elke jongere een eigen, passend ritme te vinden. Zij kunnen deze pedagogische dans echter niet uitvoeren zonder vertrouwen en steun van managers en teamleiders binnen hun eigen organisatie, en zonder passende opdrachten en faciliterende kaders van beleidsmakers. Het swingt pas echt, als ook deze twee partijen bij de pedagogische dans tussen jongeren en professionals betrokken zijn. Met andere woorden: dansen doe je met zijn vieren. In deze publicatie delen we onze ‘danslessen’ voor uitvoerend professionals, teamleiders/managers en beleidsmakers in het onderwijs en het sociaal domein. We beschrijven hoe zij elk op hun eigen manier eraan kunnen bijdragen dat jongeren met plezier, energie en vertrouwen de toekomst in dansen. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland, perMens en het Verwey-Jonker Instituut, in het kader van de Kenniswerkplaats Jeugd KeTJAA in Amsterdam-Amstelland. KeTJAA is een van de twaalf Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd en wordt gefinancierd door ZonMw en de gemeente Amsterdam. Auteurs: Marjolijn Distelbrink, Femke Kaulingfreks, Kelly Matthijsen, Evelien Nijland, Sophie Vermaning en Donya Yassine
DOCUMENT
We hebben in onderzoek gezien dat professionals die direct met jongeren werken goed zijn in het aansluiten bij hun leefwereld. Ze doen als het ware een pedagogische dans met jongeren, waarbij ze hen zoveel mogelijk ‘in the lead’ laten, maar soms ook een andere kant op bewegen wanneer dat nodig is, terwijl ze wel in ‘close contact’ met jongeren blijven. Professionals die op school, in de wijk en online dagelijks met jongeren werken zijn goed in improviseren en afstemmen, om zo samen met elke jongere een eigen, passend ritme te vinden. Zij kunnen deze pedagogische dans echter niet uitvoeren zonder vertrouwen en steun van managers en teamleiders binnen hun eigen organisatie, en onder passende opdrachten en faciliterende kaders van beleidsmakers. Het swingt pas echt, als ook deze twee partijen bij de pedagogische dans tussen jongeren en professionals betrokken zijn. Met andere woorden: dansen doe je met zijn vieren. Hier delen we onze ‘danslessen’ voor uitvoerend professionals, teamleiders/managers en beleidsmakers in het onderwijs en het sociaal domein. We beschrijven hoe zij elk op hun eigen manier eraan kunnen bijdragen dat jongeren met plezier, energie en vertrouwen de toekomst in dansen. Dit onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het lectoraat Jeugd en Samenleving van Hogeschool Inholland, perMens en het Verwey-Jonker Instituut, in het kader van de Kenniswerkplaats Jeugd KeTJAA in Amsterdam-Amstelland. KeTJAA is een van de twaalf Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd en wordt gefinancierd door ZonMw en de gemeente Amsterdam. Auteurs: Marjolijn Distelbrink, Femke Kaulingfreks, Kelly Matthijsen, Evelien Nijland, Sophie Vermaning en Donya Yassine
DOCUMENT
Theoretisch boek over de hulpverlening aan mensen in armoede vanuit sociologisch en psychologisch perspectief op basis van twee doctoraten
DOCUMENT