Fontys, met name de lerarenopleidingen in Tilburg en Eindhoven, voert sinds 1999 een duale opleiding uit ten behoeve van onderwijspersoneel voor het Bve. Bij de ontwikkeling van deze opleiding zijn tien Regionale Opleidingscentra (ROC s) betrokken uit Brabant en Limburg. De opleiding in het Bve-traject verloopt op een duale manier, waarbij werken en leren geontegreerd plaatsvinden. De student heeft een betaalde werkplek op het ROC. Fontys is verantwoordelijkheid voor de opleiding. Het verwerven van competenties vindt voor een belangrijk deel plaats via producerend leren. Bij producerend leren werkt de student aan een product dat bruikbaar is in de eigen ROC-werksituatie. De opzet van de duale opleiding Bve is relatief nieuw binnen de lerarenopleiding. Om die reden, maar zeker ook vanuit de noodzaak van permanente kwaliteitszorg, is het van belang de leerwinst en de leerzaamheid bij de duale trajecten te onderzoeken. In dit rapport worden de bevindingen uit diverse evaluaties gebundeld.
DOCUMENT
Resultaten van praktijkonderzoek naar wat studenten aan de lerarenopleiding leren van een bedrijfsstage, en hoe je kunt stimuleren dat de studenten daarover gaan nadenken. Hiervoor is een laagdrempelig reflectie-instrument ontwikkeld: het leerwinstdocument (zie p. 18). Dit vraagt studenten stil te staan bij hun eigen gevoelens van verbazing, trots, frustratie etc. Het doel is dat ze zichzelf gaan observeren, en dat ze zo gaan herkennen dat ze iets aan het leren zijn. Vervolgens koppelen ze de situatie die dit gevoel heeft opgeroepen aan vooraf opgestelde leerdoelen. Tot besluit verwoorden de studenten op een opbouwende manier wat ze aan deze ervaring (kunnen) hebben. Zo worden de studenten worden uitgedaagd om verschillende soorten leerwinst vast te leggen en om na te denken hoe zij door deze leerervaringen de leraar kunnen worden die zij willen zijn. Om de vertaling naar hun toekomstige werk als leraar nog verder te maken brachten studenten ook een advies uit over projectonderwijs in een verwante opleiding (leraar biologie). Zo moesten ze nog explicieter hun mening vormen over de didactiek van projectonderwijs. Het 'leerwinstdocument' is ontwikkeld voor studenten in de lerarenopleidingen Natuurkunde, Scheikunde en Techniek, maar is met beperkte aanpassingen goed bruikbaar voor projectonderwijs vanuit andere vakken.
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Is eerder gepubliceerd op de site van de Nederlandse Dalton Vereniging, 2021. april Onderzoek laat zien dat individuele prestatieverschillen een direct gevolg zijn van de hoeveelheid tijd besteed aan doelbewuste oefening. In dit onderzoek is bij 49 basisschoolleraren onderzocht hoeveel tijd zij besteden aan activiteiten die grotendeels voldoen aan de kenmerken van doelbewuste oefening en hoeveel leerwinst zij daarbij ervaren. Doelbewuste oefenactiviteiten zijn activiteiten met een duidelijk doel om het eigen onderwijs te verbeteren, zijn vooraf doordacht en gepland, worden voorzien van informatieve feedback en worden herhaaldelijk en regelmatig uitgevoerd. Leraren vulden via een mobiele logboekapplicatie tweemaal per dag gedurende twee weken een vragenlijst in, waarin ze bijhielden welke activiteiten zij uitvoerden om hun onderwijs te verbeteren en hoeveel tijd ze hieraan besteedden. Uit de eerste onderzoeksresultaten blijkt dat leraren ongeveer 30 procent van de gerapporteerde tijd besteden aan doelbewuste oefenactiviteiten. Doelbewuste oefenactiviteiten bleken significant langer te duren dan niet-doelbewuste oefenactiviteiten. Verder ervaren leraren een significant hogere leerwinst bij het uitvoeren van doelbewuste oefenactiviteiten dan bij niet-doelbewuste oefenactiviteiten. Meters maken dus!
MULTIFILE
Studenten die leren van video’s zijn gebaat bij mediaspelers die meer opties bieden bij het zoeken naar specifieke delen van een filmpje. Voor het leereffect is het belangrijk dat het eenvoudiger wordt om een bepaald fragment nog eens terug te kijken. Dat stelt Jelle de Boer, die promoveert op een onderzoek naar de kijkpatronen van studenten bij het bestuderen van video’s.De Boer onderzocht het kijkgedrag van studenten in verschillende experimenten. Studenten kregen daarbij onder meer een instructie over mogelijk alternatief kijkgedrag, om te onderzoeken in hoeverre die alternatieve strategie hun leereffecten zou verhogen. De Boer vond dat de leereffecten van kijkers met een smal kijkrepertoire lager waren dan de leereffecten van strategische kijkers en studenten met een breed kijkrepertoire.Studenten met enige basiskennis over de onderwerpen die aan bod kwamen in de video’s hadden het meeste voordeel van het gebruik van mogelijk alternatief kijkgedrag en studenten met weinig voorkennis hadden het minste voordeel. De leerwinst van studenten met weinig voorkennis verdween na een aantal weken; kennisverwerking lijkt slecht te gaan wanneer twee dingen tegelijk worden gedaan.
MULTIFILE
Elk jaar verlaten veertigduizend kinderen de reguliere basisschool met een leesachterstand van twee jaar of meer. In het speciaal basisonderwijs bereikt de gemiddelde leerling een leesniveau tussen groep vier en vijf van het basisonderwijs. Eenmaal opgedane leesachterstand blijkt zeer moeilijk in te lopen te zijn. Remediëren is in die situatie uiterst gecompliceerd en weinig succesvol. Slechts een kwart van de leerlingen die in groep 5 tot de zwakke lezers behoort, slaagt erin deze achterstand in te halen (Grossen, 1997). Het gevolg is, dat ons land 250.000 volwassen functioneel analfabeten kent (Inspectie van het Onderwijs, 2003).
DOCUMENT
Elk jaar verlaten veertigduizend kinderen de reguliere basisschool met een leesachterstand van twee jaar of meer. In het speciaal basisonderwijs bereikt de gemiddelde leerling een leesniveau tussen groep vier en vijf van het basisonderwijs. Eenmaal opgedane leesachterstand blijkt zeer moeilijk in te lopen te zijn. Remediëren is in die situatie uiterst gecompliceerd en weinig succesvol. Slechts een kwart van de leerlingen die in groep 5 tot de zwakke lezers behoort, slaagt erin deze achterstand in te halen (Grossen, 1997). Het gevolg is, dat ons land 250.000 volwassen functioneel analfabeten kent (Inspectie van het Onderwijs, 2003).
DOCUMENT
Deze studie biedt een overzicht van wat uit onderzoek bekend is over effectief onderwijs in begrijpend lezen. De rapportage vormt het kader voor een peiling naar de stand van zaken in het begrijpend leesonderwijs aan het eind van het basisonderwijs die in 2021 wordt uitgevoerd.
DOCUMENT
Dit onderzoek is het vervolg op het onderzoeksrapport ‘Uit de startblokken’ (Teekman, Slendebroek-Meints, Pruim & Jager-Vreugdenhil, 2015). ‘Uit de startblokken’ was het eerste kwantitatieve onderzoek dat het Centrum voor Samenlevingsvraagstukken (CvSv) als Wmo-werkplaats uitbracht. Een jaar na deze 0-meting vormt dit onderzoek de 1-meting. De 1-meting vond, net als de 0-meting (in 2015), plaats bij de sociale wijkteams in Zwolle en Elburg. Dit jaar niet meer onder de noemer Wmo-werkplaats: deze titel is opgevolgd door Werkplaats Sociaal Domein. De komende drie jaar mag het CvSv in Zwolle en omstreken onderzoek blijven doen naar veranderingen op het brede terrein van het sociale domein. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: Hoe kunnen beroepskrachten binnen de sociale wijkteams op een goede manier samenwerken om mensen die dat nodig hebben efficiënt ondersteuning te bieden, aansluitend bij diens eigen vraag en eigen mogelijkheden? En hoe maken professionals daarvoor optimaal gebruik van de mogelijkheden van de eigen verbanden van burgers?
DOCUMENT
Om te werken aan kwaliteit moet je begrijpen wat leerlingen, leraren en scholen nodig hebben. Daarvoor is expertise belangrijk, maar moet je tegelijk ook voorbij je eigen routines, schoolculturen of persoonlijke aannames kunnen kijken. Hoe combineer je nu intuïtie, data en onderzoek? Hoe kunnen we evidence-informed werken vertalen naar een aanpak die past in de praktijk en die ons helpt de onderwijskwaliteit te versterken? Daar gaat Kristin in deze sessie dieper op in.
DOCUMENT