Het project "werkplaats Oud-Oost" is opgezet om verkokering tussen organisaties te verkleinen, versnippering van aanpak en projecten te voorkomen en kennis die in het werkveld wordt ontwikkeld vast te houden. Het project beoogt daarmee een bijdrage te leveren aan ontschotting, professionalisering en de ontwikkeling van een gedeelde visie voor de aanpak van het gebied Oud-Oost. In dit plan van aanpak wordt de opzet van deze werkplaats verder uitgewerkt
DOCUMENT
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
Een basisdocument gemaakt ten behoeve van het RIF-project van het innovatiecluster Kind en Educatie. Hierin wordt verdieping gegeven aan de visie en doelstellingen van dit project vanuit literatuur en aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. Met het basisdocument wordt een gezamenlijke basis gecreëerd voor studenten, docenten en professionals van de instellingen die betrokken zijn bij het innovatiecluster Kind en Educatie: > Het is een vertrekpunt voor werken, leren en professionaliseren; > Het vormt een aanzet voor een gemeenschappelijke taal en begrippenkader. In Hoofdstuk 1 wordt de aanleiding voor en de context van het innovatiecluster K&E beschreven aan de hand van een praktijkvoorbeeld. Vervolgens wordt uitgewerkt langs welke lijnen interprofessioneel werken in de regio Zwolle ontwikkeld gaat worden. In Hoofdstuk 2 wordt beschreven wat uit bestaande literatuur geleerd kan worden over wat interprofessioneel werken nu eigenlijk is. Wat betekent interprofessioneel werken voor een team en voor een individuele professional in het domein Kind en Educatie? Wat is er nodig is om een interprofessioneel team goed te laten functioneren? In Hoofdstuk 3 ligt de focus op opleiden, in het bijzonder het leren van studenten uit verschillende mbo- en hbo-opleidingen in interprofessionele leerteams. Hoe en wat leren studenten in een leerteam? Hoe draagt dat bij aan hun professionele ontwikkeling en vormt dat hun professionele identiteit? Hoe kunnen mbo- en hbo-docenten en praktijkbegeleiders de studenten in het leerteam het beste begeleiden? Hoe kunnen leerteams worden ingebed in de onderwijsprogramma’s van de verschillende opleidingen? In Hoofdstuk 4 worden drie onderzoeksgebieden beschreven. Binnen het innovatiecluster K&E is de wens veel te leren over interprofessioneel werken. De vragen richten zich op het leren in leerteams, de bekwaamheid van professionals en hoe kinderen en hun ouders of verzorgers die andere manier van werken ervaren. Daarvoor wordt in de eigen praktijk onderzoek gedaan en wordt samengewerkt met onderzoekspartners in het netwerk.
DOCUMENT
Het boek ‘Create Health Ways of Working: Insights from ten eHealth innovation research projects’ presenteert inzichten uit het meta-onderzoeksproject ‘Create & Health Innovation WAys of Working Analysis’, ook wel CHIWAWA genoemd. Binnen dit meta-onderzoeksproject inventariseerden onderzoekers van de Hogeschool Utrecht (Lectoraat Onderzoekend Vermogen en Lectoraat Co-design) het gebruik van creatieve manieren van werken bij innovatieprocessen in de zorg, waarvoor zij tien onderzoeksprojecten van Nederlandse kennisinstellingen volgende in de periode 2018 – 2022. Deze tien onderzoeksprojecten en het meta-onderzoek waren onderdeel van het ZonMw-programma Create Health. Het boek presenteert case-portretten van de tien onderzoeksprojecten naar eHealth innovatie die zich concentreerden rondom de thema’s dementie, eenzaamheid en overgewicht. Vervolgens geeft het boek verdieping met betrekking tot de creatieve manieren van werken in de tien Create Health-onderzoeksprojecten, begrip van relationele processen bij het creëren van kennisuitwisseling en zicht op de impact die een dergelijke samenwerking heeft op de zorg- en welzijnssector en op de creatieve industrie. Het boek bevat aanbevelingen voor toekomstige onderzoeksconsortia, financiers en de praktijk (creatieve industrie, zorgsector en doelgroep) en sluit af met de beschrijving van een tool die gebaseerd is op het Research Pathway Model, dat als instrument gebruikt kan worden om het gesprek tussen stakeholders van innovatieprocessen in de zorg te ondersteunen.
DOCUMENT
Begin 2020 heeft de gemeente Den Haag aan De Haagse Hogeschool (Lectoraat Urban Ageing) gevraagd om samen met Hulsebosch Advies en AFEdemy een integrale monitor te ontwikkelen en uit te voeren waarbij, door middel van kwalitatieve en kwantitatieve methoden, onderzoek wordt gedaan naar de stand van zaken van Den Haag als seniorvriendelijke stad en tevens te kijken naar huidige trends aangaande ouderen. Tevens vroeg de gemeente om de ontwikkeling van een meetinstrument dat in de toekomst eenvoudig bij herhaling kan worden ingezet voor onderzoek: de standaard Age Friendly Cities and Communities Questionnaire (AFCCQ) voor ouderen1. In een stadsenquête en in zogenaamde stadsateliers zijn ouderen gevraagd naar hun bevindingen. In totaal hebben 393 Haagse ouderen meegedaan aan de enquête en 50 aan de stadsateliers. De aan de ouderen gestelde vragen gingen over de volgende acht onderwerpen die volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gezamenlijk de seniorvriendelijkheid van een stad bepalen: ●Huisvesting; ●Sociale participatie; ●Respect en sociale inclusie; ●Burgerschap en werkgelegenheid; ●Communicatie en informatie; ●Sociale en gezondheidsvoorzieningen; ●Buitenruimte en gebouwen; ●Transport; ● en aanvullend, een negende domein: Financiën. CC-BY NC ND https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE
Hoe kun je slim werken met talent in teams? Deze vraag staat centraal in deze bundel. We beschrijven tien teams uit het onderwijs en andere sectoren die vertellen hoe zij in hun team werken vanuit talent, en welke stappen zij hebben gezet om dat voor elkaar te krijgen. Er is geen ‘one best way’, zo is onze conclusie. Er zijn vele manieren om binnen het team talentgericht te werken. Toch zijn er enkele algemene lessen te trekken. Met de voorbeelden en de afsluitende conclusies in deze bundel willen we andere teams (in het onderwijs) inspireren om ook in hun team aan de slag te gaan met talentgericht werken.
DOCUMENT
Vanuit identiteitstheorieën richt dit onderzoek zich op de identiteitsontwikkeling van jongeren en het maken van keuzes, in het bijzonder de studiekeuze.
MULTIFILE
De manieren waarop organisaties met hun klanten kunnen communiceren is de laatste vijftien jaar aanzienlijk toegenomen. De vraag is hoe organisaties zoals media- bedrijven, musea, festivals en winkels de nieuwe mogelijkheden van allerlei media- (kanalen) kunnen benutten voor een betere dienstverlening en een versterking van de klantbeleving. Vaak is het onderbuikgevoel leidend in de keuze van wat mogelijk gaat werken. Lector Harry van Vliet presenteert in zijn rede onderzoek naar servicescapes en business models aan de hand waarvan professionals in het werkveld meer door- dacht en onderbouwd keuzes kunnen maken in de permanente vernieuwing van hun dienstverlening.
DOCUMENT
Onderzoekend werken in mbo-instellingen is belangrijk omdat het docenten helpt in te spelen op ontwikkelingen in het onderwijs, werkveld en studenten. Een docent verwoordt het treffend: ‘Zonder onderzoekende houding is het lastig om de veranderingen bij te houden. Studenten vonden vroeger bijvoorbeeld sociale media niet belangrijk maar nu wel, daar zullen docenten dan ook nu iets mee moeten doen’. Onderzoekend werken is daarmee geen doel op zich, maar nadrukkelijk een middel bij het verbeteren of vernieuwen van onderwijs. In deze bijdrage gaan de auteurs in op de vraag hoe onderzoekend werken door docenten er uit ziet, en geven ze een voorbeeld van hoe onderzoekend werken op een mbo-instelling wordt ingezet bij onderwijsverbetering. Tot slot presenteren de auteurs een tool om met collega’s in de opleiding in gesprek te gaan over hoe zij onderzoekend (kunnen) werken aan onderwijsverbetering.
DOCUMENT