Om het organisch afval zoveel mogelijk waarde te geven in de context van de stad wordt een scala aan lokale oplossingen ontwikkeld, zoals lokale wormenhotels of schillenboeren die het gft aan huis ophalen. Hoewel er hiermee meer gft gescheiden en apart verwerkt wordt is echter niet goed vast te stellen hoe groot de meerwaarde hiervan is voor de maatschappij. Op dit moment is er namelijk nog geen goede meetmethode beschikbaar. Om deze waarde te kunnen beoordelen wordt in Re-Store een meetmethode ontwikkeld om de impact van deze initiatieven in te kunnen schatten.De meetmethode bestaat uit drie pijlers: milieukundige impact, economische impact en sociale impact. Het model voor de milieukundige impact wordt gebaseerd op de methodiek voor een Life Cycle Assessment. Met dit model worden de CO2-equivalenten geanalyseerd van een scenario. Daaraan gelieerd wordt voor de economische impact gebruik gemaakt van principes van de methodiek voor Life Cycle Costing. Met het economische model wordt de netto financiële waarde van een scenario geanalyseerd. Beide modellen worden echter dusdanig toegesneden en vereenvoudigd zodat ze te gebruiken zijn door non-experts.Om de sociale impact te meten worden drie indicatoren gemeten: sociale cohesie, samenwerkend participeren en educatieve ontwikkeling. Om dit te kunnen meten wordt gebruik gemaakt van een perceptiemeting. De eerste test hiermee geeft aanleiding om de indicatoren deels te heroverwegen, de methode aan te scherpen en een aanvullende methode toe te gaan passen.
DOCUMENT
Dit document is een uitgebreide samenvatting van twee tussenrapportages van Re-Store. In Re-store wordt onderzocht wat de impact en waarde is van afvalverwerkingssystemen voor stedelijk organisch afval. Welke indicatoren zijn van belang om een afvalverwerkingssysteem te beoordelen en hoe kunnendie gemeten worden? Het doel is om een functioneel meetsysteem en simulatiemodel te ontwikkelen.De eerste tussenrapportage beschrijft de achtergrond, keuzes en onderbouwing van de te ontwikkelen meetmethode. Deze meetmethode wordt ontwikkeld om de duurzaamheidsimpact in te kunnen schatten van organische afvalverwerkingssystemen in een stedelijke context.De tweede tussenrapportage beschrijft de methodiek die gehanteerd wordt bij de ontwerpstudies over waardesystemen rondom stedelijke organische reststromen.
DOCUMENT
Omdat de oudste wadi in Nederland nu twintig jaar is, is oriënterend onderzoekgedaan naar de bodemkwaliteit van dertig wadi’s. Het onderzoek is uitgevoerd metde meettechniek XRF (X-ray Fluoresence). De XRF meet diverse elementen (waaronder zware metalen) door röntgenstralen uit te zenden.
DOCUMENT
Zoals met meer onderwerpen gerelateerd aan duurzame toeristische ontwikkeling, is ook het onderwerp bewonersprofijt niet "af". Specifiek op dit onderwerp werd snel duidelijk dat het überhaupt inzichtelijk maken van wat bewonersprofijt precies is, waar het uit is opgebouwd en hoe het tot stand komt eerst noodzakelijk was. Met de door de koplopersgroep uitgewerkte theoretische afbakening en verdieping is een eerste belangrijke stap gezet in de richting van het meten van bewonersprofijt. Daarnaast zijn, aan de hand van (inter)nationale voorbeelden, ook de mogelijke interventies en methoden om bewonersprofijt van toerisme te vergroten duidelijker geworden. In 2024 wordt het theoretisch kader dat de positieve bijdrage van toerisme aan het welzijn van inwoners inzichtelijk maakt, verder verrijkt. Er wordt onderzocht welke methoden momenteel worden toegepast om bewonersprofijt te meten en welke voor- en nadelen hiermee samenhangen. Tevens worden experimenten uitgevoerd om verschillende meetmethodes te testen. Ook blijven we actuele en relevante praktijkvoorbeelden publiceren ter inspiratie en stimuleren wij praktische interventies ter bevordering van bewonersprofijt. Het doel van deze aanpak is om stakeholders zoals gemeenten, DMO's en andere beleidsverantwoordelijken beter in staat te stellen om een geschikte meetmethode voor bewonersprofijt te selecteren. De doorontwikkeling van kennis en ervaring blijven wij uiteraard delen met de sector. PartnersHotelschool The Hague, HZ/ Kenniscentrum Kusttoerisme, Centre of Expertise leisure, tourism & hospitality (CELTH), Marketing Drenthe, Stichting Eilandmarketing Schouwen Duiveland, Marketing Oost, NBTC.
Gezonde gebouwen met biobased materialen: Onderzoek naar de impact op gebruikers. Binnen het RAAK AWARD-genomineerde BIO-ISO onderzoek is een unieke testfaciliteit ontwikkeld. Hierin worden gevels van 6 bij 3 meter onderzocht, waarmee dampopen gevelconstructies met biobased materialen getest worden. Het eerdere BIO-ISO onderzoek richtte zich vooral op de thermo-hygrische eigenschappen van deze materialen. Dit nieuwe onderzoek gaat een stap verder en onderzoekt de effecten van deze gevels op het binnenklimaat én de gezondheid van mensen. Het doel? Aantonen dat deze duurzame constructies niet alleen goed zijn voor het milieu, maar ook voor onze gezondheid! Om de relatie tussen het binnenklimaat en gezondheid volledig te begrijpen, zijn de volgende vragen cruciaal: 1. Welke factoren bepalen precies hoe het binnenklimaat onze gezondheid beïnvloedt? 2. Welke meetmethoden zijn er om de effecten van het binnenklimaat op onze gezondheid te bepalen? 3. Welke biobased dampopen constructie biedt de optimale balans tussen energieprestaties en gezondheidseffecten? 4. Wat is de invloed van het vochtbufferingsvermogen van deze constructies op onze gezondheid? 5. Hoe ontwikkelen we optimale constructies die zorgen voor een gezond en comfortabel binnenklimaat? En hoe kunnen we de biobased materialen met de beste eigenschappen efficiënt aanbrengen? Dit gaan we onderzoeken met een sterk consortium bestaande uit verschillende hogescholen (AVANS, HZ, HU, HAN), Kingspan, Pro Suber®, Strobouwer, IsoHemp, NPSP, Van der Weegen, Monks stukadoors, en K&I Netwerk Circulair Bouwen Nederland. We weten nog maar weinig over de langetermijneffecten van biobased materialen op onze gezondheid. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de luchtkwaliteit binnen? En hoe beïnvloeden deze materialen onze gezondheid op de lange duur? Daarom is dit onderzoek zo belangrijk. Het helpt ons om de risico's én de voordelen van biobased materialen beter te begrijpen. Zo kunnen we in de toekomst gezondere én duurzamere gebouwen ontwerpen, waar mensen met plezier en gezondheid kunnen wonen en werken.
DIRECT measuring for C-Dutch is onderdeel van de samenwerking tussen het lectoraat Tactical Design van ArtEZ University of the Arts en het Nederlands Openluchtmuseum (NOM). In het onderzoek C-DUTCH werken we samen om historische kennis van de Nederlandse materiële en immateriële cultuur als inspiratiebron in te zetten voor ontwerpers die willen bijdragen aan een sociaal, ecologische en economisch duurzame samenleving. Drie ontwerpers hebben in dit kader concepten ontwikkeld om het thema duurzaamheid voor een groot publiek zichtbaar en ervaarbaar te maken. Echter stuitten zij hierbij op de vraag in hoeverre zij hun statements en claims m.b.t. duurzaamheid voldoende objectief kunnen onderbouwen. Een vraag die breder leeft binnen de creatieve sector; het ontbreekt zelfstandige ontwerpers aan toegankelijke, bruikbare en betaalbare tools om de duurzaamheid van hun ontwerpen op een goede manier te meten. Juist omdat het om een zeer complexe samenhang gaat van sociale, ecologische en economische aspecten, die allemaal in een ontwerp samenkomen, zijn bestaande methodes te beperkt. Er is behoefte aan meer integrale meetmethoden. Het RIVM ontwikkelt momenteel binnen het programma ‘Meten van Duurzaamheid’ methodes voor ontwerpers, zoals DIRECT. Uit gesprekken met het RIVM blijkt dat de huidige instrumenten onvoldoende bekend zijn bij de creatieve sector, maar ook nog moeilijk zijn in te zetten omdat ze slecht aansluiten op de dagelijkse ontwerppraktijk. ArtEZ, NOM, RIVM en ontwerpers onderzoeken daarom de vraag: Hoe kunnen we bestaande meetmethodes voor ecologische duurzaamheid verbeteren, doorontwikkelen en/of nieuwe methodes opzetten waarmee zelfstandige creatieve professionals op het gebied van productontwerp en mode/textiel wetenschappelijk onderbouwde statements en claims kunnen maken voor historische, actuele en nieuwe ontwerpen? Het project sluit aan bij het missiegebied ‘Energietransitie & Duurzaamheid’ en het programma Nederland Circulair 2050. Er is een directe relatie met de Key Enabling Methodologies van de creatieve industrie voor ‘Monitoring & Effectmeeting’ en met ‘Visie & Verbeelding’.
Lectorate, part of HAS green academy

Lectorate, part of HAS green academy
