Deze rapportage betreft het eindverslag van het RAAK-project ‘Sturen op motivatie’. Centraal staat het verkrijgen van meer inzicht in de rol van motivatie in effectievere vormen van financiële educatie en het ontwikkelen van concrete handvatten voor professionals om gericht te kunnen sturen op motivatie. In deze rapportage worden de overkoepelende bevindingen uit de drie proeftuinen gepresenteerd.
Kijkend naar de ontwikkelingen in de medische en farmaceutische zorg, concludeer ik dat het belang van innovaties niet altijd in overeenstemming is met de snelheid waarmee die innovaties hun plek krijgen in het standaardhandelingsarsenaal van zorgverleners. Veranderingen in de zorg gaan vaak langzaam en doorbraken worden slecht herkend. De vraag is hoe dit komt. Er blijken vele factoren van invloed op het mogelijke succes van een innovatie. Van groot belang is het inzicht dat innoveren meer is dan iets bedenken en dan maar aannemen dat het wel zal worden opgepikt door de (potentiële) doelgroep. Het aan de man brengen (‘dissemineren’) van de innovatie is mede bepalend voor een succesvolle implementatie. In de farmaceutische zorg is voor deze overbruggingsfunctie een belangrijke rol weggelegd voor de farmakundige. Mijn lectoraat, dat is gekoppeld aan de opleiding Farmakunde, zal zich bezighouden met het onderzoek naar het proces om farmaceutische innovaties te dissemineren. In deze openbare les licht ik de context en consequenties van dit onderzoeksthema nader toe. Ik begin met een uitleg van de farmakundige en diens toegevoegde waarde in het werkveld (hoofdstuk 1), en vervolg met een korte beschrijving van recente veranderingen binnen de zorg (hoofdstuk 2). In het begeleiden van die veranderingen ligt een belangrijke meerwaarde van de farmakundige, en de missie van dit lectoraat. Daarna (hoofdstuk 3) beschouwen we het innoveren in de (farmaceutische) gezondheidszorg in meer detail. Hoofdstuk 4 geeft diverse handvatten voor het kiezen van de juiste interventies om de afstand tussen de innovator en de toekomstige gebruiker te overbruggen en zodoende de toegang voor de gebruiker tot de innovatie te verbeteren. De keuze van de onderzoekslijnen van mijn lectoraat, zoals in hoofdstuk 5 beschreven, is daarvan afgeleid
Om te kunnen functioneren in de huidige kennismaatschappij worden kritische en onderzoekende vaardigheden belangrijk geacht voor toekomstige professionals (De Boer, 2017). Hogescholen spelen een belangrijke rol in het opleiden van deze professionals en hebben mede daarom de wettelijke taak gekregen om onderzoek te doen en dit te integreren in het onderwijs (Griffioen & De Jong, 2015). Hoe dragen docenten, onderzoekers, onderzoek- en onderwijsmanagers in de dagelijkse praktijk bij aan het samenbrengen van onderzoek en onderwijs? Om deze vraag te beantwoorden werden N=61 interviews afgenomen met deze actoren binnen drie Nederlandse hogescholen. De resultaten laten zien dat de gedragsintenties die de respondenten bespreken verdeeld kunnen worden in drie categorieën: integratie van onderzoek in onderwijs; integratie van onderwijs in onderzoek; en het samenkomen van onderzoek en onderwijs. In de drie categorieën kan zowel ‘direct gedrag’ als ‘ondersteunend gedrag’ onderscheiden worden. Opvallend is dat de focus binnen de gedragsintenties ligt op het integreren van iets van onderzoek in het onderwijs, en in mindere mate van iets van onderwijs in het onderzoek. De implicaties van de resultaten en de opzet van het vervolgonderzoek worden bediscussieerd met het publiek tijdens het congres.
Biopaint: bio-gebaseerde en biodegradeerbare alternatieven voor acryl verf in de creatieve sector. Kunstenaars zijn mensen die de intrinsieke motivatie hebben om de wereld te verbeteren, om schoonheid te creëren... maar doen dit regelmatig met materialen die onze wereld vervuilen. Verven zijn één van de grootste oorzaken van polymeer emissies in de natuur. Steeds meer komen industriële verven op de markt gemaakt uit componenten die afbreekbaar zijn en van natuurlijke oorsprong. Door de specifieke eigenschappen en relatief kleine volumes blijven verven voor de creatieve industrie hierbij juist achter. In dit onderzoek zullen een kunstenaar, 2 producenten van bio-gebaseerde componenten samen met studenten en onderzoekers van Zuyd Hogeschool op zoek gaan naar bio-gebaseerde en biodegradeerbare bindmiddelen voor verven voor de creatieve sector.
Ondanks de vele potentiële voordelen van kruidenrijk grasland, zijn melkveehouders vaak huiverig om er mee van start te gaan of om het areaal verder uit te breiden. Vanuit deze achtergrond is het project “Boeren met kruiden” ontstaan. Een consortium bestaande uit melkveehouders, sectorpartners, onderzoek en groen onderwijs richt zich gedurende twee jaren (2025-2027) op de vraag: “Wat weerhoudt melkveehouders van het toepassen of het vergroten van het areaal kruidenrijk grasland en hoe kunnen zij ondersteund worden in het vergroten van dit areaal, rekening houdend met verschillende typen kruidenrijk grasland en melkveebedrijven?” Het consortium heeft aansluiting op een breed netwerk van relevante stakeholders. Via de studenten van groene hbo's en mbo’s is er bovendien ook direct contact met de toekomstige generatie van melkveehouders en veehouderijadviseurs. Het project kent vier onderdelen: • De melkveehouder centraal: motivatie en gedrag. Doel is inzicht te krijgen in de motivatie en ervaren barrières van melkveehouders, en de onderlinge verschillen en overeenkomsten tussen veehouders, om kruidenrijk grasland op hun bedrijf toe te passen. Op basis van deze inzichten worden handvatten geboden om motivatie en gedrag bij veehouders te stimuleren. • Bedrijfsinvloeden. Bij dit onderdeel ligt de focus op het melkveebedrijf en wordt ter plekke informatie verzameld over grasland, bedrijf en ondernemer. Hiermee wordt de basis gelegd voor een bedrijfsspecifieke toolbox ter ondersteuning van de melkveehouder. • Kennis bij elkaar brengen en experimenteren. Dit onderdeel brengt beschikbare vaktechnische kennis bij elkaar. Enkele kennishiaten worden ingevuld via toepassingsgericht veldonderzoek en er wordt inzichtelijk gemaakt hoe kruidenrijk grasland bijdraagt aan doelen op het boerenerf. • Onderwijs en training. Er worden onderwijs- en trainingsmaterialen ontwikkeld en uitgezet om huidige en toekomstige veehouders en adviseurs te ondersteunen bij het succesvol toepassen van kruidenrijk grasland. Tezamen leveren de onderdelen een toolbox voor toepassing van kruidenrijk grasland alsook handvatten voor governance.
Motivatie Het versterken van de samenwerking tussen relevante lectoraten door het ontwikkelen van een multidisciplinaire onderzoeksagenda op het terrein van Arbeid in de brede zin van het woord. Hierdoor kan de thematiek rondom toegang tot en behoud van arbeid vanuit meerdere kanten worden aangevlogen én kan focus en massa worden gecreëerd voor onderzoeksprogrammering en –funding. Daardoor kunnen we als lectoraten een belangrijke rol te spelen bij vraagstukken die betrekking hebben op het duurzaam (weer) aan het werk gaan én duurzaam aan het werk blijven. Achtergrond Om als individu zelfstandig en volwaardig te kunnen deelnemen aan onze participatiemaatschappij, is het hebben van werk cruciaal. Werk is echter voor mensen met minder of onvoldoende arbeids-, persoonlijk-, sociaal-, en cultureel kapitaal en/of toegang tot hulpbronnen steeds minder vanzelfsprekend. Naast traditioneel kwetsbare groepen – zoals laagopgeleiden, mensen met een chronische aandoening en migranten - zijn er nieuwe categorieën, waaronder veel middelbaar en hoog opgeleiden, voor wie het lastig is/wordt structureel betaald werk te vinden. De oorzaak ligt voornamelijk bij de toenemende digitalisering en robotisering in combinatie met de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook werk op academisch niveau, dat gebaseerd is op regels, bijvoorbeeld accountancy en rechtspraak, zal steeds vaker (deels) geautomatiseerd kunnen worden (Est et al. 2015, Went et al. 2015). Anderzijds zijn er sectoren, zoals techniek en ICT, die een steeds grotere behoefte hebben aan hoogopgeleid personeel en waar het lastig is om voldoende gekwalificeerde mensen te krijgen. Tot slot zien we in alle sectoren een toename van stress- en burn-out klachten, die deels gerelateerd zijn aan traditionele, functioneel ingerichte organisaties. Het bovenstaande biedt geen rooskleurig beeld voor grote groepen in de samenleving en vanuit een breed Platform Arbeid willen we de thema’s op het terrein van arbeid vanuit meerdere perspectieven benaderen en in samenhang beschouwen.