In deze podcast presenteren we de initiële resultaten van ons tweejarig onderzoek genaamd 'Social Network First?'. We bieden een alternatieve kijk op de netwerken van daklozen en thuislozen. We delen hoe een netwerkondersteuner deze netwerken benadert en laten ook een cliënt aan het woord die zijn perspectief op zijn eigen netwerk deelt. Deze podcast is gemaakt door het Lectoraat Empowerment & Professionalisering van Hogeschool Inholland, HvO-Querido en Hogeschool van Amsterdam.
LINK
In deze verkennende studie beschrijven we welke doelen er volgens professionals, dak- en thuisloze mensen en naasten bereikt kunnen worden met netwerkondersteuning. Ook wordt besproken wat volgens betrokkenen nodig is om een steungroep op te zetten en hoe hiermee de eigen regie van de dak- en thuisloze mensen kan worden versterkt. In de praktijk blijkt de resource-methodiek – een methode afkomstig uit de GGZ om het netwerk te betrekken – moeilijk inzetbaar bij de doelgroep van dak- en thuisloze mensen. Opvangorganisaties en het onderzoeksproject ‘Social Network First?’ zijn gestart met het idee van resource-methodiek , maar nu wordt netwerkondersteuning aan deze doelgroep in een andere vorm aangeboden. Het rapport is gebaseerd op 25 interviews met professionals, dak- en thuisloze mensen en hun naasten in Amsterdam en Haarlem.
Het tweejarige onderzoeksprogramma The Network is the Message richt zich op de effectiviteit van sociale media: wanneer zijn sociale media effectief, wat bepaalt die effectiviteit en hoe kunnen we dit meten? Startpunt in deze management summary van thema 2 ‘meten is nog niet weten’ is het inzicht dat het allemaal begint met doelstellingen. Doelstellingen zijn van essentieel belang om te kunnen bepalen of je succes hebt of niet. En bij doelstellingen horen Key Performance Indicators (KPI’s), met een set zorgvuldig geselecteerde metrics die de beste bijdrage leveren om die doelstellingen in kaart te brengen. Op die manier kun je ook bepalen of je je tijd en middelen goed inzet en je misschien effectiever zou zijn deze door deze anders te verdelen.
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
Mobiele netwerken vormen een drijvende kracht achter de digitalisering van onze samenleving en het verdienvermogen in alle sectoren van de economie, van industrie en energie tot logistiek en zorg. Nederlandse bedrijven zien grote kansen in 6G netwerktechnologie en toepassingen die vanaf 2030 op de markt komen. De gerichte ontwikkeling van 6G kan daarnaast sterk bijdragen aan de Nederlandse en Europese ambities op het gebied van digitale autonomie en duurzaamheid.
In veel Afrikaanse landen zien we een inperking van de maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Deze ruimte is cruciaal om in democratische staten transparantie, vrijheid van meningsuiting en verantwoording van bestuur te realiseren. In een steeds sterke digitaliserende maatschappij wordt toegang tot digitale middelen een mensenrecht. Daar waar regeringen proberen hun burgers en organisaties dat recht tot digitale informatievoorziening en –uitwisselingen te ontnemen komen de Sustainable Development Goals in het gedrang. Doel African Digital Rights Network (ADRN) wil inzicht verkrijgen in de stakeholders ne technologieën die betrokken zijn net het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het netwerk beoogt bij te dragen aam empowerment van burgers om hun digitale mensenrechten uit te oefenen. Resultaten ADRN heeft een vergelijkende studie van 10 Afrikaanse landen uitgevoerd naar het gebruik van digitale technologieën voor het openen of onderdrukken van de online maatschappelijke ruimte (‘civic space’). Het project heeft onder andere geleidt tot de volgende publicatie: Mapping the Supply of Surveillance Technologies to Africa: Case Studies from Nigeria, Ghana, Morocco, Malawi, and Zambia Looptijd 01 mei 2020 - 20 april 2021 Aanpak ADRN organiseert een netwerk van onderzoekers, analisten, digitale rechtenorganisaties en activisten om de dynamiek van het openen en onderdrukken van de digitale maatschappelijke ruimte in kaart te brengen. Het netwerk bouwt op een interdisciplinaire onderzoeksaanpak o.l.v. het Institute for Development Studies, een vooraanstaand onderzoeksinstituut. Relevantie van het project Het onderzoek leidt tot aanbevelingen voor o.a. beleidsmakers en maatschappelijke organisaties ter bevordering van de digitale maatschappelijke ruimte. Daarnaast worden digitale tools en trainingsmateriaal gefaciliteerd voor het monitoren van ontwikkelingen en dreigingen van de digitale maatschappelijke ruimte. CofinancieringDit onderzoek wordt gefinancierd door UKRI - GCRF Digital Innovation for Development in Africa (DIDA)Meer weten? UKRI GCRF: African Digital Rights Network Website ADRN