In de rapportage die voor u ligt wordt verslag gedaan van een project dat zich ten doel stelt om sociale professionals die werkzaam zijn in de hulpverlening aan adolescente moeders, meer handvatten te bieden voor morele reflectie. Twee constateringen vorm-den de aanleiding voor dit project. 1. De werkpraktijk van sciale professionals zou meer ruimte kunnen bieden voor morele reflectie 2. Adolescent moederschap in een onderwerp dat met veel morele oordelen omgeven is
DOCUMENT
In tegenstelling tot de algemene gedachte zijn tienermoeders, ondanks hun jonge leeftijd, niet per definitie slechte moeders. Zeker niet als ze de juiste hulp krijgen. Want niet alleen is de steun van een informeel netwerk cruciaal, er is ook een belangrijke rol weggelegd voor de professional.
DOCUMENT
Dit onderzoek richt zich op de sociale integratie van alleenstaande moeders die, na een periode van intensieve hulpverlening in een vrouwenopvanghuis, alleen staan voor de taken waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen. De maatschappelijke positie van alleenstaande moeders en hun participatie op de arbeidsmarkt wordt nader belicht. Er wordt aandacht besteed aan risico’s ten aanzien van sociale uitsluiting en er worden actoren van uitsluiting (overheid, instellingen voor hulp- en dienstverlening en de samenleving) benoemd. Verder geeft dit onderzoek aan de hand van een casestudy van alleenstaande moeders, informatie over hun ervaringen met betrekking tot het opnieuw zelfstandig en onafhankelijk functioneren in een vaak nieuwe sociale omgeving na een periode van intensieve hulpverlening. Verder wordt er specifiek ingegaan op het belang van sociale netwerken. De drie actoren van sociale inclusie: overheid, instellingen voor hulp- en dienstverlening en de samenleving spelen een belangrijke rol bij de sociale inclusie van eenoudergezinnen. Dit onderzoek richt zich vooral op vrouwenhulpverlening als een van die actoren. Tot slot volgen conclusies en aanbevelingen.
DOCUMENT
Full text via link. Jonge moeders kunnen hulp goed gebruiken. Maar in het tv-programma Vier Handen op een Buik verkopen ze hun sores en privacy aan BNNVARA
LINK
Professionals in de geboortezorg en moeders in de Haagse Schilderswijk ervaren verlegenheid om elkaar vragen te stellen. Dat belemmert hen om onderling vertrouwen op te bouwen, rondom zwangerschap en bevalling. En, het maakt het lastig om de kennis van professionals te verbinden met de kennis en ervaringen van moeders. Samenwerken aan vertrouwen en verbinden zijn belangrijk om passende en integrale geboortezorg te bieden. De Tool Geboortezorg is ontwikkeld om deze samenwerking te ondersteunen. De tool richt zich op moeders die te maken met problemen op meerdere levensgebieden tegelijkertijd voor, tijdens en na de zwangerschap. Die problemen hangen samen met de sociale, economische en culturele kenmerken van deze moeders en de omgeving waarin zij leven. De kenmerken van deze moeders bepalen ook hoe ze denken over zwangerschap, bevalling en babyverzorging. Dat geldt ook voor waar, wanneer en hoe zij daarover vragen stellen. De tool bevat handvatten om onderling vertrouwen op te bouwen en aan te sluiten bij de vragen en behoeften van moeders.
MULTIFILE
De geboorte van een kind brengt een grote omslag teweeg in het leven van zeer jonge moeders. Om met de titel van dit rapport te spreken: ‘Alles draait ineens om’. Jonge moeders ervaren vragen en zorgen waarbij soms het informeel netwerk helpend kan zijn, maar soms ook professionele hulp aangewezen is. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is een onderzoek uitgevoerd om uit te zoeken wat de zorgvragen van jonge moeders ten aanzien van professionele hulpverlening zijn. Hoofdvragen waren: Waaruit bestaat de zorgvraag onder tienermoeders en jonge moeders? Welke zorg is beschikbaar voor deze moeders, hoe sluit deze aan op de zorgvragen van tienermoeders en jonge moeders?
DOCUMENT
Onderzoek naar de praktijk van re-integratie van alleenstaande moeders naar de arbeidsmarkt in Maastricht, Hasselt en Aken. Wat zien professionals (en beleidsmakers) als probleem en oplossing en hoe ziet de doelgroep dat zelf? Hoe kunnen die verschillen overbrugd worden? Een vergelijking over de grenzen kan een extra dimensie geven aan een onderzoek, maar ook aan de verbetering van de praktijk. Het rapport dat voor u ligt: “Bijstandsmoeders in Maastricht” is het resultaat van het eerste deelonderzoek. Het rapport begint met een korte beschouwing over de stand van zaken over het onderwerp, op basis van een literatuurstudie en een eerste werkveldverkenning. Na die eerste verkenning volgen twee hoofdstukken over de opzet van het onderzoek. Eerst een hoofdstuk over de opzet van het totale onderzoek, dan een hoofdstuk over de opzet en uitvoering van het deelonderzoek. Dan de ‘ziel’ van dit onderzoek: Een uitwerking van de interviews met de doelgroep ‘bijstandsmoeders in Maastricht’. De hoofdstukken volgen de thema’s die in de interviews aan de orde kwamen. Het rapport eindigt met een nabeschouwing waarin de onderzoeker reflecteert op de twaalf gesprekken, als onderzoeker, maar wellicht nog meer als docent, maatschappelijk werker en ervaringsdeskundige van heel lang geleden. Daar de geïnterviewde moeders de uitvoeringspraktijk goed kennen, heeft de onderzoeker op basis van de interviews een aantal aanbevelingen geselecteerd waar de professionals wellicht hun voordeel kunnen doen.
DOCUMENT
Diverse onderzoeken die inzicht trachten te verkrijgen in de grote verschillen in taalprestaties van jonge kinderen in Noordoost Groningen, maakten duidelijk dat deze verschillen een intergenerationele achtergrond hebben. Opvattingen van ouders ten aanzien van opvoeding en onderwijs en hun verwachtingen van kinderen spelen daarbij een belangrijke rol. Eerder onderzoek maakte duidelijk dát opvattingen en verwachtingen van ouders verband houden met de taalprestaties van kinderen. In deze studie worden de opvattingen en verwachtingen van dertien moeders uit de genoemde regio geëxpliciteerd door middel van diepte-interviews. Analyse van de gesprekken leverde vier profielen op: Klassieke plattelanders, Stedelingen en nieuwe plattelanders, Zelfbewusten en Distantiërenden die zich onderscheiden in de mate waarin de eigen opvoeding wordt voortgezet en de mate waarin de cultuur van geletterdheid aansluit bij schoolgeoriënteerde doelen. De analyses illustreren dat zowel sociaaleconomische, culturele als psychologische factoren bepalen of en hoe de moeders de opvoeding continueren die ze zelf hebben ervaren.
DOCUMENT
In oktober 2006 werd het onderzoek ‘kosten en moeite, re-integratie van bijstandsmoeders in Maastricht’ afgerond. In dit artikel worden de belangrijkste aanbevelingen aangeboden aan Ahmed Aboutaleb, de staatssecretaris die in het kabinet Balkenende 4 verantwoordelijk is voor WWB, arbeidsmarktbeleid, sociale werkvoorziening en de leer-en werkplicht.
DOCUMENT
Kwalitatief onderzoek naar de rol en invloed van zwangerschaps- en moederschapsdiscriminatie op de loopbaan van hoogopgeleide (aanstaande) moeders als starter op de arbeidsmarkt
DOCUMENT