Uit de onderzoeken van lectoraat Diversiteitsvraagstukken van Hogeschool Inholland blijkt dat het onderwijs voor veel jongeren een plek is waar ze voor de eerste keer in contact komen met leeftijdsgenoten die niet op ze lijken en met wie ze gedurende hun eerdere levensloop of schoolloopbaan vrijwel geen contact hebben gehad. Die onbekendheid met elkaar kan zorgen voor interesse en belangstelling in elkaars leef en denkwereld, maar ook voor wrijving, conflicten en het bevestigen van (voor)oordelen over elkaar. Dat betekent dat er een groot beroep wordt gedaan op de pedagogische, didactische en sociale kwaliteiten van docenten. Het betekent ook dat docenten zich voortdurend bewust zijn van de wijze waarop ze zich verhouden tot (de opvattingen en gedragingen van) deze jongeren om verbindingen tussen en met deze jongeren te ontwikkelen. Om inzicht te krijgen in de wijze waarop de docenten van Vocal Statements via het muziekonderwijs verbindingen met jongeren in het vmbo tot stand brengen, welke handvatten daarvoor nodig zijn en tegen welke vragen ze daarbij oplopen, is een verkennend onderzoek uitgevoerd in de periode september 2021 – mei 2022 door het lectoraat Diversiteitvraagstukken. Dit rapport weerspiegelt de ervaringen en belevingen van docenten van Vocal Statements en geeft inzicht in de betekenisvolheid van hun werk, maar ook de complexe dynamiek waarin dit werk zich afspeelt.
DOCUMENT
Dit onderzoek exploreert de wijze waarop we de intrapersoonlijke, ontwikkeling kunnen begrijpen die een docent-in-opleiding doormaakt tijdens een internationale stage. Een internationale stage kan worden beschouwd als een bijzondere ervaring binnen de reguliere onderwijscontext. Door het beschrijven van de intrapersoonlijke ontwikkeling van een docent-in-opleiding krijgen we een inkijk op de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de docent-in-opleiding tijdens een internationale stage.
DOCUMENT
Als projectleiders van het mentorproject Social Work, voorheen Big Brother Big Sister genoemd, zijn we in de afgelopen jaren vaak gevraagd om onze ervaringen met mentoring te delen; op studiedagen of op verzoek van collega’s die wilden starten met mentoring. Er komt namelijk veel bij kijken om mentoring succesvol te laten zijn. Collega’s van Hogeschool Utrecht (HU) stelden vragen als: Hoe heb je het aangepakt?, Hoe ziet jullie training eruit?, Hoe kom ik aan mentoren? De HU heeft vanuit het diversiteitsbeleid ook ervaring opgedaan met mentoring. Ieder jaar gaan er nieuwe projecten van start. Bij het starten van nieuwe initiatieven kun je veel leren van de ervaringen van anderen. Daarom hebben we onze krachten gebundeld met dit handboek als resultaat. Hiermee geven we praktische handreikingen voor iedereen die met studentmentoring aan de slag wil gaan. Het handboek is tot stand gekomen met een bijdrage vanuit het Nieuw Beleid 2009-project mentoring, dat in opdracht van Bureau Talent is uitgevoerd.1 (zie voor voetnoten: pagina 50) Dit handboek is niet het eerste en zal ook niet het laatste zijn. In Nederland wordt de mentormethodiek immers op veel plaatsen toegepast, zoals in maatschappelijk werk en in het bedrijfsleven. In dit handboek spitsen we ons toe op mentoring binnen de onderwijscontext. We wensen je veel leesplezier en bovenal succesvolle en effectieve mentorprojecten
DOCUMENT
Toetsen wordt vaak ingezet als afsluiting van het leerproces. Dat is jammer, omdat hiermee ook het leren stopt. Door toetsing en leren (meer) met elkaar te integreren kan ‘het toetsen’ worden ingezet om zicht te krijgen op het leerproces, en om het leren te sturen en stimuleren. Programmatisch toetsen is een van de onderwijsconcepten waarbij het leren en toetsen wordt geïntegreerd. In deze masterclass vertellen experts Liesbeth Baartman, Tamara Schilt-Mol en Bas Agricola hoe je het concept ‘programmatisch toetsen’ kunt toepassen in je eigen onderwijscontext.
DOCUMENT
Aan de hand van een concrete les over spaarvormen proberen de auteurs theorie over zelfstandig leren te ordenen en te verhelderen door middel van twee visuele voorstellingen: een ijsberg en een ladekast. Vervolgens worden zeven stappen (ADA-stappenplan)onderscheiden om in de praktijk didactische situaties en lesmaterialen te evalueren en te optimaliseren in het perspectief van zelfstandigheidsbevordering. De auteurs zien zelfstandig leren leren als een relatief begrip: het type leerling en de onderwijscontext is bepalend voor de mate en snelheid van (afnemende) sturing door de docent en ook voor de (bewuste) keuze van aspecten van zelfstandigheid waaraan gewerkt wordt met leerlingen. Zelfstandig leren bevorderen staat niet glijk met leerlingen alles zelf laten doen.
DOCUMENT
Aan de hand van een concrete les over spaarvormen proberen de auteurs theorie over zelfstandig leren te ordenen en te verhelderen door middel van twee visuele voorstellingen: een ijsberg en een ladekast. Vervolgens worden zeven stappen (ADA-stappenplan)onderscheiden om in de praktijk didactische situaties en lesmaterialen te evalueren en te optimaliseren in het perspectief van zelfstandigheidsbevordering. De auteurs zien zelfstandig leren leren als een relatief begrip: het type leerling en de onderwijscontext is bepalend voor de mate en snelheid van (afnemende) sturing door de docent en ook voor de (bewuste) keuze van aspecten van zelfstandigheid waaraan gewerkt wordt met leerlingen. Zelfstandig leren bevorderen staat niet glijk met leerlingen alles zelf laten doen.
DOCUMENT
There is a central dilemma embedded in the relationship between teachers and researchers. Teachers know the story of the classroom well, but they are seldom asked to tell their stories, nor do they usually have the opportunity. Researchers, on the other hand, are skilled at telling certain things about classrooms, but they often miss the central stories that are there. This divergence can lead to different opinions on what teaching is about and what is important within it. To bridge this gap, we describe an approach which puts the teacher and the student at the centre. With respect to emotional and behavioural problems of students, we underline the notion of student-teacher compatibility, deriving from theories emphasizing the transactional/reciprocal nature of human behaviour. One of the aims of the Lectorship and Knowledge Network Behavioural Problems in School Practice, is to identify at-risk-teachers (i.e. those most vulnerable to the presence of behaviourally challenging students and parents) so that interventions, both in initial teacher training as well as in inservice training can be applied to help them develop adequate attitudes and coping-skills. In clinical supervision, peer coaching or reflective practice, these teachers can be helped to consider in what way student and parental problem behaviour contribute to their loss of satisfaction, their feelings of self doubt, perceived disruption of the teaching process, and their frustration working with parents.
DOCUMENT
Deze studie kent de volgende opbouw. Voordat er concrete stappen gezet kunnen worden om onderwijs meer inclusief te maken, is het van belang om te weten waarom juist deze stappen gezet dienen te worden. Daarom gaan wij in hoofdstuk 2 eerst in op inzichten die een licht werpen op mechanismen die ten grondslag liggen aan interacties tussen studenten en docenten. Wij proberen hiermee wellicht onbewuste, en daarmee nauwelijks zichtbare processen die zich afspelen tussen docenten en studenten, in de schijnwerpers te plaatsen. Deze mechanismen uiten zich in zowel docent- als studentgedrag, die onderling ook weer op elkaar inwerken. In hoofdstuk 3 kijken we naar in onderzoek genoemde handelingsperspectieven voor docenten om een inclusieve leeromgeving tot stand te brengen en te bevorderen. En ten slotte in hoofdstuk 4 zullen we de theoretische bevindingen in een samenvattend hoofdstuk proberen in te bedden in de dagelijkse onderwijspraktijk.
DOCUMENT
Centraal in het werk van het lectoraat ‘Leerkracht in Samenwerken’ staat de leerkracht, die samen met ouders, professionals en de leerling werkt aan de ontwikkelingskansen van leerlingen. Taal is bij dat samenwerken tussen leerkrachten, ouders, professionals en leerlingen een cruciaal instrument en is een kernwaarde voor identiteit. Taal is de sleutel voor een succesvolle school- of levensloopbaan. Aandacht voor taal in het samenwerken is dus cruciaal. In de praktijk krijgen de meer technische aspecten van taal, zoals taal en spellingproblemen, voldoende tijd en ruimte. De taalaspecten die binnen samenwerken van belang zijn, komen minder aan bod. In dit artikel presenteren wij een voorzichtige analyse van helpende en belemmerende factoren in een klein maar belangrijk onderdeel van samenwerken, namelijk de talige interactie. Daarbij tonen we aan dat die talige interactie op zich al een complexe activiteit is. Wij gebruiken daarbij met name het bekende communicatiemodel (zender-boodschap-ontvanger) als uitgangspunt om te onderbouwen hoe leerkrachten in het samenwerken gebruik maken van taal. Na een theoretische inleiding analyseren we binnen het lectoraat verzamelde data en beargumenteren we ons pleidooi.
LINK
Via dit onderzoek is inzicht verkregen in de beeldvorming van studiesucces, binding en diversiteit bij de meest betrokken actoren, namelijk de studenten, de docenten en de professionals in het werkveld. Zo blijkt dat er nog altijd veel beelden over en van elkaar bestaan. Deze beelden zijn al dan niet gekleurd en bewust dan wel onbewust ontwikkeld. Veel actoren realiseren zich dat ze heel bewust en op een positieve wijze met diversiteit (willen) omgaan, maar dat de praktijk van alledag toch weerbarstig is. De aanbevelingen die in dit adviesrapport gedaan worden, leveren een bijdrage aan het vergroten van kansen van studenten doordat concrete interventies worden voorgesteld die zowel de studenten, docenten als het werkveld raken.
DOCUMENT