In April 2016 ECLF undertook a survey of existing cycle logistics operators. The Amsterdam University of Applied Sciences (HvA) assisted by analyzing the response (nearly 90 companies). This report summarizes the results and provides a view of the current status of CycleLogistics across Europe. Projectleader: Susanne BalmData analist: Martijn Kooi, Annemijn van Herwijnen and Nathalie Gozems
MULTIFILE
Rosa Alberto (HU) en Bart Kleine Deters (ECBO) deden onderzoek naar welke lessen we als Nederland kunnen leren van het buitenland op het gebied van beleid in gecijferdheid. Dit deden ze aan de hand van een thematische analyse op vier terreinen: 1. Samenhang in basisvaardigheden(-beleid) 2. Implementatiemethode van basisvaardighedenbeleid 3. De rol van kenniscentra 4. Rol van werkgevers in het versterken van basisvaardigheden Het onderzoek geeft mooie aanknopingspunten en inspiratie voor de ve-plannen die bij het ministerie van OCW in de maak zijn. Dit onderzoek is verschenen binnen het project Gecijferdheid als Basisvaardigheid, waarbij de HU, CINOP en Freudenthal Instituut (UU) samen optrekken.
DOCUMENT
Berno van Meijel schetst in zijn inaugurele twee perspectieven op de werkelijkheid: het objectief-rationalistische perspectief en het subjectief-fenomenologische perspectief. Deze beide perspectieven worden vervolgens vertaald naar het veld van de ggz-verpleegkunde. Er wordt een visie gegeven op de wijze waarop het verplegingswetenschappelijke onderzoek in de ggz zich zou kunnen ontwikkelen vanuit de beide perspectieven en de consequenties die dit heeft voor te gebruiken onderzoeksmethodologieën.
DOCUMENT
Hogescholen voor de kunsten werken van oudsher nauw samen met praktijkpartners uit de culturele en creatieve industrie. De samenwerking met deze mkb’ers en ZZP’ers is veelal positief maar kent niet altijd het structurele karakter waarmee een duurzame onderzoeksrelatie kan ontstaan. Deze kans biedt de pilot Innovatietrainees. HKU, AHK en ArtEZ willen met het Innovatietrainee programma Creatief Talent Werkt bouwen aan een meer duurzame samenwerkingsrelatie met het mkb. Het kan de stap van opleiding naar werk op niveau voor onze studenten verkleinen. Tevens hopen we dat het instrument ertoe leidt dat we nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen smeden met bedrijven die zonder deze impuls de weg naar het onderzoek van de hogescholen niet wisten te vinden. Als laatste beogen we met de Innovatietrainees onze studenten een unieke toevoeging aan, en daarmee kwaliteitsimpuls van hun opleiding te bieden. De Innovatietrainees sluiten aan bij de onderzoeksthema’s en het onderzoeksbeleid van de drie kennisinstellingen. Deze zijn verschillend maar kennen een rode lijn: onderzoekstrajecten die inspelen op urgente maatschappelijke vraagstukken door middel van artistieke interventies en ontwerpstrategieën. Omdat er verschillen zijn in focus en aanpak biedt deze pilot (en een mogelijk vervolg) een unieke kans om van elkaar te leren. We haken daarbij alledrie aan op de KIA’s veerkracht en maatschappelijk verdienvermogen. Het traineeprogramma bestaat uit twee belangrijke bouwstenen: plenaire sessies en intervisie bijeenkomsten. Beide zijn gericht op uitwisseling van inzichten en ervaringen en inhoudelijke verdieping. Een belangrijk onderdeel is de vorming van een community rondom innovatievraagstukken in het mkb, met een focus op wat (toekomstige) creatieve professionals kunnen betekenen voor het innovatief vermogen van organisaties. Het mkb wordt hierbij ook direct betrokken. De intervisiegroepen worden thematisch ingedeeld waardoor de deelnemers van de verschillende partners elkaar kunnen ontmoeten. De pilot wordt met betrokkenheid van alle stakeholders op de verschillende niveaus van het programma gemonitord en geëvalueerd.
In De Haagse Hogeschool werken de lectoraten vanuit faculteiten, dicht bij het onderwijs, nauw samen in zeven kenniscentra. Deze kenniscentra zijn de verbinding tussen de regio, met zijn actuele thema’s (vaak gelinkt aan het missiegedreven innovatiebeleid van de overheid) en het onderwijs en onderzoek van de Haagse Hogeschool. De zeven kenniscentra van De Haagse Hogeschool zijn: Cybersecurity, Digital Operations & Finance, Global & Inclusive Learning, Global Governance, Health Innovation, Governance of Urban Transitions & Mission Zero. Deze kenniscentra zijn in opstartende fase en worden ondersteund door centrale diensten. De Haagse Hogeschool kiest voor versterking van de onderzoeksinfrastructuur die centraal staat in de kenniscentra: ‘de Haagse Labs’. Praktijkgericht onderzoek vindt in deze omgevingen plaats als een vervlechting van onderwijs (studenten en docenten), onderzoek, het werkveld en maatschappelijke partners. Sommige labs hebben een tijdelijk karakter, andere, zoals de hogeschool zelf, zijn continu een omgeving waarbinnen onderzoek gedaan wordt. De Haagse Labs zijn bij uitstek de plek waarin nauw samengewerkt wordt met andere hogescholen of kennisinstellingen (veelal zijn ze ontstaan uit een samenwerking zoals The Green Village, of het Basalt SmartLab). De keuze voor de Haagse Labs geeft verdieping aan regionale samenwerkingen en bijbehorende speerpunten. De huidige, meer informele inrichting, kan met behulp van Impuls 2020, verder structuur krijgen, leiden tot een betere kennisdeling tussen de kenniscentra heen en de regionale netwerkvorming versterken. Naast het formaliseren van ‘de Haagse Labs’ zetten we in op zichtbaarheid van de Hogeschool in de regio door te investeren in communicatie (denk bijvoorbeeld aan het opzetten van podcasts, en digitale middelen in Corona-tijd). Die profilering van ons onderzoek wordt verder ondersteunt door een traject rond visievorming en strategische positionering. De kenniscentra zullen begeleid worden om einde 2021 een visie te ontwikkelen met bijbehorende acties om de rol van de hogeschool in de regio te versterken.
Avans Hogeschool kent 5 expertisecentra, 1 Centre of Expertise en 3 stand-alone lectoraten die de dragende kracht vormen van het praktijkgerichte onderzoek. Avans heeft onlangs haar Ambitieplan 2025 vastgesteld waarin ook stevige ambities zijn geformuleerd m.b.t. het praktijkgerichte onderzoek. Voor onderzoek ligt de nadruk op de doorontwikkeling naar een echte kennisinstelling waarbij focus en massa worden gecreëerd op een beperkt aantal thematische zwaartepunten en een organisatie en ondersteuning die daarvoor dienend is. Op basis van die strategische keuzes tav onderzoek is in 2019-2020 een nieuwe visie op onderzoek en valorisatie opgesteld, inclusief een implementatieplan. Start van de implementatie van het nieuwe onderzoeksbeleid vindt plaats per 1 januari 2021. Onderzoeksinzet van mensen en middelen zal meer gericht worden ingezet op de gekozen zwaartepunten door onderzoekers, onderwijs en ondersteuners te faciliteren om daadwerkelijk te komen tot zwaartepuntvorming en krachtige onderzoeksgroepen te creëren die sterk verbonden zijn met andere kennisinstellingen en externe partners (bedrijven en maatschappelijke instellingen). De Impuls 2020 gelden wil Avans gebruiken om een krachtige impuls te geven aan de implementatie van de nieuwe visie op onderzoek en valorisatie en tegelijkertijd werken aan eerder geconstateerde verbeterpunten afkomstig uit eigen evaluaties en BKO-visitaties. Avans investeert ook zelf in deze ontwikkeling. Impuls 2020 gelden zullen daarnaast besteed worden aan: • Versnellen op zwaartepuntvorming: per zwaartepunt worden meerjarige kennisprogramma’s ontwikkeld in multidisciplinaire teams met een kerngroep die bestaat uit een of meer (leading) lector, een vertegenwoordiger van het onderwijs en externe partijen. • Verder ontwikkelen en professionalisering van onderzoeksondersteuning, waarbij inzet op ontwikkeling van Open science, datamanagement en inzet op ondersteuning bij de vergroting van de 2e en 3e geldstroom prioriteit krijgt. • Facilitering van 3 SPRONG-aanvragen, waarvan 2 als penvoerder en 1 als participant.