De laatste decennia laten een spectaculaire groei zien in deelname aan en belangstelling voor sport. Parallel hieraan zijn grote veranderingen zichtbaar in de organisatorische infrastructuur van de sport: de opmars van een veelzijdig commercieel sportaanbod, nieuwe non-profit initiatieven en een groeiende betrokkenheid van de overheid. Niet alleen de verandering, maar ook de continuïteit is opmerkelijk. Want nog altijd is de traditionele voor-en-door-leden-sportvereniging een dominante factor in de sportwereld. Het nieuwe en zich vernieuwende sportaanbod vormen het aandachtsgebied van het lectoraat Sportbusiness Development en staan centraal in deze Openbare Les.
There is an increasing awareness that the landscape around cities can contribute significantly to the well-being of urban citizens. Various studies and experiences in the Netherlands and other countries show that the combination of agriculture with care and education has great potential. The number of care farms has increased from 75 in 1999 to 500 in 2005. In urban areas, a diversity of groups can benefit from care farms or other types of social services in the rural area. It concerns among others, people with mental problems, with (chronic) psychiatric demands, with addiction problems, elderly, children with behavior and/or psychological problems and long term unemployed. The city of Amsterdam recognizes the unique and valuable qualities of the rural area and its potential for the well-being of its citizens. In and around Amsterdam various organizations have initiated innovative projects that connect urban demands with agricultural entrepreneurs. A transition to a new kind of agriculture and landscape contributing to health and well-being of urban citizens is possible.
Digitalisering en dataficering zijn belangrijke ontwikkelingen die zich in ons dagelijkse leven voltrekken. Bedrijven worden steeds afhankelijker van data waarop ze hun bedrijfsprocessen en verdienmodellen baseren. Maar in hoeverre is die data volledig en betrouwbaar? Dataketens vormen het digitale fundament voor datagedreven organisaties om optimale bedrijfsprocessen, producten of diensten (servitization) te kunnen realiseren. De praktijk laat echter zien dat nog veel organisaties vaak te snel stappen zetten naar het ontwikkelen en implementeren van op data gebaseerde digitale oplossingen, zonder dat het ‘datafundament’ daarvoor op orde is. Dat leidt tot onbetrouwbare data en suboptimale besluitvorming. Data-engineering en -management in dataketens (DEMAND) realiseert een onderzoeksinfrastructuur die nieuwe oplossingen ontwikkelt voor geïntegreerde en gevalideerde dataketens van overheden en bedrijven. Het consortium heeft de overall ambitie om een toolbox te ontwikkelen met nieuwe toepasbare digitale technologieën en methodologieën die bijdragen aan optimalisatie van dataketens in private en publieke organisaties. Hierbij staan datagerichte activiteiten in dataketens van organisaties centraal, met inbegrip van data-acquisitie en data-opslag, data-(pre)processing, data-exploratie, data-modeling en data-benutting. Deze zogenaamde Key Enabling Methodologies verbinden mens en maatschappij langs de lat van Technical Readiness Levels en Societal Readiness Levels, zij vegroten het (toekomstig) verdienvermogen van Nederland en dragen bij aan maatschappelijke opgaven. Het DEMAND-programma wordt uitgevoerd door HAN University of Applied Sciences (HAN), Saxion Hogeschool en Fontys Hogeschool en dertien consortiumpartners met bewezen technische en organisatorische kennis van dataketens. DEMAND fungeert als bruggenbouwer tussen enerzijds de onderzoekspraktijk met de onderwijspraktijk en anderzijds de onderzoekspraktijk met het werkveld. Een set van casussen, de learning communities, vormen de basis van de onderzoeksinfrastructuur waarin de SPRONG-groep in co-creatie en interdisciplinair samenwerkt. Het consortium intensiveert de bestaande casussen én ontwikkelt daarnaast nieuwe casussen in data-intensieve omgevingen in het private als ook het publieke domein. Dit leidt tot meervoudige waardecreatie en systemische veranderingen (impact).
In dit project ontwikkelen we Herstelcirkel ++, een gezondheidscoöperatie voor mensen met (risico op) leefstijlgerelateerde aandoeningen (o.a. diabetes). Coöperatie definiëren wij open als een (maatschappelijke) onderneming of autonome organisatie waarbij de deelnemers zeggenschap hebben over hoe zij voorzien in hun behoeften door het realiseren of beheren van voorzieningen en/of diensten. Deze ontwikkeling beantwoordt de wens van mensen met leefstijlaandoeningen (meer regie over de eigen gezondheid) en de door professionals gevoelde noodzaak om de eerstelijnszorg toegankelijk te houden. Het uitgangspunt is dat zorg en gezondheidsbevordering zoveel mogelijk rond, door en voor mensen met vergelijkbare wensen georganiseerd kan worden, in de eigen omgeving zodat de stap naar formele zorg minder nodig is. Complementair aan formele zorg en duurzaam verankerd in een wijklandschap van gezondheidsbevordering. Ondanks Nederlandse burgerinitiatieven rond zorg en gezondheid ontstaan coöperatieve vormen van zelfhulp niet altijd en overal, vooral niet in stadswijken (met achterstandsproblematiek). Hoe kunnen professionals die in de wijk actief zijn rond zorg, gezondheid en welzijn en MKB-bedrijven die zoeken naar innovatieve dienstverlening m.b.t. voeding, beweging en coaching samen met bewoners meer coöperatieve samenwerking bewerkstelligen ten behoeve van vitaliteit? Centraal in dit project staat de doorontwikkeling van Herstelcirkel in de wijk (HCIW) een sociale innovatie die diabetes-zelfmanagementeducatie en zelfhulp combineert door groepen mensen onder begeleiding van coaching aan leefstijlverandering te laten werken. Ondanks veelbelovende resultaten na het eenjarige traject, blijkt voor het merendeel het effect niet duurzaam. Uitgangspunten project: Co-designaanpak die professionals leert kennismaken met ontwerpgerichte methoden om met en voor bewoners passende dienstverlening in de wijk te ontwikkelen die coöperatieve zelfhulp faciliteren. Versterken van positieve krachten van bewoners en wijken (‘assets’) als elementen van de sociale en fysieke leefomgeving die deelnemers in staat stellen gezondheid te bevorderen. Ontwikkeling van een coöperatie, inclusief organisatorische aspecten: samenwerking met gezondheids- en welzijnsprofessionals en duurzame verankering in de wijk.
Net als de rest van de maatschappij worden mkb maakbedrijven geconfronteerd met exponentiële digitale ontwikkelingen. Dit dwingt bedrijven om nieuwe manieren te vinden om te ondernemen. Servitization is zo’n mogelijkheid. Servitization is het toevoegen van (digitale) diensten aan producten, om hiermee producten slimmer te maken en de klantrelatie te verdiepen. De Nederlandse maakindustrie omarmt servitization nog slechts mondjesmaat. Bedrijven zien voordelen, maar zijn vaak nog weinig tot uitwerking in staat. Veel maakbedrijven hebben moeite met het vernieuwen van hun business model. Zij zijn sterk technisch gericht en hebben een beperkt commercieel vermogen. In de literatuur bestaan twee perspectieven op business model innovation: een cognitief en een evolutionair perspectief. Deze perspectieven hanteren andere verklaringen voor het verloop van business model innovation en reiken ook andere handvatten voor de praktijk aan. Onze hypothese is dat mkb bedrijven voornamelijk een evolutionaire manier van business model innovation hanteren en dat zij bij meer disruptieve veranderingen onvoldoende op gang komen of vastlopen. Het mkb bedrijfsleven heeft baat bij nieuwe kennis, waarin beide perspectieven convergeren en rekening wordt houden met de specifieke context van deze bedrijven. Kenniscentrum Business Innovation van Hogeschool Rotterdam wil oplossingen bieden voor dit praktijkprobleem door samen met geïnteresseerde maakbedrijven onderzoek te doen. Tegelijkertijd kan het onderzoek bijdragen aan nieuwe kennis over het vernieuwen van business modellen. De onderzoeksvraag is Hoe kan het mkb in de maakindustrie zijn business model innoveren richting servitization? Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee stromen. Een stroom van actieonderzoek waarin onderzoekers en studenten samen met bedrijven werken aan het ontwikkelen van servitization. En een stroom van onderzoek waarin achterliggende factoren voor business model innovation worden achterhaald en worden gespiegeld aan theoretische inzichten. Beide stromen hangen samen en worden parallel doorlopen. Het actieonderzoek vindt in een gestructureerde cyclus plaats. Het procesonderzoek vindt plaats door rijke case studies te beschrijven.