Introduction: Gastroenteropancreatic neuroendocrine neoplasms (GEPNENs) are often diagnosed in an advanced stage. As the optimal sequence of therapy remains largely unclear, all treatment-related outcomes, including health-related quality of life (HRQoL) prospects, should be assessed according to patients' preferences. Methods: A targeted search was performed in PubMed and EMBASE to identify studies on treatment effect and HRQoL, measured using the EORTC QLQ-C30 tool, in patients with advanced, well-differentiated GEPNENs. Study quality was assessed, and meta-analyses were performed for global health status/QOL and tumour response. Results: The search yielded 1,322 records, and 20 studies were included, examining somatostatin analogues (SSA), peptide receptor radionuclide therapies (PRRT), chemotherapy, SSA-based combination therapies, and targeted therapies. Global HRQoL was stable, and rates for disease stabilisation were moderate to high across all treatments. Meta-analyses for global health status/QOL after SSA treatment were not significant (mean difference: –0.3 [95% CI: −1.3 to 0.7]). The highest pooled overall tumour response rate was 33% (95% CI: 24–45%) for PRRT. The highest pooled clinical benefit rate was 94% (95% CI: 65–99%) for chemotherapy. Conclusion: All treatments appeared beneficial for disease stabilisation while maintaining stable global health status/QOL. High-quality HRQoL reporting was lacking. HRQoL should be a central outcome next to well-established outcomes.
AIM: To synthesize the evidence about the characteristics (frequency, intensity, time, type) and effects of physical rehabilitation interventions on functional recovery and performance in daily functioning in children and young people with acquired brain injury (ABI), including traumatic brain injuries (TBI) and non-TBI, during the subacute rehabilitation phase.METHOD: Using scoping review methodology, a systematic literature search was performed using four databases. Articles were screened by title and abstract and data from eligible studies were extracted for synthesis.RESULTS: Nine of 3009 studies were included. The results demonstrated a variety of intervention characteristics: frequency varied between 1 and 7 days per week; time of intervention varied between 25 minutes and 6 hours a day; intervention types were specified in seven studies; and none of the included studies reported details of intensity of intervention. All studies reported positive results on the International Classification of Functioning, Disability and Health: Children and Youth (ICF-CY) levels of body function and activities after the intervention period, with study designs of included studies being cohort studies without concurrent controls (n=7) or case reports (n=2).INTERPRETATION: Inconsistency in results hampers generalizability to guide clinical practice. Physical interventions during subacute rehabilitation have potential to improve functional recovery with intervention characteristics as an important factor influencing its effectiveness. Future well-designed studies are indicated to gain knowledge and optimize rehabilitation practice in paediatric ABI and high-quality research including outcomes across all ICF-CY domains is needed.
Artificial Intelligence (AI) wordt realiteit. Slimme ICT-producten die diensten op maat leveren accelereren de digitalisering van de maatschappij. De grote innovaties van de komende jaren –zelfrijdende auto’s, spraakgestuurde virtuele assistenten, autodiagnose systemen, robots die autonoom complexe taken uitvoeren – zijn datagedreven en hebben een AI-component. Dit gaat de rol van professionals in alle domeinen, gezondheidzorg, bouwsector, financiële dienstverlening, maakindustrie, journalistiek, rechtspraak, etc., raken. ICT is niet meer volgend en ondersteunend (een ‘enabling’ technologie), maar de motor die de transformatie van de samenleving in gang zet. Grote bedrijven, overheidsinstanties, het MKB, en de vele startups in de Brainport regio zijn innovatieve datagedreven scenario’s volop aan het verkennen. Dit wordt nog eens versterkt door de democratisering van AI; machine learning en deep learning algoritmes zijn beschikbaar zowel in open source software als in Cloud oplossingen en zijn daarmee toegankelijk voor iedereen. Data science wordt ‘applied’ en verschuift van een PhD specialisme naar een HBO-vaardigheid. Het stadium waarin veel bedrijven nu verkeren is te omschrijven als: “Help, mijn AI-pilot is succesvol. Wat nu?” Deze aanvraag richt zich op het succesvol implementeren van AI binnen de context van softwareontwikkeling. De onderzoeksvraag van dit voorstel is: “Hoe kunnen we state-of-the-art data science methoden en technieken waardevol en verantwoord toepassen ten behoeve van deze slimme lerende ICT-producten?” De postdoc gaat fungeren als een linking pin tussen alle onderzoeksprojecten en opdrachten waarbij studenten ICT-producten met AI (machine learning, deep learning) ontwikkelen voor opdrachtgevers uit de praktijk. Door mee te kijken en mee te denken met de studenten kan de postdoc overzicht en inzicht creëren over alle cases heen. Als er overzicht is kan er daarna ook gestuurd worden op de uit te voeren cases om verschillende deelaspecten samen met de studenten te onderzoeken. Deliverables zijn rapporten, guidelines en frameworks voor praktijk en onderwijs, peer-reviewed artikelen en kennisdelingsevents.
Gesprekken in een oncologisch traject focussen vooral op diagnose en behandeling. Zorgen over seksualiteit en intimiteit worden zelden besproken. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van deze gesprekken, maar vinden het moeilijk om deze te voeren. Echter, het is essentieel dat patiënten hun zorgen rondom seksualiteit en intimiteit kunnen bespreken.Doel Het doel van dit project is het mogelijk maken en optimaliseren van het gesprek over seksualiteit en intimiteit in de oncologiespreekkamer, opdat beter in de behoeften van patiënten kan worden voorzien. Inzichten in de gesprekszorgen en -kansen worden opgenomen in een nieuw te ontwikkelen leeromgeving voor zorgprofessionals. Resultaten Het resultaat is een leeromgeving, die specifiek aansluit bij de leerbehoefte van zorgprofessionals, waarin deze professionals hun inzicht in gespreksvoering met kankerpatiënten over seksualiteit en intimiteit kunnen vergroten. Looptijd 01 september 2023 - 01 oktober 2025 Aanpak Er worden interviews gehouden met patiënten en focusgroepen met zorgprofessionals uit het consortium. De data die deze methoden opleveren worden geanalyseerd vanuit het discursief-psychologisch perspectief, waarbij wordt uitgegaan van het idee dat taal wordt gebruikt om handelingen te verrichten. Relevantie van het project Dit project levert een leeromgeving voor zorgprofessionals die hiermee hun gespreksvoering over seksualiteit met patiënten kunnen verbeteren. Binnen dit project is doorwerking richting onderwijs op diverse manieren vormgegeven. Docent-onderzoekers participeren in het project. Studenten van de ‘Kunst van de dialoog’ en studenten van ‘Oncologische zorg’ worden d.m.v. onderzoeksminoren, stages en afstuderen betrokken.
Gesprekken in een oncologisch traject focussen vooral op diagnose en behandeling. Zorgen over seksualiteit en intimiteit worden zelden besproken. Oncologische zorgprofessionals erkennen het belang van deze gesprekken, maar vinden het moeilijk om deze te voeren. Echter, het is essentieel dat patiënten hun zorgen rondom seksualiteit en intimiteit kunnen bespreken.