Sportaccommodaties en sportevenementen zijn niet meer weg te denken in ons (sport- en bewegings) landschap. Ze creëren mogelijkheden om te sporten en te bewegen, trekken fans, toeschouwers en in die zin ook sponsors aan, en vormen een interessant communicatie-instrument voor steden en regios. Bovendien komen sportaccommodaties en sportevenementen met private dan wel publieke middelen tot stand. Met sporters, supporters, sponsors, commerciële partners en overheden als belangrijke stakeholders dringt ook een specifieke management- en marketingbenadering van sportaccommodaties en sportevenementen zich op. In het boek Geen sportcultuur zonder sportinfrastructuur wordt uitvoerig aandacht besteed aan het beleid, het management en de marketing van sportaccommodaties en sportevenementen. Het boek onderscheidt zich van andere boeken met betrekking tot sportaccommodaties en sportevenementen, enerzijds door de focus op de Lage Landen en anderzijds door de multidisciplinaire benadering. Onder redactie van Jeroen Scheerder en Steven Vos geven meer dan dertig experts uit Nederland en Vlaanderen wetenschappelijk onderbouwde en/of beleidsrelevante inzichten in diverse beheers- en beleidsaspecten van sportaccommodaties en sportevenementen. Geen sportcultuur zonder sportinfrastructuur is geschreven voor studenten, beleidsmakers en professionals die actief zijn en/of interesse hebben in het management en de marketing van sportaccommodaties en sportevenementen.
Management goeroes hebben weinig oog voor de analytische kanten van het managen.
Dit artikel bespreekt de relatie tussen organisatiecultuur en performance management. De auteurs stellen dat gedrag niet op zichzelf staat, maar wordt gevormd door onderliggende waarden en overtuigingen. Om performance management in de praktijk succesvol te laten zijn, moet het worden opgenomen in de organisatiecultuur. Onderzoek van De Waal (2003) laat zien dat de vier gedragsaspecten; verantwoordelijkheid, managementstijl, actiegerichtheid en communicatie van belang zijn voor goed performance management. Ten slotte wordt in het artikel nader onderzoek aangekondigd naar de cultuurelementen in het Cultuur-arenamodel van Straathof (2009) die van invloed zijn op het invoeren en toepassen van performance management.
HAS Hogeschool wil de IMPULS-middelen benutten om de regionale samenwerking te versterken en in deze regionale triple helix van meerwaarde te zijn op het kruispunt van Agri en Food met Datascience en Technologie. Dat doen we vanuit de strategie van de HAS, door koppeling van onze lectoraten aan de regionale agenda’s en in samenwerking met complementaire kennispartners. Van oudsher heeft de HAS uitgebreide expertise op dit terrein, denk bijvoorbeeld aan de lectoraten Nieuwe Teeltsystemen, Precision Livestock Farming, Eiwittransitie in Voeding en Future Food Systems. Door het multidisciplinaire karakter van deze onderwerpen zal verbreding en verdieping, met meerwaarde voor het bedrijfsleven en de samenleving, met name plaatsvinden door slimme combinaties met expertises van andere kennisinstellingen. Die slimme combinaties zoeken we zowel binnen het CoE Groen, als daarbuiten door middel van een SPRONG-aanvraag. Met tegelijk een versnelling van de nieuwe manier van werken: ondersteuning van digitalisering van bijeenkomsten, uitwisseling van kennis en veilige vastlegging van data. De Impuls-regeling willen we daarom specifiek inzetten voor twee voor HAS hogeschool onmisbare strategische ontwikkelsporen: 1 Versterking van onze profilering als praktijkgericht onderzoekcentrum voor Hightech en Data in Agrifood met een SPRONG-aanvraag; 2 Versterking (en waar nodig aanpassing) van de infrastructuur nodig voor het goed functioneren van het CoE Groen. Meer specifiek gaat het daarbij om zowel activiteiten gericht op versterking van externe processen als interne processen, rekening houdend met de beperkingen en eisen vanwege COVID-19: - Consortiumvorming; - Netwerkbijeenkomsten; - Datamanagement; - Programmamanagement; - Vorming van expertiseclusters.
De overbrugging heeft betrekking op het Regionaal Liaison Team Zuidoost onder leiding van Zuyd Hogeschool en dient twee doelen: 1)Deelname aan landelijke overleggen met de andere regio’s in het HCA-kernteam en specifieke projectgroepen voor zover niet gefinancierd via learning communities en nationaal kennisplatform, de werkgroep verbinding pijlers, de werkgroep communicatie, het schrijfteam voor de R&D-werkpakketten 4-5-6 en begeleiding workshops hierbinnen, de begeleidingsgroep onderzoek Dialogic naar een effectieve samenhangende aanpak human capital energietransitie, en deelname aan landelijke events van GroenvermogenNL / Topsector Energie e.a.. 2)Werkzaamheden ter uitvoering van de regionale roadmap, meer specifiek het promoten en toeleiden naar CHILL als learning community, het uitbouwen van het fieldlab MobilityHouse, het opschalen naar de Plasmapilot en de Pilot Hydrogeneren, het opzetten van het scholingsaanbod voor professionals en opleidings- en innovatiesteunmaatregelen voor ondernemingen.