Het handboek projectmanagement is opgesteld als handleiding voor de medewerkers van Fontys die betrokken zijn bij het uitvoeren van projecten in de rol van projectleider of anderszins. Het doel van het handboek is, om in samenhang met een cursus projectleiding, een bijdrage te leveren aan de beheersing van de projecten die binnen Fontys worden georganiseerd en uitgevoerd. Daartoe bevat het de nodige aanwijzingen en richtlijnen. Het handboek is richtinggevend, maar biedt voldoende ruimte en flexibiliteit om in overleg met de opdrachtgever tot een op zijn specifieke situatie toegesneden invulling te komen.
DOCUMENT
Beschrijving van het programma FontysNet, waarin ICT-gerelateerde projecten, in onderlinge samenhang, zijn uitgevoerd. Dit programma had als doel de uniformiteit en beheersbaarheid van de Fontys infrastructuur te bevorderen. De beschrijving volgt zowel proces als inhoud en bevat geleerde lessen (lessons learned). Het programma was onderverdeeld in de programmalijnen: e-marketing, e-transactie, e-learning, e-facilitering, e-arbeidsbemiddeling, ondersteund door de organisatie infrastructuur en de FontysNet infrastructuur
DOCUMENT
Onderwijsinnovatie verloopt zelden probleemloos. Vaak roept het vragen op over doelstellingen, bereikte resultaten en gebruikte innovatiemethoden. Veel veranderingstrajecten leiden tot demotivatie en frustratie bij betrokkenen. Weten we welke factoren debet zijn aan die frustratie? Kunnen we dit veranderen? Inmiddels is voldoende bekend dat top-down geplande innovatietrajecten vaak mislukken. Slechts een kwart is succesvol. Er is echter nog weinig bekend over factoren die een positieve werking hebben bij grootschalige innovatietrajecten. Recente praktijkervaring en onderzoeksliteratuur wijzen in de richting van het sociaal kapitaal als cruciaal element voor het slagen van deze innovaties. Een indicatie die de moeite van verdere verkenning waard is.
DOCUMENT
Klimaatverandering, stikstofdepositie en schaarse ruimte zijn voorbeelden van maatschappelijke ontwikkelingen die een grote druk leggen op de mobiliteitstransitie (KiM, 2025). Rap veranderende behoeftes en omgevingen, o.a. door de digitale en energie transitie, vragen om meer flexibiliteit en innovatie. Het maakt dat reguliere samenwerkingsvormen in de mobiliteitssector, zoals langjarige concessies, niet altijd meer toereikend zijn. Nieuwe vormen van publiek-private samenwerkingen (PPS) zijn nodig om samen het mobiliteitssysteem om te bouwen en impact te realiseren op de mobiliteitstransitie (Diercks et al., 2020). Om meer wendbare publiek private samenwerkingen te vormen zijn inmiddels methodieken op het vlak van innovatiebeleid (Goetheer et al., 2018), de vorming van regionale mobiliteitsprogramma’s (Baltus & Röther, 2019) en transitie-management (Loorbach, 2007) beschikbaar. Maar wat volgens diverse regionale overheden nog mist, is een handzame methodiek die bij het najagen van disruptieve mobiliteitsinnovaties helpt om de benodigde publiek-private cocreatie vorm te geven en focus en snelheid te brengen in het gezamenlijke proces. Bij voorkeur geeft deze methodiek concrete aandachtspunten waarop partners middels interventies in proces en communicatie de kans op succesvolle cocreatie ten behoeve van een individuele mobiliteitsinnovatie kunnen vergroten. Gegeven deze behoefte naar versnelling hebben het creatieve mkb-bedrijf P2 (ontwerpers in proces-, project- en programmamanagement van o.a. de mobiliteitssector) en de HAN UAS lectoraten Smart Business en Human Communication Development de handen ineengeslagen. Zij hebben een eerste inventarisatie gemaakt van mogelijke succesfactoren en procesinterventies die binnen een PPS kunnen helpen snelheid te ontwikkelen op disruptieve mobiliteitsinnovaties. Deze inventarisatie is nog niet compleet noch gevalideerd. Het doel van het KIEM-onderzoek is om een business ecosystem solution for mobility (BESMO)-propositie uit te werken door kennishiaten en praktijkeisen ten aanzien van succesfactoren in kaart te brengen en bijbehorende interventies uit te werken. Relevante PPS-casuïstiek wordt ontsloten door aangesloten praktijkpartners gemeenten Arnhem en Nijmegen, beide gelegen in de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen.
HAS Hogeschool wil de IMPULS-middelen benutten om de regionale samenwerking te versterken en in deze regionale triple helix van meerwaarde te zijn op het kruispunt van Agri en Food met Datascience en Technologie. Dat doen we vanuit de strategie van de HAS, door koppeling van onze lectoraten aan de regionale agenda’s en in samenwerking met complementaire kennispartners. Van oudsher heeft de HAS uitgebreide expertise op dit terrein, denk bijvoorbeeld aan de lectoraten Nieuwe Teeltsystemen, Precision Livestock Farming, Eiwittransitie in Voeding en Future Food Systems. Door het multidisciplinaire karakter van deze onderwerpen zal verbreding en verdieping, met meerwaarde voor het bedrijfsleven en de samenleving, met name plaatsvinden door slimme combinaties met expertises van andere kennisinstellingen. Die slimme combinaties zoeken we zowel binnen het CoE Groen, als daarbuiten door middel van een SPRONG-aanvraag. Met tegelijk een versnelling van de nieuwe manier van werken: ondersteuning van digitalisering van bijeenkomsten, uitwisseling van kennis en veilige vastlegging van data. De Impuls-regeling willen we daarom specifiek inzetten voor twee voor HAS hogeschool onmisbare strategische ontwikkelsporen: 1 Versterking van onze profilering als praktijkgericht onderzoekcentrum voor Hightech en Data in Agrifood met een SPRONG-aanvraag; 2 Versterking (en waar nodig aanpassing) van de infrastructuur nodig voor het goed functioneren van het CoE Groen. Meer specifiek gaat het daarbij om zowel activiteiten gericht op versterking van externe processen als interne processen, rekening houdend met de beperkingen en eisen vanwege COVID-19: - Consortiumvorming; - Netwerkbijeenkomsten; - Datamanagement; - Programmamanagement; - Vorming van expertiseclusters.
De overbrugging heeft betrekking op het Regionaal Liaison Team Zuidoost onder leiding van Zuyd Hogeschool en dient twee doelen: 1)Deelname aan landelijke overleggen met de andere regio’s in het HCA-kernteam en specifieke projectgroepen voor zover niet gefinancierd via learning communities en nationaal kennisplatform, de werkgroep verbinding pijlers, de werkgroep communicatie, het schrijfteam voor de R&D-werkpakketten 4-5-6 en begeleiding workshops hierbinnen, de begeleidingsgroep onderzoek Dialogic naar een effectieve samenhangende aanpak human capital energietransitie, en deelname aan landelijke events van GroenvermogenNL / Topsector Energie e.a.. 2)Werkzaamheden ter uitvoering van de regionale roadmap, meer specifiek het promoten en toeleiden naar CHILL als learning community, het uitbouwen van het fieldlab MobilityHouse, het opschalen naar de Plasmapilot en de Pilot Hydrogeneren, het opzetten van het scholingsaanbod voor professionals en opleidings- en innovatiesteunmaatregelen voor ondernemingen.