In this policy brief we recommend that in order to face numerous societal challenges such as migration and climate change, regional governments should create a culture of innovation by opening up themselves and stimulate active citizenship by supporting so called Public Sector Innovation (PSI) labs. These labs bring together different types of stakeholders that will explore new solutions for societalchallenges and come up with new policies to tackle them. This method has been developed and tested in a large EU funded research project.
DOCUMENT
At first glance, Public Sector Innovation (PSI) Labs are gaining prominence within academic literature, the European Union (EU) and beyond. However, because of the relative newness and conceptual ambiguity of this concept, the exact contribution of these labs to theory and practice is still unclear. In addition, most research has been looking at case studies. This publication breaks new ground by elaborating on the concept and also by looking at the perception of these labs in different contexts, by comparing multiple labs in multiple countries. In doing so, we raised the question: ‘What is the perceived added value of Public Sector Innovation labs for further developing theory as well as for society?’ In order to answer this question, by way of an experiment, we combined theoretical research together with focus groups with members of the EU funded project Multi Disciplinary Innovation for Social Change (SHIINE) in combination with questionnaires to selected PSI labs, thus providing us with rich data. Our experimental methodology uncovered a conceptual bias that is probably existent in similar studies and needs to be acknowledged more. In addition, we found that PSI labs have developed over time into an amalgam of two competing concepts. To conclude, we believe that the specific potential of PSI labs as an internal space for innovation within institutions is underutilised. We believe this could be improved by acknowledging the specific aim of PSI labs in a co-creative setting between relevant stakeholders, such as Higher Education Institutions (HEIs).
DOCUMENT
Dit lectorenplatform richt zich specifiek op vakoverstijgend onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie. Deelnemers aan het lectorenplatform beschouwen de opbloeiende, interdisciplinaire praktijken van wetenschappers en kunstenaars als een inspiratiebron voor de vernieuwing van het funderend en hoger onderwijs. Om deze vernieuwing te realiseren moeten vanuit verschillende vakgebieden hands-on-ervaringen en onderzoekservaringen gecombineerd worden. Hierdoor komen leerlingen en studenten vanuit verschillende kennisdomeinen in samenwerking tot nieuwe manieren van leren en probleemoplossen. De ambitie van dit platform is om praktijkbeoefenaars, wetenschappers en docenten uit verschillende sectoren en disciplines bijeen te brengen. De NWA-route ‘Kunst: onderzoek en innovatie in de 21ste eeuw’ roept nadrukkelijk op tot investering in dergelijke platformen: “Het primair vernieuwende in deze route is dat partijen uit het kunstendomein: kunstenaars en ontwerpers, de sociale, geestes‐ en natuurwetenschappen, het kunstvakonderwijs, culturele bedrijven en de creatieve industrie zich met elkaar verbinden en inzetten op een gezamenlijke onderzoeksagenda. [...]" (Borgdorff, et al., 2016, p. 3). In het lectorenplatform staat niet alleen vakintegratie centraal, maar draait het ook om een actualisering van de leerinhouden van de kunst- en bètavakken: kunst kan heel analytisch zijn en bèta creatief, en kunst en bèta kunnen elkaar in onderlinge interactie versterken. Het lectorenplatform wil dus ook bestaande ideeën en beeldvorming rond kunsteducatie en wetenschap-/techniekonderwijs ter discussie stellen, en daarmee een impuls geven aan curriculumvernieuwing: van funderend tot beroepsonderwijs. Om onderzoek naar onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie te bevorderen en binnen verschillende sectoren dit onderzoek op de agenda te zetten, richt het platform zich op drie themalijnen die aan de basis van de onderzoeksagenda staan: (1) professionele kunst- en ontwerppraktijken, (2) funderend onderwijs en (3) beroepsonderwijs. De themalijnen vormen de leidraad voor te initiëren onderzoek en activiteiten als het opzetten van een thematische online database met good practices en de organisatie van designathons waarin deelnemers uit verschillende disciplines de interdisciplinaire praktijk actief beleven.
De retailsector verandert diepgaand en structureel. Door ontwikkelingen in technologie, sociaal-culturele en demografische trends en ook door veranderingen binnen het domein van retail zelf, staan veel ondernemingen en andere stakeholders, zoals gemeenten, de vastgoedsector en toeleveranciers van het winkelbedrijf voor belangrijke uitdagingen. Dit veld vormt een belangrijk onderzoeksthema van praktijkgericht onderzoek van lectoraten binnen het Hoger Beroepsonderwijs. Dat is nu nog versnipperd, maar kan en kracht en relevantie winnen bij samenwerking. Het lectorenplatform Retail Innovation beoogt door middel van bundeling en gecoördineerde en deels gezamenlijke uitvoering van nieuw praktijkgericht retail onderzoek door de lectoren in het HBO een betere gestructureerde bijdrage leveren aan de noodzakelijke innovatie in de retailsector in Nederland, in het bijzonder op basis van de nationale retail(onderzoeks)agenda. Vanuit die bundeling de verbinding leggen met de retailsector, samen met geassocieerde partners zoals TKI CLICKNL, belangstellende universiteiten en relevante organisaties en vertegenwoordigers van de retailsector om de doorwerking van bevindingen en resultaten verder te versterken.