Camera trap technology has galvanized the study of predator-prey ecology in wild animal communities by expanding the scale and diversity of predator-prey interactions that can be analyzed. While observational data from systematic camera arrays have informed inferences on the spatiotemporal outcomes of predator-prey interactions, the capacity for observational studies to identify mechanistic drivers of species interactions is limited. Experimental study designs that utilize camera traps uniquely allow for testing hypothesized mechanisms that drive predator and prey behavior, incorporating environmental realism not possible in the lab while benefiting from the distinct capacity of camera traps to generate large data sets from multiple species with minimal observer interference. However, such pairings of camera traps with experimental methods remain underutilized. We review recent advances in the experimental application of camera traps to investigate fundamental mechanisms underlying predator-prey ecology and present a conceptual guide for designing experimental camera trap studies. Only 9% of camera trap studies on predator-prey ecology in our review mention experimental methods, but the application of experimental approaches is increasing. To illustrate the utility of camera trap-based experiments using a case study, we propose a study design that integrates observational and experimental techniques to test a perennial question in predator-prey ecology: how prey balance foraging and safety, as formalized by the risk allocation hypothesis. We discuss applications of camera trap-based experiments to evaluate the diversity of anthropogenic influences on wildlife communities globally. Finally, we review challenges to conducting experimental camera trap studies. Experimental camera trap studies have already begun to play an important role in understanding the predator-prey ecology of free-living animals, and such methods will become increasingly critical to quantifying drivers of community interactions in a rapidly changing world. We recommend increased application of experimental methods in the study of predator and prey responses to humans, synanthropic and invasive species, and other anthropogenic disturbances.
MULTIFILE
The goal for the coming years is to get insight in the guest experience in hotels. What is guest experience? How to measure guest experience? What is the relation between guest experience and guest loyalty? And finally, what tangible elements in the physical environment of hotels and the contact with hotel employees may improve the experience of hotel guests? And in what way should these elements be changed? This paper describes the first and second step towards this goal: a theoretical background of guest experience and the development of the Guest Experience Scan for NH Hoteles. This Guest Experience Scan is a quantitative instrument trying to measure guests’ affective evaluation of the physical environment of the hotel and the contact with the hotel employees.
MULTIFILE
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
Bedrijfsovername is een grote uitdaging voor agrarische familiebedrijven, waarbij het sociaal-emotioneel welzijn van de familie is geïdentificeerd als een belangrijk knelpunt. Vanuit het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is in 2019 het beleidsprogramma Duurzame Bedrijfsopvolging gestart om het aantal succesvolle bedrijfsoverdrachten te verhogen. Een belangrijk onderdeel hiervan is een op te richten Kenniscentrum. Dit project wil het Kenniscentrum voeden met onderzoek naar de familiale dimensie van bedrijfsopvolging. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door een consortium bestaande uit het Lectoraat Familiebedrijven van Hogeschool Windesheim, Aeres Hogeschool Dronten, Van Hall Larenstein Leeuwarden, het Fries Sociaal Planbureau, het NAJK en LTO Noord. Doel van dit project is het inventariseren en evalueren van de ondersteunende advies- en kennisinfrastructuur op de familiale dimensie bij het opvolgingstraject van agrarische familiebedrijven. Dit doen we door inzichten op te halen bij zestien agrarische bedrijfsfamilies, in verschillende stadia van het opvolgingsproces. In het project vergelijken we hoe de families en de ondersteunende advies- en kennispartijen omgaan met de belangen en behoeften van verschillende familieleden (opvolgers, overdragers, partners en niet-opvolgers) tijdens het opvolgingsproces. Daarnaast wordt kwantitatief onderzoek gedaan onder studenten op de twee deelnemende agrarische hogescholen, om de behoeften en verwachtingen van potentiële opvolgers en niet-opvolgers ten aanzien van bedrijfsoverdracht in kaart te brengen. Het project moet resulteren in gevalideerde verbetervoorstellen (stappenplannen) voor zowel agrarische bedrijfsfamilies als adviseurs gericht op de verschillende stadia van bedrijfsopvolging. Ook worden spelvormen ontwikkeld om moeilijke en relationeel ingewikkelde onderwerpen beter bespreekbaar te maken in het agrarisch onderwijs. Tot slot worden de resultaten van het onderzoek geschikt gemaakt voor gebruik binnen agrarische scholen om het curriculum over de zachte kant van bedrijfsopvolging te versterken.