In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
MULTIFILE
Dit boek geeft een uitgebreide beschrijving en interpretatie van de kredietcrisis zoals die in het najaar van 2008 plaats vond. De inhoud betreft een zeer ingewikkelde en veelzijdige materie die op een duidelijke wijze is weergegeven, waarbij theorie en de praktijk bij elkaar komen. Het bevat enerzijds veel informatie over de kredietcrisis en anderzijds een veelzijdigheid aan onderwerpen zoals: waarderingsgrondslagen, financieringsstructuren, informatie, marketing (vooral promotie, sponsoring, merkenstrategie), integriteit, moral hazard, wilsgebreken, aansprakelijkheid, politiek, risico's, risicomanagement en beloningsstructuren. Het onderwerp beslaat de basis van onze economie, namelijk het vertrouwen in onze samenleving en daarmee transparantie en integriteit. De veelzijdigheid van het onderwerp, de theoretische onderbouwingen, de vele praktijkcomponenten en de vele relevante afbeeldingen, maken van dit manifest een boek over de economie in praktijk. Doelgroepen voor dit zijn: de gedupeerden, de politici en beslissers in financiële instellingen, studenten en middelbare scholieren en alle overige geïnteresseerden. Om het boek voor een breed publiek toegankelijk te houden, is de materie op een eenvoudige wijze beschreven waarbij gebruik wordt gemaakt van veel afbeeldingen en eenvoudig taalgebruik.
Onze leefomgeving speelt een belangrijke rol in de ervaring van eenzaamheid, constateren Pauline van den Berg, senior onderzoeker bij Fontys Hogescholen, en Astrid Kemperman, hoogleraar bij Technische Universiteit Eindhoven. Met twee afstudeerders deden zij onderzoek.
LINK
Naar een Toegankelijk en Duurzaam Landelijk Mobiliteitssysteem: De Kracht van Community Building, Micrologistiek en Peer-to-Peer Deelmobiliteit. In landelijke gebieden zijn mobiliteitsproblemen een groeiende uitdaging door afnemend openbaar vervoer en grote afstanden tot voorzieningen. Dit kan leiden tot vervoersarmoede en sociale isolatie. Ook is het toenemende aantal logistieke bewegingen ongewenst voor de leefbaarheid binnen woonkernen. Dit onderzoek verkent een geïntegreerde aanpak waarin community building, micro-logistiek en peer-to-peer (P2P) deelmobiliteit samenkomen om een duurzamer en inclusiever mobiliteitssysteem te ontwikkelen, dat bovendien de sociale cohesie van inwoners versterkt. Gemeenschappen spelen een cruciale rol in sociale veerkracht en collectieve zelforganisatie. Community building gaat verder dan het verbinden van mensen; het vereist strategische interventies om sociale structuren te versterken, sociaal kapitaal op te bouwen en duurzame samenwerking te stimuleren. Onderzoeken suggereren dat vertrouwen en gemeenschapswaarden een positieve invloed hebben op duurzame mobiliteitsoplossingen. Binnen dit project zullen wij onderzoeken op welke wijze een actieve community opgebouwd en gefaciliteerd kan worden die in hoge mate zelf-organiserend is en bezorgingen en autodelen omarmt. Het onderzoek combineert kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Via interviews, focusgroepen en enquêtes brengen we behoeften, gedragsdrempels en bestaande gemeenschapsstructuren in kaart. Op basis van deze inzichten formuleren we concrete strategieën voor community-driven mobiliteit. In sessies met inwoners, ondernemers en gemeenten worden deze concepten verder beoordeeld en geoptimaliseerd. De resultaten bieden handvatten voor sociale, technologische, juridische, beleidsmatige en organisatorische ontwikkeling. Dit project levert daarbij een concreet model voor community-based mobiliteit en logistiek dat als basis dient voor verdere opschaling. De opgedane kennis wordt door het consortium gebruikt om een grotere vervolgaanvraag te formuleren. Met deze aanpak bouwen we aan realistische, haalbare oplossingen die bijdragen aan een toegankelijk en duurzaam landelijk mobiliteitssysteem.
Van burgers wordt een grote bijdrage verwacht bij het realiseren van de duurzaamheidsdoelstellingen uit onder meer het Klimaatakkoord en het Deltaplan klimaatadaptatie. Beleidsmedewerkers duurzaamheid en communicatieadviseurs bij gemeenten stimuleren milieuvriendelijk gedrag onder inwoners met een variëteit aan interventies, waaronder vouchers voor LED-lampen, socialemediacampagnes, energiecoaches en persuasieve technologie als energiebesparingsapps. Ondanks de veelheid aan interventies lukt het gemeenteprofessionals niet om inwoners te bereiken, die zich weinig betrokken voelen bij duurzaamheid. Gemeenteprofessionals zien de aansluiting van deze interventies bij de sociale en persoonlijke omstandigheden van inwoners (bijvoorbeeld energiearmoede) en bij de sociale structuren in de wijk (buurtinitiatieven, wijkorganisaties, sleutelfiguren, etc.) als een belangrijk knelpunt. We ontwikkelen samen met vier wijken in vier gemeenten een sociotechnische aanpak om duurzaamheidsgedrag te stimuleren onder inwoners met een lage betrokkenheid bij dit onderwerp. Met etnografische methoden brengen we voor elke wijk eerst de persoonlijke en sociale omstandigheden, de sociale structuur, bestaande interventies en hun (gebrek aan) onderlinge samenhang in beeld. De uitkomsten vormen de basis voor een participatorydesignproces voor een persuasieve toepassing (bijv. een website, app of serious game), waarin inwoners, organisaties en initiatieven uit de wijk een centrale rol spelen en waarin nieuwe methoden worden ontwikkeld om weinig betrokken inwoners te betrekken. Beoogd resultaat bestaat uit een modulaire persuasieve toepassing en sociale interventies om milieuvriendelijk gedrag te stimuleren, die goed aansluiten bij de persoonlijke en sociale omstandigheden van inwoners. De ontwikkelde persuasieve technologie en sociale interventies maken gebruik van sociale gedragsveranderingsprikkels. Deze toepassing wordt geïntegreerd met bestaande interventies en bestaande sociale structuren door middel van customer journeys, afgestemd op de specifieke wijk. Aanpak, toepassing en customer journeys worden ingezet en geëvalueerd in pilots in de vier wijken. De modulaire toepassing, customer journeys, sociotechnische participatieve aanpak, ontwerprichtlijnen en geleerde lessen uit de pilots worden in een toolbox ‘Milieuvriendelijk gedrag stimuleren in de wijk’ samengebracht.
Het zorglandschap in de gehandicaptensector ondergaat ingrijpende veranderingen die nieuwe houdings- en handelingskennis vraagt van professionals. Toenemende druk op de zorg door complexe zorgvragen, personeelstekorten en financiële beperkingen maakt het noodzakelijk om keuzes te maken. De focus op ‘anders’ zorgverlenen vraagt om een transitie naar meer samenwerking met het informele netwerk, waarin zorg minder afhankelijk wordt van professionele structuren. Juist in de gehandicaptenzorg is dit, vanwege een geschiedenis waarin mensen afgeschermd van het gewone leven werden ‘verzorgd’, een cruciale verandering, die meer aandacht behoeft. Deze transitie vraagt om een vernieuwde, transformatieve kijk op de rol van professionals, waarbij de manier waarop professionals zichzelf zien en hun rol opvatten binnen de bredere samenleving centraal staat. Transformatieve professionaliteit houdt in dat professionals niet alleen ‘traditionele’ zorgtaken uitvoeren, maar ook een actieve rol spelen in de context van inclusie en zelfregie, in het alledaagse leven. Het vraagt om een fundamentele verandering in hoe gehandicaptenzorg wordt verleend en georganiseerd. Social Work en Maatschappelijke Zorg (hbo en mbo) professionals (veelal werkzaam in die sector) ervaren daarbij morele stress door de discrepantie tussen oude structuren en nieuwe verwachtingen. Ook mensen met een verstandelijke beperking en hun naasten ervaren spanning door te weinig betrokkenheid in het meedenken over de zorg van de toekomst. Die betrokkenheid is van belang voor slagen van het veranderproces en voor het inspireren van andere professionals. Daarom willen we in deze aanvraag leren van contextfactoren die noodzakelijk bleken voor het ontstaan van innovaties waar die fundamentele verandering al in gang is gezet. Ook willen we leren van de houdings- en handelingskennis van innovatoren of change agents die binnen de organisatiecontext waarin zij werken verandering aangewakkerd hebben. We ontwikkelen een training om binnen de zorg- en onderwijsorganisaties (toekomstige) professionals te steunen om tot sociale verandering te komen vanuit een herijkt beroepsbeeld voor de gehandicaptensector.