De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In het nieuwe magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?De komende jaren staat Nederland voor een reusachtige woningbouwopgave. Dat heeft gevolgen voor bestaande wijken, maar ook voor nieuw te bouwen wijken. Tegelijkertijd heeft Nederland te maken met enorme milieu- en duurzaamheidsopgaven en maatschappelijke uitdagingen. De opgaven vragen om nu ook na te denken over hoe problemen op het gebied van leefbaarheid van wijken het hoofd kunnen worden geboden, zodat deze wijken ook op de lange termijn leefbaar blijven.Het gedachtegoed van Soft Cities, oftewel ‘zachte steden’, kan hierbij richtinggevend zijn. Dit gedachtegoed verbindt de gebouwde stad met de mensen die er wonen en stelt in stadsontwikkelingsopgaven de ‘zachte’, geleefde wereld van de mens centraal in plaats van de ‘harde’, systemische wereld van gebouwen en infrastructuur. Lectoren en onderzoekers van Platform Stad en Wijk verkennen in het magazine ‘De zachte stad’ aan de hand van onderzoeksartikelen, essays en interviews hoe de zachte stad van de toekomst eruit zou kunnen zien. We hopen dat dit magazine handvatten biedt voor gemeenten, andere praktijkpartners en hogescholen om gezamenlijk aan de slag te gaan met het realiseren van de zachte stad van de toekomst. Veel leesplezier!
MULTIFILE
In samenwerking met de wijkcultuurhuizen en de gemeente Utrecht vindt het onderzoek Cultuur voor iedereen in stad Utrecht plaats. Deze onderzoeksrapportage richt zich op fase 2 van een gezamenlijk meerjarig traject, waarin we vanaf januari 2019 tot en met december 2021 in drie fasen onderzoek doen naar de gemeenschappelijke werkwijze van de wijkcultuurhuizen. Er is een sterk gedeeld gevoel dat wijkcultuurhuizen belangrijk zijn voor de stad Utrecht. Utrecht biedt met de wijkcultuurhuizen een unieke infrastructuur om cultuurparticipatie van Utrechters te bevorderen.
In tijden van toenemende culturele diversiteit en arbeidsonzekerheid hebben jongeren in Nederlandse en Duitse stadswijken grote behoefte aan richting met betrekking tot hun toekomstige leven. Ouders en leraren lijken zelf vaak te worden overweldigd door de snel veranderende wereld waarin ze leven. Naast deze veranderingen neemt het gebruik van sociale media sterk toe, waardoor de al bestaande generatiekloof nog groter wordt. Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor de levensloopperspectieven van jongeren en leiden er vaak toe dat ze meer dan ooit richting zoeken bij hun leeftijdgenoten. In plaats van dit te zien als een problematische situatie, is dit project erop gericht de netwerken van jongeren te gebruiken als bron voor verbetering van de stadswijken. Het basisidee is jonge adolescenten (in de leeftijd van 12-14 jaar) te empoweren via bepaalde leeftijdgenoten die al gerespecteerd, verantwoordelijk en stabiel in het leven staan. Deze ‘homies’ (vier Nederlandse en vier Duitse jongeren) worden getraind en begeleid door experts op het gebied van oplossingsgericht denken en inspirerende communicatie. Daarna gaan de homies aan de slag in hun eigen wijk, waar ze drie maanden actief zullen zijn. De meeste communicatie met hun leeftijdgenoten zal verlopen via mobiele communicatie en sociale medianetwerken. In het begeleidende onderzoek wordt een analyse gemaakt van de leefsituatie van jongeren in de geselecteerde wijken voor en na de tussenkomst van de homies. De homies houden zelf een (mobiel) dagboek bij dat inzicht zal bieden in hoe zij zelf de veranderingen bij de jongeren in hun wijk zien.
De alliantie tussen professionals en cliënten in de jeugdzorg is een krachtige algemeen werkzame factor in de hulp aan kinderen en ouders met opvoedproblemen. De alliantie tussen professionals en cliënten bestaat uit de persoonlijke klik, overeenstemming over de doelen waaraan gewerkt wordt en de wijze waarop er samengewerkt wordt aan die doelen. Een positieve alliantie in een vroeg stadium van het hulpverleningstraject is een betrouwbare voorspeller van een positieve uitkomst. Het vroegtijdig zicht krijgen op de kwaliteit van de alliantie geeft de mogelijkheid om breuken en deuken in beeld te brengen en vroegtijdig bespreekbaar te maken en te herstellen. Het ritueel om de alliantie bespreekbaar te maken wordt in de praktijk nog weinig gestalte gegeven. Het vergt van professionals een scherp observatievermogen, goede reflectievaardigheden en de nodige creativiteit om het ritueel in het primair proces te passen. Met de te ontwikkelen experimentele leerlijn waar deze aanvraag op ingaat willen werkveldpartners inzetten op het aanleren van deze vaardigheden.
Middels een RAAK-impuls aanvraag wordt beoogd de vertraging van het RAAK-mkb project Praktische Predictie t.g.v. corona in te halen. In het project Praktische Predictie wordt een prototype app ontwikkeld waarmee fysiotherapeuten in een vroeg stadium het chronisch worden van lage rugpijn kunnen voorspellen. Om chronische rugpijn te voorkomen is het belangrijk om in een vroeg stadium de kans hierop in te schatten door psychosociale en mogelijk andere risicofactoren op chronische pijnklachten te herkennen en hierop te interveniëren. Fysiotherapeuten zijn met deze vraag naar het lectoraat Werkzame factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gegaan en dit heeft aanleiding gegeven een onderzoek op te zetten waarin een dergelijke methodiek ontwikkeld wordt. De voorgestelde methodiek betreft een Clinical Decision Support Tool waarmee een geïndividualiseerde kans op chronische rugpijn kan worden bepaald gekoppeld aan een behandeladvies conform de lage rugpijn richtlijn. Hiervoor is eerst geïnventariseerd welke methoden fysiotherapeuten reeds gebruiken en welke in de literatuur worden genoemd. Op basis hiervan is een keuze gemaakt ten aanzien van data die digitaal verzameld worden in minimaal 16 fysiotherapiepraktijken waarbij patiënten gedurende 12 weken gevolgd worden. Met de verzamelde data worden met machine learning algoritmes ontwikkeld voor het berekenen van de kans op chroniciteit. De algoritmes worden ingebouwd in de Clinical Decision Support Tool: een gebruiksvriendelijke prototype app. Bij het ontwikkelen van de tool worden eindgebruikers (fysiotherapeuten en patiënten) intensief betrokken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat de tool aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. De tool berekent de kans op chroniciteit en geeft een behandeladvies. Daarnaast kan de tool gebruikt worden om patiënten te informeren en te betrekken bij de besluitvorming. Vanwege de coronacrisis is er een aanzienlijke vertraging in de patiënten-instroom (doel n= 300) ontstaan die we met ondersteuning van een RAAK-impuls subsidie willen inlopen.