Vanaf 2025 gaat het gebeuren. De elektriciteitsmarkt ondergaat dan een majeure verandering, “Heel moeilijk is die voorspelling niet. Investeringen in zon en wind verlopen planmatig. Dus konden we al tien jaar geleden berekenen dat Nederland nu 50% van haar stroom uit zon en wind zou halen. In 2030 is dat 85%. Er is dan circa 60 GigaWatt aan opgesteld zon- en windvermogen in Nederland, bij een gemiddelde stroomvraag van circa 15 GW. U begrijpt, al bij een beetje zon en wind komt de elektriciteit in 2030 onze oren uit.”
LINK
Met de sterk groeiende aantallen zonnepanelen en windmolens maakt Nederland een inhaalslag met de opwekking van duurzame energie in de vorm van elektriciteit. Helaas bestaat er nog geen goede balans tussen vraag en aanbod en is betaalbare opslag van duurzame stroom nog niet vanzelfsprekend. Een mogelijk alternatief is opslag in de vorm van methaan. Daarover meer leren is de kern van het vierjarige onderzoeksproject Biologische Power-to-Gas (Bio-P2G) van lector Jan-Peter Nap.
Een van de onderdelen van het TSDCE project, WP3, betreft het meten en een veldtest op locatie. Hierbij wordt in Amsterdam op locatie gemeten, waarbij het vooral gaat om de dynamiek van veranderingen in belasting (bij remmen en optrekken). Het is gelukt om het verloop van de spanning van de bovenleiding en de minus in kaart te brengen. Meten in praktijksituatie is wat anders dan meten onder lab-omstandigheden. Aarding is een cruciaal aspect. De Deltavoeding was instabiel door een rimpel op de bovenleidingspanning. Met de solar converter is wel stroom geleverd aan het tractienet.
Middels een RAAK-impuls aanvraag wordt beoogd de vertraging van het RAAK-mkb project Praktische Predictie t.g.v. corona in te halen. In het project Praktische Predictie wordt een prototype app ontwikkeld waarmee fysiotherapeuten in een vroeg stadium het chronisch worden van lage rugpijn kunnen voorspellen. Om chronische rugpijn te voorkomen is het belangrijk om in een vroeg stadium de kans hierop in te schatten door psychosociale en mogelijk andere risicofactoren op chronische pijnklachten te herkennen en hierop te interveniëren. Fysiotherapeuten zijn met deze vraag naar het lectoraat Werkzame factoren in Fysiotherapie en Paramedisch Handelen van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gegaan en dit heeft aanleiding gegeven een onderzoek op te zetten waarin een dergelijke methodiek ontwikkeld wordt. De voorgestelde methodiek betreft een Clinical Decision Support Tool waarmee een geïndividualiseerde kans op chronische rugpijn kan worden bepaald gekoppeld aan een behandeladvies conform de lage rugpijn richtlijn. Hiervoor is eerst geïnventariseerd welke methoden fysiotherapeuten reeds gebruiken en welke in de literatuur worden genoemd. Op basis hiervan is een keuze gemaakt ten aanzien van data die digitaal verzameld worden in minimaal 16 fysiotherapiepraktijken waarbij patiënten gedurende 12 weken gevolgd worden. Met de verzamelde data worden met machine learning algoritmes ontwikkeld voor het berekenen van de kans op chroniciteit. De algoritmes worden ingebouwd in de Clinical Decision Support Tool: een gebruiksvriendelijke prototype app. Bij het ontwikkelen van de tool worden eindgebruikers (fysiotherapeuten en patiënten) intensief betrokken. Op deze manier wordt gegarandeerd dat de tool aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep. De tool berekent de kans op chroniciteit en geeft een behandeladvies. Daarnaast kan de tool gebruikt worden om patiënten te informeren en te betrekken bij de besluitvorming. Vanwege de coronacrisis is er een aanzienlijke vertraging in de patiënten-instroom (doel n= 300) ontstaan die we met ondersteuning van een RAAK-impuls subsidie willen inlopen.
Diverse partijen, zowel marktpartijen als kennisinstellingen, gaan in 2020 samenwerken in een pilot om te toetsen in hoeverre zij de plant kardoen (familie van de artisjok distel) in haar volle potentieel kunnen gebruiken voor diverse commerciële doeleinden, zoals bloemen, voedsel, composiet en een lamp. Er wordt in deze pilot onderzoek gedaan naar: - Gebruik van reststromen als bodemverbeteraar - Teelt van kardoen - Verwerking van kardoen
Het project inventariseert hoe internationaliseringsactiviteiten in MBO en HAVO bijdragen aan de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden en welke eindtermen MBO en HAVO hiervoor hebben gedefinieerd. Kennis hiervan stelt HBOs in staat om hum beginniveau voor de ontwikkeling van 21ste-eeuwse vaardigheden af te stemmen op de eindniveaus van hun instroom. Binnen het project worden case studies van een MBO-instelling en een HAVO-school uitgevoerd, die voorbereiden op een brede enquete binnen MBOs en HAVO-scholen. De resultaten worden met de sectoren besproken via interviews en vervolgens gespresenteerd op een conferentie voor HAVO, MBO en HBO.