This applied research is an attempt to analyse the effectiveness of milk marketing and facilitate developing a sustainable milk value chain for dairy farmer’s groups in Punakha district. Both quantitative and qualitative methods of survey, key informant interviews and focus group discussion were used as research strategies to obtain relevant information. The survey was conducted using both open and closed-ended structured questionnaire in seven subdistricts of Barp, Dzomi, Guma, Kabisa, Shelnga-Bjemi, Talog and Toedwang. A total of 60 respondents; 30 existing milk suppliers and 30 non-milk suppliers were drawn using a simple random sampling technique. One-to-one interviews were conducted following semi-structured questions with eight key informants in the chain. One focus group interview was conducted with the existing dairy farmer groups representatives to triangulate and discover in-depth information about the situation of the milk value chain in the district. The survey data was analysed using the Statistical Package for Social Sciences software version 20. A method of grounded theory design was used to analyse the qualitative data of interviews and focus group discussion. Value chain mapping was employed for assessing the operational situation of the current milk chain. The mean cost of milk production was estimated at Nu.27.53 per litre and the maximum expenses were incurred in animal feeds which were estimated to be 46.34% of the total cost of milk production. In this study, milk producers had the highest share of added value and profit which were estimated at 45.45% and 44.85% respectively. Limited information and coordination amongst stakeholders have contributed to slow progression in the formal milk market. The finding reveals that 90% of nondairy farmer groups respondents were interested in joining formal milk marketing. The average morning milk available for supply from this group would be 4.41 ± 3.07 litres daily by each household. The study also found that 50% of the respondents were interested in supplying evening milk with an average of 4.43 ± 2.25 litres per day per household. Based on the result of this study, it was concluded that there are possibilities of expanding the milk value chain in the district. However, there is a need to enhance consistent milk supply through a quality-based milk payment system, access to reasonable input supplies, and facilitate strong multi-stakeholder processes along the milk value chain.
MULTIFILE
Côte d’Ivoire produces about 42 percent of the world’s total Cocoa but processes only a very few amount of the production. A big part of the country depends on the commercial benefits of the Cocoa production and supply chain of it. For that reason, the World Bank asked the simulation group of the Amsterdam U. of Applied Sciences in collaboration with the Port of Amsterdam to develop a simulation model that allows the politicians assess the performance of the supply chain of the Cocoa in that region of the world. The simulation model gave light to the potential of improvement in the supply chain by identifying inefficiencies, bottlenecks and blockers that hinder the efficient transport of Cocoa in the chain with the consequence of low productivity. The most important results are presented in the article together with suggestions for improvement in order to increase the wellbeing of the farmers in that region of Africa.
MULTIFILE
This paper reports a study on the importance of enablers in order for IT to support effective supply chain management, as perceived defined by different positions in the supply chain. In the study, a significant difference for the enabler “Funds for IT enablement” is found between the supplier position and other positions. Furthermore relations between the enablers are examined and research is done into why certain factors are being perceived more important than others.
Alleen al in Nederland worden jaarlijks 1,6 miljoen matrassen afgedankt, hetgeen een gewicht van 25.000 ton vertegenwoordigt. Momenteel bestaan nog nauwelijks goede oplossingen voor de afvoer van deze afvalstroom en wordt het grootste gedeelte verbrand in vuilverbrandingsinstallaties, terwijl de materialen aan het begin van de levenscyclus een hoge waarde hebben vertegenwoordigd. Het lectoraat Lichtgewicht Construeren heeft zich bij het landelijk initiatief gevoegd om de recyclingmogelijkheden van matrassen te verbeteren. Het lectoraat beschikt over meerdere middelen om kunststoffen te verwerken en haar eigenschappen te analyseren. Ook is de afgelopen jaren ervaring opgedaan met het recyclen van polyurethaan (de matrassen in dit project bestaan ook uit polyurethaan). Uit eerdere gesprekken kwam naar voren dat drie verschillende technische oplossingen goed aansluiten op de kennis bij het lectoraat. In dit project wordt de haalbaarheid onderzocht van deze oplossingsrichtingen: • Door vlokken te vermengen en te compounderen met een SEBS rubber, zou een thermoplastisch verwerkbare rubbercompund gemaakt kunnen worden • Door vlokken te verhitten en samen te persen, zouden producten met een hogere dichtheid gemaakt kunnen worden • Door te analyseren welke delen van matrassen herbruikbaar zouden kunnen zijn, zouden grote delen van matrassen hergebruikt kunnen worden Deze drie oplossingsrichtingen worden in dit project nader verkend. Centraal staat de onderzoeksvraag: Wat is de technische haalbaarheid van genoemde drie oplossingsrichtingen en wat zijn aanbevelingen voor vervolgonderzoek? Daarbij worden de volgende resultaten opgeleverd: • Rapportage bevindingen en aanbevelingen compounderen met SEBS • Rapportage bevindingen en aanbevelingen platen persen uit matrasvlokken • Rapportage en aanbevelingen hergebruik van matrasdelen Deelnemen partijen zijn schakels in een substantieel deel van de supply chain (aanlevering) van matrassen aan onder andere de gezondheidszorg. De te onderzoeken matrassen zijn zeer consistent in samenstelling en constructie.
Het Order-to-Cash (O2C) proces is cruciaal voor elke onderneming. Dit is het proces vanaf de ontvangst van een order tot aan uiteindelijke betaling. Mkb’ers kennen vele inefficiënties in hun O2C-processen. Als gevolg zijn verwerkingskosten van orders en facturen hoog en bovendien wordt geld laat ontvangen wat een negatieve impact op de liquiditeitspositie heeft. De praktijkvraag is: Hoe kunnen mkb’ers hun O2C-processen verbeteren om de liquiditeitspositie te versterken? Vanuit onderzoeksliteratuur zijn er onvoldoende handvatten voor mkb’ers om dit te veranderen. Het doel van het project is daarom om O2C-processen in kaart te brengen, te meten en monitoren, en te verbeteren, om de liquiditeitspositie te versterken voor het mkb. De centrale onderzoeksvraag is: Hoe kunnen O2C-processen in kaart gebracht, gemeten, verbeterd en gemonitord worden? Het Lectoraat Supply Chain Finance bouwt hiermee voort op kennis opgedaan uit RAAK-publieksprijswinnend project ‘Ketenfinanciering voor mkb’. Er wordt met 9 mkb’ers gestart in het onderzoeksnetwerk, dit aantal wordt uitgebreid tijdens het project. Kennispartners zijn Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Politecnico di Milano. Daarnaast is de Supply Chain Finance Community aangesloten om te zorgen voor grootschalige nationale en internationale valorisatie. De belangrijkste onderzoeksmethoden in het project zijn case studies en een survey. De belangrijkste resultaten waar wij op mikken zijn: • Bedrijfsspecifieke tools om O2C-processen in detail in kaart te brengen en te verbeteren; • Inzicht in de mogelijkheden van vernieuwende informatietechnologieën voor O2C-procesoptimalisatie; • Oplevering van een survey die tevens dient als generieke tool voor mkb’ers, om na invulling direct een algemeen overzicht te krijgen van het eigen proces; • Twee wetenschappelijke artikelen, minimaal tien vakpublicaties, en teaching cases om resultaten breed te delen, zowel voor onderwijs, wetenschappelijk publiek en bedrijven.
Werkkapitaalmanagement is een topprioriteit voor mkb-managers sinds de coronacrisis en de Oekraïne-oorlog. Uitstel van betaaltermijnen, verhoogde voorraden en een bemoeilijkte toegang tot bankfinanciering zorgen voor hevige druk op het werkkapitaal. Supply Chain Finance (SCF) draait om het verbeteren van processen rondom inkoop, verkoop en voorraadbeheer, wat zorgt voor minder betalings- en voorraaddruk, en de inzet van alternatieve financieringsmethoden in de keten. Het mkb past SCF-mogelijkheden nog zeer beperkt toe. Huidig SCF-onderzoek toont grote kansen, maar is vooral conceptueel en gericht op grote bedrijven en beperkt empirisch en toegepast. Daardoor zijn de handvatten voor het mkb beperkt. Hogeschool Windesheim en Rijksuniversiteit Groningen onderzoeken in dit project hoe mkb’ers met SCF hun werkkapitaalpositie kunnen verbeteren en betere ketenrelaties, minder ketenrisico’s en lagere transactiekosten kunnen bewerkstelligen. Vijftien gedetailleerde casestudies worden gedaan om tot onderzoeksresultaten te komen. Door cross-case analyses en focusgroepen worden uit bedrijfsspecifieke resultaten algemene lessen getrokken die toepasbaar zijn voor een bredere groep van bedrijven. Met het onderzoek wordt het mkb op weg geholpen richting daadwerkelijke implementaties. De algemene lessen worden gedeeld in publicaties en bij evenementen voor praktijkprofessionals, maar ook in wetenschappelijke papers. Daarnaast worden de resultaten vertaald in tools en stappenplannen voor toepassing van ketenfinancieringsinstrumenten en procesverbetering. Met de inzichten wordt onderwijsmateriaal ontwikkeld of vernieuwd. Tevens worden vele studenten van een verscheidenheid aan opleidingen ingezet in de uitvoering van casestudies, en wordt een grote hoeveelheid docenten betrokken. We starten met een groep van tien bedrijven aan het project, een aantal dat gedurende het project toeneemt. Projectpartners Stichting MKB Financiering en SCF Community helpen om resultaten grootschalig te verspreiden richting onze doelgroepen.