In soccer, critical match events like goal attempts can be preceded by periods of instability in the balance between the two teams' behaviours. Therefore, we determined periods of high variability in the distance between the teams' centroid positions longitudinally and laterally in an international-standard soccer match and evaluated corresponding match events. Position data were collected with AMISCO Pro®. Inter-team distance variability was calculated over a 3-s moving window. Out of the 242 match periods that exceeded the variability criterion, 51 were dead-ball situations. Match events identified through longitudinal inter-team distance primarily related to defending players moving forward-backward after a longitudinal pass. Match events identified through lateral inter-team distance mainly corresponded with defending players moving laterally following sideways passing. One of two goals and two of fourteen goal-attempts were preceded by a period of high variability. Together, periods of highly variable inter-team distance were associated with collective defensive actions and team reorganisation in dead-ball moments rather than goals or goal attempts. Inter-team dynamics quantified (mutual) reorganisation of the teams and marked teams' collective defensive ability to respond to attacking explorations. doi: 10.1080/02640414.2012.703783
LINK
PurposeThe purpose of this paper is to investigate coaches' views on developing leadership and shared leadership capacity in particular in competitive youth football.Design/methodology/approachThis qualitative examination focusses on the leadership philosophy of ten male coaches at the sub-elite competitive level in youth football in The Netherlands and applies the theory of shared leadership to examine coaches' views on developing leadership capacity.FindingsOnly few coaches have a clear philosophy on the development of leadership in general and/or shared leadership in particular. Most coaches do not have a distinct view on how to involve players in the team processes. Shared leadership development in youth teams occurs occasionally but can be implemented more intentionally.Research limitations/implicationsAlthough this study lacks generalizability, coaches' views are required in understanding how shared leadership is to be developed in youth sport.Practical implicationsFor implementing shared leadership in football purposefully, a clear view on the development of youth is required, whereas coaches need to be taught, how to involve the individual players in team processes such as decision-making. In addition, leadership development in sport may have the potential of transfer of skills to other domains.Social implicationsLearning shared leadership at a young age by athletes can have a positive influence on relationships in teams on micro-level and might have an impact on meso-level within a football club because of its social constructionist approach.Originality/valueThis study is one of the first to apply shared leadership at the micro-level of competitive youth football making use of football coaches' view.
Sports are activities enjoyed by many across the globe, regardless of age. The existence and promotion of youth sports has often been based on various assumptions about its value and role in society. Sports participation is assumed to be fun and good and is assumed to contribute to the development of young people. As a result, sports are often seen as an essential part of life for youth. Participation in sports and physical activity is assumed to help young people to develop in a context in which they are able to learn important positive societal values (Fraser-Thomas et al., 2005; Holt, 2008). Although there is a widespread belief in the positive dimensions of sports participation for young people, there is a need for research and theory that identifies and critically looks at the processes through which sports participation by youth is experienced and shapes their lives (Coakley, 2011). I return to this critical perspective after I elaborate on the ways sports are viewed as important effective activities for positive youth development.
Aanleiding Nieuwsuitgeverijen bevinden zich in zwaar weer. Economische malaise en toegenomen concurrentie in het pluriforme medialandschap dwingen uitgeverijen om enerzijds kosten te besparen en tegelijkertijd te investeren in innovatie. De verdere automatisering van de nieuwsredactie vormt hierbij een uitdaging. Buiten de branche ontstaan technieken die uitgeverijen hierbij zouden kunnen gebruiken. Deze zijn nog niet 'vertaald' naar gebruiksvriendelijke systemen voor redactieprocessen. De deelnemers aan het project formuleren voor dit braakliggend terrein een praktijkgericht onderzoek. Doelstelling Dit onderzoek wil antwoord geven op de vraag: Hoe kunnen bewezen en nieuw te ontwikkelen technieken uit het domein van 'natural language processing' een bijdrage leveren aan de automatisering van een nieuwsredactie en het journalistieke product? 'Natural language processing' - het automatisch genereren van taal - is het onderwerp van het onderzoek. In het werkveld staat deze ontwikkeling bekend als 'automated journalism' of 'robotjournalistiek'. Het onderzoek richt zich enerzijds op ontwikkeling van algoritmes ('robots') en anderzijds op de impact van deze technologische ontwikkelingen op het nieuwsveld. De impact wordt onderzocht uit zowel het perspectief van de journalist als de nieuwsconsument. De projectdeelnemers ontwikkelen binnen dit onderzoek twee prototypes die samen het automated-journalismsysteem vormen. Dit systeem gaat tijdens en na het project gebruikt worden door onderzoekers, journalisten, docenten en studenten. Beoogde resultaten Het concrete resultaat van het project is een prototype van een geautomatiseerd redactiesysteem. Verder levert het project inzicht op in de verankering van dit soort systemen binnen een nieuwsredactie. Het onderzoek biedt een nieuw perspectief op de manier waarop de nieuwsconsument de ontwikkeling van 'automated journalism' in Nederland waardeert. Het projectteam deelt de onderzoekresultaten door middel van presentaties voor de uitgeverijbranche, presentaties op wetenschappelijke conferenties, publicaties in (vak)tijdschriften, reflectiebijeenkomsten met collega-opleidingen en een samenvattende white paper.
De effecten en de werkzame bestandsdelen van interventies in de openbare ruimte zijn nog weinig onderzocht doordat deelnemers vaak niet geregistreerd worden en het ontbreekt aan een praktisch toegepast en uniform meetinstrument dat vergelijking mogelijk maakt. Gemeenten en sportservice organisaties geven wel aan dat ze behoefte hebben aan monitoring en evaluatie zodat ze op dit thema kunnen bijsturen en opschalen. In dit project willen HAN, Team Sportservice, Clever Sports en twee gemeenten samen met buurtsportcoaches aan de slag gaan omdat zij vanuit gemeenten de taak hebben om meer mensen te laten bewegen in de buurt. Daarbij wordt een meetinstrument ontwikkeld voor effecten in de openbare ruimte. Dit gaat buurtsportcoaches en beleidsambtenaren helpen om samen dezelfde taal over de opbrengsten te spreken en leerervaringen uit te wisselen. Er worden drie interventies op acht plekken onderzocht. De projectresultaten zijn een gevalideerd meetinstrument waarvan het gebruik opgeschaald wordt naar andere gemeenten in het netwerk. Verder worden de opbrengsten van bewegen in de openbare ruimte in een rapportage opgeleverd, waarbij ook aandacht is hoe de opgehaalde opbrengsten gezien worden door professionals in andere beleidsdomeinen. Tot slot helpt dit project de HAN om hun kennis over effecten van sport bij toekomstige evaluaties in te zetten.
Big data spelen een steeds grotere rol in de (semi)professionele sport. De hoeveelheid gegevens die opgeslagen wordt, groeit exponentieel. Sportbegeleiders (coaches, inspanningsfysiologen, sportfysiotherapeuten en sportartsen) maken steeds vaker gebruik van sensoren om sporters te monitoren. Tijdens trainingen en wedstrijden worden de hartslagen, afgelegde afstanden, snelheden en versnellingen van sporters gemeten. Het analyseren van deze data vormt een grote uitdaging voor het begeleidingsteam van de sporters. Sportbegeleiders willen big data graag inzetten om meer grip te krijgen op sportblessures. Blessures kunnen namelijk desastreuze gevolgen hebben voor teamprestaties en de carrière van (semi)professionele sporters. In totaal stopt maar liefst 33% van de topsporters door blessures met hun sportloopbaan. Daarnaast is uitval door blessures een belangrijke oorzaak van stagnatie van talentontwikkeling. Het lectoraat Sportzorg van de Hogeschool van Amsterdam heeft veel expertise op het gebied van blessurepreventie in de sport. Sportbegeleiders hebben het lectoraat Sportzorg benaderd om antwoord te krijgen op de onderzoeksvraag: Wat zijn op data gebaseerde indicatoren om sportblessures te voorspellen? Deze onderzoeksvraagstelling is opgesplitst in de volgende deelvragen: 1. Hoe kan met sensoren relevante data van sporters verzameld worden om de sportbelasting in kaart te brengen? 2. Welke parameters kunnen blessures voorspellen? 3. Hoe kunnen deze parameters op betekenisvolle en eenvoudige wijze naar sportbegeleiders en sporters teruggekoppeld worden? Het project resulteert in de volgende projectresultaten: - Een overzicht van nauwkeurige en gebruiksvriendelijke sensoren om sportbelasting in kaart te brengen - Een overzicht van relevante parameters die blessures kunnen voorspellen - Een online tool dat per sporter aangeeft of de sporter wel of niet training- of wedstrijdfit is Bij dit project zijn de volgende organisaties betrokken: Hogeschool van Amsterdam, Universiteit Leiden, VUmc, Rijksuniversiteit Groningen (RuG), Amsterdam Institute of Sport Science (AISS), Johan Sports, Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) Amsterdam, Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB), de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sport (NVFS), VV Noordwijk (voetbalclub) en Black Eagles (basketbalclub).