Themanummer 'Dak- en thuislozen'. Overzien we de sociaal-wetenschappelijke benaderingen van onderzoekstudies naar dak- en thuisloosheid in Nederland en de accenten die daarin worden gelegd, dan blijkt dat de sociaal-psychologische benadering kan worden beschouwd als een dominant paradigma. Van een sociologische onderzoekstraditie op dit terrein is geen sprake. De eenzijdigheid in benadering kan leiden tot individualisering van thuisloosheid als sociaal probleem. De auteur pleit voor een accentverschuiving naar onderzoek vanuit een sociologisch perspectief met aandacht voor ‘sociale competenties’ van dak- en thuislozen. Ter illustratie worden een aantal bevindingen gepresenteerd uit een stadsetnografische studie waarin de betrokkenen worden benaderd als relatief competente actoren.
Deze brochure bevat een verzameling praktische tips voor hulpverleners die met dak- en thuislozen willen praten over zingeving.
Het rapport ‘Werken aan meedoen’ beschrijft een onderzoek dat in opdracht van de gemeente Leeuwarden is gedaan naar een drietal strategieën die zijn ingezet ten behoeve van (het bevorderen van) de maatschappelijke participatie van dak- en thuislozen. Getracht is een antwoord te vinden op de vraag wat deze strategieën hebben opgeleverd voor de direct betrokkenen en hun omgeving, om op basis daarvan iets te zeggen over de meerwaarde van deze strategieën. Uit de resultaten blijkt dat de strategieën in meer of mindere mate een meerwaarde hebben voor de betrokkenen zelf. Voor de omgeving is, in de onderzoeksperiode van 1,5 jaar, geen directe meerwaarde gevonden. Wellicht iets voor vervolgonderzoek
Langdurig werklozen, statushouders, dak- en thuislozen, ze voelen zich vaak gemarginaliseerd en eenzaam. Eén manier om te helpen, is deelname aan sport. In de praktijk gebeurt dit nog maar weinig. Hoe daar verandering in kan worden gebracht onderzoekt CISE.
Het afgelopen decennium is het aantal daklozen in Nederland verdubbeld tot ruim 36.000 in 2020. Deze mensen leven in een extreme vorm van bestaansonzekerheid, waarbij basale levensvoorwaarden als eten, drinken, toegang tot sanitair en een slaapplek niet vanzelfsprekend zijn. De bestaande aanpak van het daklozenvraagstuk – ook wel ‘housing first’ genoemd – richt zich op het vinden van opvang of reguliere woonruimte. De plek waar daklozen terecht kunnen voor tijdelijk onderdak en voor begeleiding – de Maatschappelijke Opvang (MO) – kent momenteel echter lange wachtlijsten. In grote steden moeten veel daklozen 1 tot 2 jaar wachten op opvang. Om daklozen toch de hulp te bieden die zij nodig hebben, zoeken gemeenten, MO-organisaties en sociaal professionals naar aanvullingen op ‘housing first’ aanpak. Zo bieden MO-organisaties in Amsterdam en Haarlem, in samenwerking met de gemeente, de uit de langdurige Geestelijke Gezondheidszorg afkomstige Resource-methode aan bij daklozen die op de wachtlijst staan voor opvang. Deze methode is gericht op het samen met de dakloze vormen van een steungroep van mensen uit het formele hulpverleningsnetwerk en informele deelnemers, zoals familie, vrienden, buurtgenoten en (oud-)collega’s. Bij mensen die hulp krijgen vanuit de GGZ leidt het aanbieden van de Resource-methode tot een sterker sociaal netwerk en meer eigen regie. De vraag is nu of en hoe de methode werkt bij dak- en thuislozen, en welke kennis, vaardigheden, attituden en facilitering sociaal professionals in de MO nodig hebben om steungroepen te vormen en samen met de dakloze en de steungroep te werken aan de eigen regie van de dakloze. Dit is wat in dit onderzoeksproject, getiteld ‘Social Network First?’, wordt onderzocht.
Langdurig werklozen, statushouders, dak- en thuislozen, ze voelen zich vaak gemarginaliseerd en eenzaam. Eén manier om te helpen, is deelname aan sport. In de praktijk gebeurt dit nog maar weinig. Hoe daar verandering in kan worden gebracht onderzoekt CISE.Doel CISE gaat onderzoeken hoe sociale instanties en professionals zoals buurtsportcoaches en sociaal werkers sportieve ontmoetingen meer inclusief kunnen maken voor mensen in kwetsbare posities. Hoe kunnen zij hun doelgroep beter bereiken en hun impact op deze mensen vergroten? Resultaten De onderzoekers willen uiteindelijk praktische methodes opleveren die sociale professionals kunnen helpen sportieve ontmoetingen voor kwetsbare groepen meer inclusief te maken. Looptijd 01 december 2019 - 30 november 2023 Aanpak De onderzoekers gaan met de beroepspraktijk meekijken met de routines in het maken van contact en de omgang met bewoners die niet of nauwelijks sporten en bewegen: wat zijn succesfactoren? En wat zijn verbeterpunten? Het onderzoek wordt uitgevoerd in twee zogenoemde “living labs”, dit is een gebruikersgerichte methode om complexe oplossingen in bestaande situaties te onderzoeken. Via de living labs verbeteren we samenwerkingsprocessen en ontwikkelen we bijvoorbeeld een training voor sociale professionals. Impact Professionals zoals buurtsportcoaches en sociaal werkers, en hun organisaties spelen een cruciale rol in het begeleiden naar en het organiseren van sportactiviteiten die de gelegenheid tot ontmoetingen bieden. Tegelijkertijd hanteren ze uiteenlopende professionele werkwijzen en vindt daar maar beperkt kennisuitwisseling over plaats. CISE heeft tot doel lokale organisatiepraktijken en verschillende professionele werkwijzen nadrukkelijker op elkaar af te stemmen, oftewel te “kalibreren” Studenten werken aan het onderzoek mee en leren zo direct in en van de praktijk; ze denken kritisch mee over hoe - en waar - het beter kan en ontwerpen met de beroepspraktijk een training om de aanpak te verbeteren.