Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Loes Witteveen aan Hogeschool Van Hall Larenstein, 14 maart 2024. Het lectoraat Communicatie, Participatie en Sociaal-Ecologisch Leren (CoPSEL) werkt aan maatschappelijke vraagstukken rondom natuurlijke en sociale duurzaamheid, werkt sector- en discipline overstijgend met een centrale rol voor communicatie, participatie en leren.
MULTIFILE
Het nieuwe leren wordt gesitueerd in een context van ontwikkelingen in het denken over onderwijzen, opleiden en organiseren. Bi het nieuwe leren gaat het niet alleen om het leren van de leerlingen, maar ook om een paradigmaverschuiving in het denken over onderwijs; een rechtstreeks gevolg van paradigmaverschuiving in de wetenschap. Hierna wordt in vogelvlucht geïnventariseerd welke implicaties de theorieën over leren en ontwikkelen hebben voor het onderwijs en voor het ontwerpen van leerarrangementen. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de complexe beroepspraktijk. Hoe kan deze het beste begrepen worden: door een reductie van die complexiteit en het zoeken naar algemeen geldende verklaringen achteraf of door een systeemdynamische analyse van die werkelijkheid en in dialoog met betrokkenen op zoek gaan naar werkzame principes en causal loops? In het vervolg worden twee tot nu toe in de literatuur over het nieuwe leren nog weinig aan bod gekomen aspecten geïntroduceerd. Hoe organiseren we het leren en hoe werkt dat bij een nieuwe generatie leerlingen? Dan wordt geprobeerd de slag te maken van de principes van het nieuwe leren naar het ontwerpen van leerarrangementen waarin dat nieuwe leren mogelijk wordt. Er wordt een voorlopig denkraam gepresenteerd, dat in de projecten binnen dit lectoraat een heuristische functie kan vervullen bij het verder zoeken naar ontwerpparameters. Tenslotte wordt het werkprogramma van het lectoraat en de kenniskring globaal geschetst.
DOCUMENT
In de Solution Rooms bespreken studenten, docenten, beleidsmakers en onderzoekers uitdagingen en oplossingsrichtingen voor het vervolgonderwijs van de toekomst. Eén van de thema's is 'Duurzaamheid', waar Rolien Blanken een wetenschappelijke reflectie over schreef. Twee problemen zijn geïdentificeerd bij doorvoeren van duurzaamheid binnen de instelling en het onderwijs: de complexiteit van het vraagstuk enerzijds en draagvlak en effecten op de studenten anderzijds. Dit bemoeilijkt het duurzaamheidsproces. Inzetten op het gebruik maken van meetinstrumenten voor verduurzaming van curricula, transdisciplinair- en sectoroverstijgend werken en duurzaam burgerschap als uitgangspunt voor studentontwikkeling kunnen helpen om tot een succesvolle verduurzaming te komen. Aandacht voor duurzaamheid in het onderwijs kent een hoge mate van urgentie. De student ervaart hierbij negatieve invloed op het welzijn. Tegelijkertijd is verduurzaming een complex proces. Het doorvoeren van regeneratief onderwijs kan helpen bij het aangaan van genoemde uitdagingen. Naast het meten van de duurzaamheid van het curriculum is aan te bevelen breder in de organisatie duurzaamheid te meten en door te voeren. Het werken met integrated reporting kan hierin bijdragen. Transdisciplinair en sectoroverstijgend werken is een goede oplossing om duurzaamheidstransities te bereiken. Dit kan men toepassen door te werken in labs. In deze omgevingen zijn diverse stakeholders betrokken en kan de student zijn rol als wereldburger hier in co-creatie vervullen.
MULTIFILE
Het project 'CAR(E)TOGRAPHY: Kunst en zorg in kaart' richt zich op de wisselwerking tussen kunst en zorg, waarbij beide sectoren elkaar verrijken en vernieuwen. In de zorg wordt steeds meer geëxperimenteerd met kunst als een manier om vernieuwing te brengen. Omgekeerd zouden de kunstenaars en ontwerpers ook van zorgprofessionals kunnen leren over zorgdragen, communiceren in een non-verbale context en het belang van proces boven het eindresultaat. Een inspirerend voorbeeld van zo’n samenwerking tussen kunst en zorg is te vinden bij Reinaerde De Heygraeff, waar het programma Re-creatie kunstenaars, ontwerpers, zorgprofessionals en cliënten samenbrengt. Op deze beschutte woonzorglocatie wonen ruim 160 mensen met een ernstige verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Hier wordt al sinds 2018 geëxperimenteerd met de integratie van kunst en creativiteit in de dagelijkse zorgpraktijk, wat heeft geleid tot een duurzame transdisciplinaire samenwerking. Desondanks blijft het een uitdaging om de exacte werking van kunst in de zorg te begrijpen. Welke elementen zijn essentieel voor succesvolle samenwerkingen? Wat kunnen we leren van initiatieven zoals Re-creatie? En hoe kunnen we deze kennis delen met andere zorginstellingen en kunstpraktijken? Om deze vragen te beantwoorden, zetten we in dit project artistieke mapping methoden in om de interactie tussen kunst en zorg (en de complexiteit daarvan) te onderzoeken, documenteren en delen. Het doel is om de gemeenschap die op De Heygraeff is ontstaan beter te begrijpen en expliciet te maken hoe kunst en zorg met elkaar interageren. Door dit letterlijk in kaart te brengen, creëert CAR(E)TOGRAPHY een gedetailleerd beeld van de complexe wisselwerking tussen kunst en zorg. Dit maakt niet alleen een diepgaand begrip van de situatie mogelijk, maar maakt de bevindingen ook bruikbaar voor anderen die in vergelijkbare praktijken werken. De gemaakte kaarten functioneren dus uiteindelijk als documentatie- en navigatiemiddel in het grensgebied tussen kunst en zorg.
Om de ambities te behalen zoals geformuleerd in de Sustainable Development Goals, is transdisciplinaire samenwerking nodig tussen overheden, bedrijfsleven, burgers en wetenschap. Dit vraagt om multi-stakeholderbenaderingen waarin leren van en met elkaar centraal staat. Dit onderzoeksvoorstel is een vertaalslag van bovenstaande ambitie zoals geformuleerd in samenwerking met hoger onderwijs partners in Bandung, Indonesië. Het Living Lab Upper Citarum biedt een context om onderzoek te doen binnen een bestaand Living Lab gekenmerkt door de multi-stakeholder setting en de complexiteit van duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen. Het onderzoek beoogt inzicht te verkrijgen in essentiële ‘21st century skills’ voor deelnemers met faciliterende rollen in een Living Lab. De onderzoeksstrategie wil een bijdrage leveren aan de duurzaamheidsagenda van Living Labs met het ontwerpen, het ervaren, reflecteren en documenteren van praktische interventies in de lokale context. De keuze voor werken op locatie is een eerste benadering in het creëren van een realistische leerervaring voor Living Lab facilitators met diverse achtergronden en valt daarmee te beschrijven als ‘learning by doing’. De algemene onderzoekvraag is als volgt geformuleerd: Which contemporary skills and capabilities are present and which need to be developed to establish a widely shared mind set for trans- or interdisciplinary strategies so that communities and institutions in a Living Lab configuration increase their performance? De onderzoeksstrategie krijgt vorm in een ‘21st century skills exploration’ die een experimentele leerruimte biedt aan medewerkers van diverse instituten en (overheids-)organisaties die actief zijn in het Living Lab om kennis te maken met de creatieve methodes voor publieke participatie. Dit vindt vooral plaats in interactie met lokale gemeenschappen met nadruk op creatieve methodes zoals een poetry route, participatory mapping en film. Na presentatie op locatie worden de resultaten gepresenteerd tijdens een mini-symposium in Bandung.
Creating Cultures of Care beoogt vanuit een kunstenaarsperspectief en ontwerpende aanpak nieuwe handelingen, praktijken en scenario’s te ontwikkelen binnen zorg- en welzijnscontexten. Dit doen we door kennis uit transdisciplinaire co-creatieve (onderzoeks)praktijken uit de regio’s Utrecht, Groningen en Tilburg samen te brengen en uit te bouwen naar een landelijk expertisenetwerk. Met deze SPRONG-groep dragen we bij aan de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen: missiegedreven innovaties versnellen en gelijktijdig sociale en economische impact genereren. De context waarin we werken is die van de KIA Gezondheid en Zorg. Het kabinet benadrukt: ‘de samenleving moet voorbereid worden op schaarste in de zorg. Dit kan alleen door samen keuzes te maken, inwoners hun stem te laten horen en samen nieuwe perspectieven te genereren’. In Creating Cultures of Care worden deze stemmen en perspectieven door middel van transdisciplinaire co-creatie onderzocht in regionale CARE-labs. Kunstenaars, zorg- en welzijnsprofessionals, beleidsmakers, patiënten/inwoners en studenten onderzoeken samen eigen drijfveren en gezamenlijke missies om te kunnen bijdragen aan (radicale) transities in zorg en welzijn. Hierbij verschuift de focus van zorgverrichtingen (sturen op efficiency en effectiviteit) naar beleving en welzijn (empathy). In deze CARE-labs werken we aan nieuwe werkwijzen en vormen van waardecreatie, om deze vervolgens te vertalen naar een gezamenlijke kennis- en innovatie agenda en netwerk- en leeractiviteiten. De eerste vier jaar wordt er met publieke en private partijen, lectoraten en het onderwijs integraal samengewerkt aan het opzetten, en valideren van transdisciplinaire co-creatie. We ontwikkelen een concept framework, synthese en publicatie met beschreven praktijken. Deze bieden alle samenwerkpartners handvatten om transdisciplinaire co-creatie in zorg- en welzijnsopgaven, te begrijpen, op te zetten en uit te voeren. Hieruit ontstaat input voor nieuwe verbindende CARE-labs. We werken in vijf werkpakketten: Programmaontwerp en Zichtbaarheid; Onderzoek en Praktijk Ontwerp; Educatie Ontwerp; Synthese en Transitie Ontwerp en aan het Lerend en Onderzoekend Vermogen van de SPRONG-groep.