In kunsteducatie is visievorming van belang. Een visie geeft antwoord op fundamentele vragen over kunsteducatie. Levert de Talentenkrachtaanpak een mogelijke bijdrage aan visievorming in de kunsteducatie? In het diverse Nederlandse veld van de kunsteducatie zijn verschillende visies geformuleerd. De visie die het dichtst bij de Talentenkrachtaanpak ligt is die van de idioculturele kunsteducatie. De Talentenkrachtaanpak sluit bij die visie aan op drie belangrijke punten: het denken in complexe dynamische systemen, een dynamische visie op leren en een dynamische en democratische visie op talent. Er zijn echter ook elementen in de Talentenkrachtaanpak die minder goed overeenkomen met de visie van idioculturele kunsteducatie. De herkomst van de Talentenkrachtaanpak uit het domein van de Wetenschap & Techniek verbindt die aanpak met kwalificatie-doelstellingen, terwijl idioculturele kunsteducatie in essentie subjectiveringsgericht is. Daarnaast zijn in het veld van de kunst en de kunsteducatie de connotaties van het woord ‘talent’ zo sterk en zo in tegenspraak met de Talentenkrachtaanpak, dat het niet gemakkelijk is idioculturele kunsteducatie op een lijn te stellen met talentkrachtige kunsteducatie. Staan blijft dat veel van de inhoudelijke uitgangspunten van de Talentenkrachtaanpak inspirerend zijn voor visievormig in de kunsteducatie.
MULTIFILE
De markt van groepsvakanties en groepsuitjes is sterk in beweging. Mensen gaan steeds meer in groepsverband op pad in wisselende samenstelling. Het aanbod kent steeds meer spelers naast de traditionele groepsaccommodaties. Ook op het gebied van marketing is de sector in beweging met een veelheid aan boekingsplatforms en groepsaccommodatie-ondernemers die het heft in eigen hand nemen. En tot slot kent ook de belangenbehartiging een roerige tijd met de oprichting van de stichting Groepsaccommodaties Nederland (GAN). GAN is een jonge brancheorganisatie die staat voor de belangenbehartiging en promotie van de op dit moment ca. 100 leden, allemaal ondernemers met één of meerdere groepsverblijven. Gelet op al deze ontwikkelingen heeft GAN het initiatief genomen om te komen tot een nieuwe strategische visie voor de groepsaccommodaties. Waar staat deze bedrijfstak voor, wat komt er op de ondernemers af en hoe kunnen ze hierop inspelen? Voor de ontwikkeling van deze visie heeft GAN samenwerking gezocht met het Centre of Expertise Leisure, Tourism and Hospitality (CELTH) en de Hogescholen Breda University of Applied Sciences (BUas; voorheen bekend als NHTV) en NHL Stenden, die hiervoor ook haar European Tourism Futures Institute heeft ingezet. De onderwijsinstellingen hebben met inzet van docenten en studenten diverse deelonderzoeken uitgevoerd die als ‘bouwstenen’ voor het proces op weg naar de visie beschouwd kunnen worden. Aanvullend is nog een schriftelijke enquête gehouden onder (450) groepsaccommodaties in Nederland (respons 34%).
DOCUMENT
In De Haagse Hogeschool werken de lectoraten vanuit faculteiten, dicht bij het onderwijs, nauw samen in zeven kenniscentra. Deze kenniscentra zijn de verbinding tussen de regio, met zijn actuele thema’s (vaak gelinkt aan het missiegedreven innovatiebeleid van de overheid) en het onderwijs en onderzoek van de Haagse Hogeschool. De zeven kenniscentra van De Haagse Hogeschool zijn: Cybersecurity, Digital Operations & Finance, Global & Inclusive Learning, Global Governance, Health Innovation, Governance of Urban Transitions & Mission Zero. Deze kenniscentra zijn in opstartende fase en worden ondersteund door centrale diensten. De Haagse Hogeschool kiest voor versterking van de onderzoeksinfrastructuur die centraal staat in de kenniscentra: ‘de Haagse Labs’. Praktijkgericht onderzoek vindt in deze omgevingen plaats als een vervlechting van onderwijs (studenten en docenten), onderzoek, het werkveld en maatschappelijke partners. Sommige labs hebben een tijdelijk karakter, andere, zoals de hogeschool zelf, zijn continu een omgeving waarbinnen onderzoek gedaan wordt. De Haagse Labs zijn bij uitstek de plek waarin nauw samengewerkt wordt met andere hogescholen of kennisinstellingen (veelal zijn ze ontstaan uit een samenwerking zoals The Green Village, of het Basalt SmartLab). De keuze voor de Haagse Labs geeft verdieping aan regionale samenwerkingen en bijbehorende speerpunten. De huidige, meer informele inrichting, kan met behulp van Impuls 2020, verder structuur krijgen, leiden tot een betere kennisdeling tussen de kenniscentra heen en de regionale netwerkvorming versterken. Naast het formaliseren van ‘de Haagse Labs’ zetten we in op zichtbaarheid van de Hogeschool in de regio door te investeren in communicatie (denk bijvoorbeeld aan het opzetten van podcasts, en digitale middelen in Corona-tijd). Die profilering van ons onderzoek wordt verder ondersteunt door een traject rond visievorming en strategische positionering. De kenniscentra zullen begeleid worden om einde 2021 een visie te ontwikkelen met bijbehorende acties om de rol van de hogeschool in de regio te versterken.
De uitdagingen waar agrarische bedrijven voor staan zijn groot en dit legt een extra druk op het bedrijfsovernameproces. Een proces dat al onder druk staat door schaalvergroting en de stijging van de grondprijs. Het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt heeft in samensprak met het ministerie van LNV en LTO het plan om een kenniscentrum bedrijfsovername te starten. In het project ‘Expeditie bedrijfsovername’ wordt overzicht over en inzicht in de bestaande kennisinfrastructuur voor advisering in de bedrijfsovername samengesteld. Met een brede groep betrokkenen bij agrarische bedrijfsovername wordt een totaal overzicht opgesteld van het overnameproces en de beschikbare adviesdiensten. Daarbij is naast de technische aspecten (financieel en juridisch) specifiek aandacht voor de sociaal-emotionele kant: de familie en de interactie tussen de overnemer/overdrager, ook als het gaat om visievorming voor de toekomst van het bedrijf in relatie tot de grote uitdagingen van markt en maatschappij. Dit project is 1 van 4 projecten waarbij ieder project zich richt op specifieke regio’s en deelsectoren van de landbouw. Het Living Lab Oost wordt geleid door Aeres Hogeschool en richt zich primair op deelsectoren melkveehouderij en akkerbouw in het midden en oosten van het land. Vanuit een gezamenlijk opgezette werkwijze en wordt gewerkt aan het eindproduct: een ‘landkaart’ van het bedrijfsovernameproces met daarin specifiek aandacht voor regionale en sectorale verschillen. Vanuit de analyse van de behoefte aan en het aanbod van ondersteuning volgen ontwikkelwensen voor (door)ontwikkeling van methodieken, deze worden waar mogelijk ontwikkeld en getest binnen de kaders van het project. De landkaart kan in de advisering gebruikt worden om een bedrijf inzicht te geven over de route van hun eigen ‘expeditie’ langs de voor hen relevante aspecten van het bedrijfsovernameproces. Het project werkt met een breed consortium die belanghebbenden zijn bij een goed doorlopen bedrijfsovernameproces.
GOUD staat voor Geïntegreerde Ondersteuning voor multidisciplinaire Uitrol van Datagedreven zorg in verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg [VVT]). We voeren dit onderzoek uit om VVT-organisaties te ondersteunen bij het effectief implementeren van datagedreven zorg. Dit doen we door de multidisciplinaire samenwerking te verbeteren en zorgverleners beter te betrekken in het gebruik van zorgtechnologieën. Daarmee kunnen ze de toenemende druk door vergrijzing aanpakken.